QR
De Waterschans nr. 4 1993
Rodekruiswagen in de bevrijdingsoptocht op 31 augustus 1945.
met namen van getroffenen en
vermisten, terwijl koeriers als post
bode fungeerden voor het over
brengen van berichten.
3.12. mijnengevaar
Een van de naweeën van de bevrij
ding vormden de her en der ver
spreid liggende mijnen. Nergens
liep men veilig en natuurlijk ge
beurden er ongelukken. Op 30 ok
tober was het al mis. Dicht bij Villa
Nova aan het begin van de Halster-
seweg trapte Piet van de Horst Lin-
ders, vader van drie kinderen, op
een mijn. Hem werd een been afge
rukt en zijn vrouw raakte eveneens
gewond. Een Canadees snelde te
hulp, trapte daarbij op een mijn en
was op slag dood. Vader Linders
overleed op 4 januari 1945.24 In
de bewaarschool aan de Klooster
straat richtte het Rode Kruis een
mortuarium in. Weldra lagen daar
meerdere doden opgebaard. De
bevrijding kostte 24 Bergenaren
het leven, terwijl er 70 verwondin
gen opliepen.
Kole vertelt in zijn verslag hoe een
man op 6 november verongelukte
in een mijnenveld bij de Wouwse-
weg. Duijvelaar en wachtmeester
Van den Hout verleenden hulp,
terwijl pastoor Stallaert klaar stond
om zo nodig geestelijke bijstand te
verstrekken. Met groot gevaar voor
eigen leven en met groot overleg
verlosten Duijvelaar en Van den
Hout de man uit zijn benarde posi
tie. Om de gewonde te bereiken
moesten ze wel ettelijke mijnen
met een haak opzij schuiven en
heel voorzichtig om andere heen
stappen. De pastoor getuigde later:
'Het moedig gedrag van beiden
verdient inderdaad den hoogsten
lof'.
Dokter Kole vertelt verder: 'Mede
in mijn bezit is een schrijven van de
ouders van een doodelijk veronge
lukte jongen, die in de omgeving
van de stad op een mijn liep. Een
tweetal Roode Kruismannen heeft
de deelen van het lijk met groot ge
vaar uit het mijnenveld weten te
halen, en verder voor het vervoer
hiervan zorg gedragen'. Bertus
Duijvelaar groeide uit tot een ex
pert bij ongevallen met landmij
nen. Hij overleefde gelukkig alle
hachelijke operaties en mocht de
leeftijd bereiken van 81 jaar. Zijn
vrouw, de ons reeds bekende
Leun Acda, leeft nog.
Het Rode Kruis belastte zich ook
met het opsporen en thuisbrengen
van gewonden die in de voorbije
weken naar een ziekenhuis in Ant
werpen waren overgebracht. Van
der Kreek had een motor en reed
menig keertje naar de Scheldestad.
Hij bracht tevens difterieserum
mee voor het Bergse ziekenhuis.
Op zijn laatste tocht kreeg hij een
ongeluk, maar dat liep vrij gunstig
af. Even zag het er naar uit, dat de
afdeling Bergen op Zoom zou wor
den ingeschakeld in Lepelstraat en
Steenbergen, plaatsen waar de ge
vechten enkele dagen langer duur
den. Men was al bezig met het in
richten van het Markiezenhof voor
gewonden en daklozen uit de
Noordwesthoek, maar dat was niet
nodig. Steenbergen kon zelf de
problemen aan.
Tenslotte bleek dat geen enkel lid
van het Bergse Rode Kruis was
omgekomen. Ook de vergeten
Leun Acda was terug in de stad.
3.13. de terreur van de V-I en de
V-ll
De eerste V-l op Bergs grondge
bied viel bij het Groenewoud. Hij
richtte weinig schade aan, maar
luidde wel een nieuwe periode van
angst en vrees in en dat zo kort na
de vreugde van de bevrijding. Op
zondag 25 februari 1945 was het
mis. Een V-l kwam neer op de
brandweerkazerne in de Van de
Rijtstraat. Een heel huizenblok ging
tegen de grond op de plaats waar
nu het V en D-gebouw staat. Er
waren tien doden en veel gewon
den. Het Rode Kruis was snel
ter plaatse en kweet zich uitstekend
van zijn taak.
In West-Brabant vielen er in die tijd
talrijke V-I's en een enkele V-2. Ze
waren in hoofdzaak bedoeld voor
Antwerpen om alsnog de haven
onbruikbaar te maken. Veel V-1's
bereikten hun doel niet. omdat ze
door afweergeschut en vliegtuigen
omlaag werden gehaald. Het ang
stige was dat zo'n aangeschoten V-
1 ergens lukraak neerstortte en
daar ontplofte. Op de V-2 hadden
de geallieerden geen antwoord. Hij
was sneller dan het geluid en vloog
onbereikbaar hoog. Gelukkig had
Hitier er niet zoveel van.
Op 1 maart was het weer raak. Om
tien uur in de voormiddag kwam
een V-l neer in de Burgemeester
Van Hasseltstraat op een rij wonin
gen. Er vielen 23 doden te betreu
ren en er waren zo'n 300 gewon
den. Rode Kruis, EHBO, politie,
hulp van alle kanten. Aan de vele
daklozen werd eveneens zorg
besteed. Op de plaats des onheils
verrees later een politiebureau.
Naarmate de geallieerden in 1945
verder oprukten nam de terreur
van de vergeldingswapens af.
Kole eindigt zijn rapport met de lijst
van namen van zijn kolonneleden.
Ze verdienen het, in de annalen
van het Bergse Rode Kruis met ere
vermeld te worden. Jammer is, dat
de verrichtingen van de rodekruis-
helpsters minder aandacht krijgen,
want ook van hen mag men getui
gen: er is iets groots verricht.
In 1949 ontving het kolonnekorps
in zijn geheel de hoogste onder
scheiding die het Rode Kruis kent:
het kruis van verdienste en dit als
enige kolonne in Noord-Brabant.
Een persoonlijke onderscheiding
was er voor A. Duijvelaar en
chauffeur H. van Houten. Ook zij
ontvingen het kruis van verdienste.
De medaille van verdienste in zilver
was voor dokter Kole en ploeg-
commandant Van der Kreek, ter-
De Waterschans nr. 4 1 993
wijl H.J. de Koning (posthuum), J.
van Baal, W. Besling, C. Dries,
B.J. Gieles, H. Kwaaitaal, A.
Noordhuizen plus de twee mare
chaussees G. van Rees en A.
Stoelhorst met brons werden
geëerd. De plechtige uitreiking had
plaats in Den Bosch op 27 augus
tus door de kringcommissaris
A.G.J.M.F. van der Kroon.25
3.14. Zuid helpt Noord
De eerste tijd na de bevrijding werd
het Rode Kruis bij heel wat aktivi-
teiten betrokken, te veel om uit
voerig bij stil te staan. Zo hielp het
mee aan de voorbereiding van de
bevrijding van het noorden. Maar
liefst 27 leden van de kolonne en
zes verpleegsters/helpsters gaven
zich op om mee te trekken over de
grote rivieren om te assisteren bij
het rodekruiswerk aldaar. De Berg
se afdeling hielp eveneens bij het
verzamelen en verzenden van kle
ding en voedsel naar het noodlij
dende noorden, ondanks de ar
moede thuis. Bergen op Zoom
ontfermde zich over de plaatsen
Dordrecht, Dubbeldam, Zwijn-
drecht, Hendrik Ido Ambacht, Rid
derkerk en de Alblasserwaard
(zonder Gorkum), alles bij elkaar
circa 185.000 inwoners tellende.
Een schip met levensmiddelen en
pakketten voor moeders van 0-
jarigen en aanstaande moeders
voer die kant uit.
In het archief liggen dankbrieven
van bijvoorbeeld het personeel van
de Dordtsche Industrie- en huis
houdschool en van de keukenlei
der van Papendrecht. De laatste
was verrast met duizend kilo peul
vruchten.26
Ook deed het Bergse Rode Kruis
mee aan de H.A.R.K., de Hulpac
tie Rode Kruis. Hoofdtaak van de
ze organisatie was het zo eerlijk
mogelijk verdelen van de hulp die
uit het buitenland kwam. Een an
der comité, 'HEEMVAART' ge
naamd, belastte zich met het ver
schaffen van stoffelijke en geestelij
ke hulp aan mensen die terugkeer
den uit een onvrijwillige balling
schap. Dat waren er heel wat en
meerderen hadden ellendige erva
ringen opgedaan. Het Rode Kruis
droeg ook in dit comité zijn steentje
bij. Een enkele keer werd het de
Bergse bevolking te machtig, al dat
bedelen om bijdragen. Toen
HARK in mei 1945 weer eens om
kleding en levensmiddelen vroeg,
reageerden velen verontwaardigd.
De kleerkasten waren al driemaal
'afgeroomd' en wat het voedsel be
trof waren de rantsoenen in mei
minder dan in januari 1945. Men
voelde zich kennelijk over
vraagd.27
Soms was er wat uit te delen in
eigen kring of stad. Zo ontving het
Rode Kruis in april 1945 11.530
eieren voor de 'armlastigen' van
Bergen op Zoom. Natuurlijk ver
liep de uitdeling niet geheel pro
bleemloos.
Een andere keer waren er pakjes
tabak voor de leden van de kolon
ne.
Het Rode Kruis was verder aktief
betrokken bij het uitbesteden van
kinderen voor enige tijd in Enge
land, kinderen die behoefte had
den aan versterkende middelen en
ontspanning. Die kregen ze in En
gelse vakantiekampen.
Op de ledenvergadering van 7 mei
1946 in het rodekruisgebouw Gro
te Markt 13, de eerste algemene
vergadering na de bevrijding, me
moreerde voorzitter Dr. H. Blom
van Assendelft in zijn openings
woord 'de verrichtingen der leden
der transportcolonne, de helpsters,
de bloedtransfusiedienst en chirur
gische dienst'. Jammer genoeg
was alleen het bestuur aanwezig.
Eveneens een blijk van waardering
mag men zien in de verdubbeling
van het aantal leden van 600 in
1944 naar 1200 in 1946. Voor uit
zending naar Oost-Indië (Indone
sië) bleek bij de rodekruishelpsters
geen animo. Aan de heren is voor
zover uit de notulen blijkt niets ge
vraagd.25
Canadese tank voor hotel De Draak. Let op de rodekruisviag op de hoek
Grote Markt - St. Annastraat, waar de centrale commandopost van het
Rode Kruis was gevestigd.