14.
zonder belastend en taakverzwarend werken en de
grootste eisen stellen ten aanzien van zijn geduld
en tolerantie.
6. Het cijfermatig resultaat van het onderzoek is als
volgt:
Het beschikbare saldo per 1 januari 1974 bedroeg
708,84 en bestond uit Banksaldo 213,26, giro
435,08 en kas 60,50.
De bruto ontvangsten 1974 bedroegen totaal 6120,34
De bruto uitgaven 1974 beliepen in totaal 5464,75
Het bruto batig saldo 1974 bedroeg 655,59
waardoor het totaal beschikbaar saldo per 1
januari 1975 bedroeg1364,43.
Dit saldo bestond uit Bank 395,38, giro 1156,61
en kas 187,56.
De bruto ontvangsten 1975 beliepen 7581,29
De bruto uitgaven 1975 waren totaal/. 7060,45
zodat het bruto batig saldo 1975
bedroeg 520,84
met als resultaat een totaal
beschikbaar saldo per 1 januari 1976
van1885,27
bestaande uit Banksaldo 1658,50
giro saldo 400,93
en kassaldo 174,16
een en ander in overeenstemming met boeken en be
scheiden.
Ten aanzien van bovengenoemde cijfers twee toelich
tingen
a. de negatieve kassaldi 1974 en 1975 zijn puur admi
nistratief en houden verband met het verrekenen per
declaratie van voorschotten van de Secretaris.
b. onder "bruto" ontvangsten/uitgaven moet worden ver
staan, dat geen rekening is gehouden met openstaande
posten en vooraf of achteraf ontvangen contributies,
omdat die telkenjare voorkomen.
15.
Op grond van het vorenstaande stelt de Kascommissie
voor:
a. het onderzoek m.b.t. het jaar 1975 door de Kascom
missie alsnog de sanctioneren;
b. bovenstaande cijfers over de jaren 1974 en 1975 vast
te stellen.
c. de Penningmeester ten.aanzien van genoemde jaren
décharge te verlenen met dankzegging voor zyn om
vangrijke arbeid, zijn keurig verzorgde en overzichte-
lijke administratie en zijn aktiviteiten als Penning
meester.
Aldus opgemaakt en getekend op
6 april 1976 door de leden:
Mevrouw E. Ch.J. de Valk—Baartmans.
J.W.A. van Gastel.