Verslag van de Secretaris over het jaar 1977
¥e mochten dan wel als goed voornemen noteren en in
folders als wervend gegeven vermelden, dat onze ge
liefde vereniging jaarlijks drie vier lezingen voor
haar leden organiseert, het jaar 1976 111 zij*1 geheel
overziende, zoals dat toch in een oprecht jaarverslag
gebeuren moet, begrijpen we de gevoelens van de vogel,
staande naast zijn zo ruim geconcipieerde en zo mooi-
voorgevormde nest, starend naar dat eerste en enige
ei. Inderdaad, er is geen ontkomen aan: we hadden dat
jaar maar één lesing,, Eet was wel een heel mooie en
zeer interessante, want ze werd gebracht door een eru
diet en tevens een dichterlijk man, die bovendien nog
over de gave des wocrds beschikt, ons gedacht medelid
Jan Sanders; en de persoon, die hy ten tonele voerde,
was ook niet mis: Besiderius Erasmus Rctierdamensis.
Nu vatten we toch weer de beeldspraak van zojuist
—die we even, qib begrijpelijke redenen, moesten loslaten-
weer op. We moeten ons n.l» niet blindstaren op dat
nest met hst ene ei. Het is een uitzondering. Met wat
genoegen bedenken we, een variant op wat de dichter
Hieronymus van Alphen, naar voren bracht, n.l. dat
hy er niet over inzat, als men staande bij een met nes
ten zo volgeladen boom, twee of drie eitjes miste.
Want zie, het excursie-nest is beter gevuld. In janu
ari bezochten we Tholen: de prachtige Brabantse kerk
daar, het Brabantse stadhuis en de pas gerestaureerde
Gasthuiskapel; in oktober genoten we van een voortref
felijk verzorgde excursie naar Antwerpen, waar we door
de gidsen gebracht werden naar plaatsen, waarvan een
niet- Antwerpenaar geen vermoeden heeft en naar gebou
wen, die iedereen vaak en graag bezoekt, maar die tot
nieuw en ryker leven gebracht werden door het smeuige,
vaardige woord van die lieve, Antwerpse mensen.
Goed, dat was dan een nest, waarin we meer troffen,
dan we mochten verhopen. Maar reeds voer ik naar het
volgende: dat van onze publicaties; wat daarin ligt,
9.
mag er waarachtig ook wel wezen.
Mochten we U in het begin van het jaar verrassen met
een interessant werkje over de Sint-Jacobskapel aan de
Vismarkt, op het eind van het jaar presenteerden we U
de geschiedenis van de twee prachtig gerestaureerde
huizen "Be Draeck" en "Be Scherminckel"
Wat deze publicatie betreft, willen we IJ de lofwaardige
woorden, die in Brabants Heem,29ste jaargang, 1977»
nr. 1, afgedrukt stonden, niet onthouden:
"Het is een rijk boekje, zowel wat tekst als illustratie
betreft
Be inhoud omvat drie onderwerpen: Eigenaren en bewoners
van Braeck en Scherminckel, Bouwgeschiedenis van beide
huizen en Putvondsten achter deze gebouwen. Een feli
citatie aan het bestuur van de Kring met deze fraaie
uitgave is wel op zijn plaats".
Einde citaat.
Zoals we al eens schreven: deze lofprijzing geven we-
graag door aan de schrijvers, leden van de nauw met ons
samendoende archeologische werkgroep: In den Scherminc
kel.
Voor de goede orde moeten we ook even op het mini-nest
je wijzen, met twee mini-productjes daarin.
Na U aldus getoond te hebben, wat tussen de takken -in
het voor allen zichtbare gedeelte- van onze boom te
vinden was, wil ik IJ even opmerkzaam maken op onder
huidse stromen, op zaken waar U een vermoeden, maar
nog geen zekere weet van hebt.
Baar was aan het gesprek, dat we 13 januari voerden met
het bestuur van de Oudheidkundige Kring "Be Ghulden
Roos" van onze zusterstad Roosendaal.
Eet verslag daarover neem ik uit het gelijknamige jaar
boek, no. 36, 1976, van deze Kring:
"In januari hadden wij een samenkomst met het bestuur
van de Oudheidkundige Kring Het Markiezaat te Bergen
op Zoom, die ons had gevraagd, te onderzoeken of wij
mogelijk tot samenwerking kunnen komen voor het uit
voeren van een jaarboek. Zonder enige onvriendelijkheid,