n
10.
voor hem op; het beleent zo goed als alles. De Prins
vormt nu legers, maar zijn ondernemingen mislukken. En
weer is hij niemand. Als een condottiere trekt hij mee
naar Frankrijk. Daar heeft zijn broer, Lodewijk van Nassau,
succes. Die wordt er de gevierde man van de Hugenoten,
Daarmee stijgt het aanzien van het Huis Nassau en daar
mee ook dat van de Prins. Leider van de Nederlanden,
wordt hij moeilijk en moeizaam. Hij formuleert nu zijn
doelstellingen:
- handhaving van de Nederlandse Privileges;
- een zekere vorm van godsdienstvrijheid.
Be Nederlanders die bereikbaar zijn, zijn de émigré's.
Zij organiseren een Synode en Oranje stuurt er zyn se
cretaris Marnix van Sint- Aldegonde heen. Die toont
daar het nationale doel, vraagt om erkenning van de
Nederlandse Opstand, vraagt om financiële steun. Dit
alles valt niet in goede aarde; de émigrés ijveren voor
een Kerk, niet voor een natie. Maar toch.... als ijveraar
voor de vrijheid van hun kerk zien de émigré' s in Oranje
een leider. Als zodanig mocht er zijn. Hij vormt zijn le
ger met hulp van de Watergeuzen, kerels die schepen
kaapten en leegroofden, die veel geld verteerden en die
hun liederen brulden in de taveernen. Na,ar hen stuurt
de Prins als gezant Reinier Kant. Die weet hen over te
halen, om eén-derde van de buit af te staan, voor het
doorzetten van de opstand.
Zo ontstaat er een oorlogskas. Oranje is nu leider en
beschikt over geld. Daarmee staat hij voor de werkelijke
problemen. Zelf is hij Calvinist geworden, maar hij weet
dat de Nederlanden niet Calvinistisch zyn; hij heeft
het "bedrog" van de Calvinisten al gauw doorzien.
Hij wil tolerantie: vrijheid van geloven en geloofsuit
oefening voor iedereen. In dit streven faalt hij, niet
in het principe, maar door onmacht. De leiders in-
Holland en Zeeland wilden nimmer iets horen over tole
rantie. Van zijn kant kon Oranje Holland en Zeeland
niet loslaten: het was de kern van de opstand. Zo faal-
11.
de hij inzake zijn religie-politiek.
Eveneens faalde hy ten aanzien van de buitenlandse
politiek; ook hier weer uit onmacht,
Engeland was niet hevig voor de opstand geporteerd.
Het had met vrede met het Spaans régime. Hetwilde geen
Calvinistisch Nederland (het had zonder Calvinisten al
godsdienstperikelen genoeg."Oranje zocht via Engelse
kooplieden contact met Koningin Elisabeth.
Frankrijk bleef bezeten van het idee, dat Vlaanderen
vanouds een deel van Frankrijk was, dat Frankrijk geze
gend moest worden, met "frontières naturelles" en da.o
het herstel van het Karolingische Rijk een bereikbaar
ideaal was. Oranjes broer schrijft: "Acht geben, die
Franzosen haben grosze Klauwen".
Via de invloed van de Hugenoten, denkt Oranje van
Frankrijk steun te krijgen. Engeland, dat geen Fransen
in Vlaanderen wil, ziet nauwlettend toe. De spanning
XS ©I1
In Duitsland sprak men veel over de "geloofsbroeders"
en over de gruwelen van de Spanjaarden, maar de keizex
was een Habsburger en wenste geen strijd tegen zijn Spaan
se familie. Alleen de Calvinistische Paltsgraaf hielp
daadwerkelijk.
De enige manier, cm militaire hulp te krijgen, is voer
Oranje die hulp te kopen. Van Frankrijk. Ten koste van
wat? Frankrijk helpt inderdaad in 1571met,een Frans
leger viel Lodewyk van Nassau dan Vlaanderen binnen.
Als de zaak zou lukken, zou Engeland Holland en Zee
land krijgen; Frankrijk zou Vlaanderen mogen houden, de
overige Nederlanden zouden een leen van Duitsland wor
den. De inval mislukte echter.
En dan is Leiden in last. Er moet militaire hulp komen
tot ontzet van de stad. Met Franse steun trekt Lodewijk
naar Mook. De prijs die de Fransen vroegen en zouden
krijgen, was: Vlaanderen en al het te veroveren gebied.
De Slag bij Mook eindigde echter met een nederlaag.
De 3de "verkoop" van de Nederlanden volgt bij na Paci—