Toorts dank ik mijn medebestuursleden,vooral de secre
taris en de penningmeester, die door hun onverdroten
ijver, de Kring gediend hebben; de heer van Ryckevorsel
vooral door de ongeëvenaarde wijze waarop de Mini-
Waterschans wordt verzorgd en de heer Ydo voor zyn
nooit aflatende ijver de penningen voor onze kas byeen
te brengen.
In het bijzonder wil ik ook de heer Laane gaarne dan
ken voor zyn grote ijver in het organiseren van excur
sies, waarbij het meest actueel is de grote tweedaagse
excursie, die op 15 en 16 April plaats zal hebben.
Ondanks het feit, dat de eerste dag op vrijdag valt,
hebben zich j>2 deelnemers voor deze excursie opgegeven.
Tot slot, wil ik stilstaan bij het droevigs feit dat
twee belangrijke leden ons zijn ontvallen in de loop van
dit jaar: Mevr. K.C. van der Tuin-Allan, trouw mede
werkster bij het wetenschappelijk werk van haar man. Ik
denk dan vooral aan de ijver, waarmee zij 'beiden op reis
zijn gegaan en gesproken hebben met Franse militairen,
cm ons een juist beeld te geven van de strijd om Bergen
op Zoom in de meidagen van 1940. Het resultaat van hun.
werk is vastgelegd in een artikel in Be Waterschans;
vellicht het beste artikel, dat ooit in ons tijdschrift
verschenen is.
Toorts is het voor ay een droeve, maar tegelijkertijd
dankbare plicht, stil te staan, bij ons inmiddels over
leden lid de heer Ir. J.G-, van Niftrik, die landelijke
bekendheid heeft verworven en ook diverse malen wordt
genoemd in de boeken van Br. de Jong over "Het Ko
ninkrijk der Hederlanden in de Tweede Wereldoorlog",
als een groot man, die o.a, menig onderduiker de grens
over hielp, om hem of haar aan de greep van de Duitse
bezetters te onttrekken.
Dr. E. Hartel.