10
11
De Waterschans nr. 1 1995
komt, dat de politie de voorschrif
ten welke ze van bovenaf krijgt
overdreven nauwkeurig uitvoert en
er wel meer uit haalt dan er in
staat. Besloten wordt dat de geeste
lijk adviseur (toen kapelaan Lig-
thart) zich naar de Bisschop zal
begeven en deze de overwegingen
van het Bestuur voorlegt en een
voorschrift vraagt.' Ook de Bergse
politie blonk blijkbaar niet uit door
resolute standvastigheid. Maar nog
eens: 1942 of 1995, het maakt wel
enig verschil. Directeur Vlekke zag
de nabije toekomst erg somber:
'Men mag er gerust op rekenen dat
het bestaan der katholieke leeszalen
in groot gevaar verkeert'. Voorlopig
liep het persoonlijk bestaan van
Vlekke meer gevaar, maar dat wist
hij op dat moment nog niet. Wat
het bordje betreft: het werd niet
opgehangen met als gevolg dat twee
weken later een agent van politie de
bibliotheek binnenkwam om zelf
het bordje aan te brengen. Mejuf
frouw Van de Kerkhoff had aan
stonds kontakt opgenomen met haar
collega's te Breda, Nijmegen en
Eindhoven. Die vertelden haar 'dat
het ophangen van bedoeld plaatje
niet wordt vereist als in de leeszaal
komt te hangen het opschrift: 'Al
leen toegankelijk voor leden'. Het
bestuur besloot om in Den Haag na
te vragen of bij niet ophangen de
subsidie werd ingehouden. Was het
antwoord gunstig dan zou men de
Bergse commissaris van politie
voorstellen op gelijke wijze te
mogen handelen als in andere
plaatsen. Zou het antwoord ongun
stig zijn, dan wilde men zich wen
den tot de bisschop van Breda voor
het vinden van een oplossing. Hoe
liep dat af? Daarover zwijgen de
bronnen helaas.
4. Bestuursleden worden opgesloten
Op 10 augustus 1942 riep de voor
zitter het bestuur en mejuffrouw R.
van de Kerkhof bijeen 'wegens de
afwezigheid van de directeur'.
Geheel onverwacht was hij gearre
steerd. De reden wordt niet ver
meld, althans niet in de notulen.
Als leraar Nederlands gaf hij wel
eens blijk van zijn anti-Duitse
gevoelens. In het gedenkboek van
het Mollerlyceum bij het 75 jarig
bestaan van de school vertelt Harry
De heer J.P.M. Vlekke (foto: GAB).
Stalpers daarover het een en ander.
De latere directeur van de Bergse
muziekschool was in 1942 leerling
van de derde klas HBS en kreeg les
van Vlekke. We geven hem even
het woord: 'Jan Vlekke gaf les toen
een groep Duitse officieren en
soldaten luid zingend voorbij trok.
Hij maakte een of andere denigre
rende opmerking en liet de ramen
sluiten. Daags daarna stond de
Grüne Polizei voor de klas. Vlekke
werd uit de docentenkamer gehaald
en ook de klas binnengebracht. Of
het waar was dat de heer Vlekke
een denigrerende opmerking had
gemaakt? Nee, zeiden wij, en we
stelden ons als één blok op. Toch
moet hij door iemand aangebracht
zijn. Het liep met een sisser af (In
'Een kind van z'n tijd' p.30). De
Sicherheitsdienst greep Vlekke toch
nog hetzelfde jaar. Reden voor het
bestuur om op 10 augustus een
spoedvergadering te houden. Mejuf
frouw Van de Kerkhof kreeg de
taak van waarnemend directrice.
Vlekke was niet de enige van het
Moller die werd opgepakt. De
Duitsers voerden ook de directeur
drs. J. Smits weg en tegelijkertijd
verdween ir. W. Bogaers, bestuurs
lid sinds 1936. De periode van
arrest duurde voor de beide be
stuursleden gelukkig niet zo lang.
Op 25 maart 1943 kon voorzitter
Asselbergs hen welkom heten op de
bestuursvergadering van die dag.
Vlekke was niet terug, maar mejuf
frouw Van de Kerkhof verving hem
op voortreffelijke wijze. Het be
stuur honoreerde dat met een vol
waardig directeurssalaris, fl.800 per
jaar met mgang van 1 januari 1943.
5. De directeur komt terug, maar
brengt een probleem mee
Enkele dagen voor Kerstmis '43
kwam het blijde bericht dat direc
teur J.P.M. Vlekke na een gijzeling
van bijna anderhalf jaar in zijn
gezin was teruggekeerd. Omdat zijn
gezondheid had geleden gaf het
bestuur hem een half jaar verlof.
De Waterschans nr. 1 1995
Daarmee schoof het een probleem
voor zich uit, want intussen had een
bevoegde directrice bewezen de
leiding van de r.k. OBL van Bergen
op Zoom goed aan te kunnen.
Moest ze nu wijken voor de heer
Vlekke, bij wie de leiding eveneens
in goede handen was, maar die niet
het vereiste diploma bezat? En haar
salaris? Weer terug naar 1942? Op
de eerste vergadering van het nieu
we jaar (8-1-44) stond de kwestie
op de agenda.
Het grootste bezwaar dat het be
stuur tegen Vlekke had was zijn
afwezigheid gedurende een groot
deel van de dag. Dat ging echt niet
meer. Anderzijds wilde men de
directeur in financieel opzicht niets
tekort doen. Gelukkig zat het toen
met het geld wat gunstiger. In
overleg met dr. Molhuysen gaf men
Vlekke een nieuwe functie: tech
nisch adviseur met behoud van zijn
vroegere salaris, zijnde f840 per
jaar. Hij moest daarvoor een aantal
uren op de leeszaal aanwezig zijn
evenals vroeger en een avond in de
week de uitleen bedienen. Verder
moest hij de directrice helpen bij
het beoordelen van nieuwe boeken
en dan binnen veertien dagen zijn
advies geven. Het beheer van de
financiën en de administratie kwam
aan de directrice, ook het aanschaf-
fingsbeleid. Toch werkte de rege
ling niet goed. Vlekke hield er zich
slecht aan. Na enige tijd kreeg hij
een nieuwe instructie, waardoor zijn
activiteiten werden beperkt tot
advies uitbrengen over nieuwe
publicaties. Zijn salaris veranderde
in wachtgeld van f420 per jaar en
dat ontving hij tot 1 augustus 1951.
Intussen deed het gebrek aan ruimte
zich steeds meer voelen, maar de
invasie en de bevrijding met alle
gevolgen vandien eisten voorlopig
alle aandacht op. In een kort over
zicht van de katholieke leeszaal van
Bergen op Zoom, opgesteld in 1945
en aangehaald door Schneider (p.
184) staat het volgende: 'Door
oorlogsschade en laksheid ging een
vrij groot aantal boeken verloren.
Geen enkele instantie voélde zich
geroepen de boeken die in huizen
van NSB-ers lagen, aan de leeszaal
terug te geven. De slijtage der
boeken is enorm geweest.' Laksheid
van wie?
6. Terug naar normaal 1945-1950
'De vrede en de terugkeer tot meer
normale verhoudingen hebben een
terugslag gebracht in de overmatige
belangstelling tijdens de oorlogsja
ren'. Aldus het verslag van de r.k.
OLB over 1945. Met ingang van 1
juli 1945 vertrok de directrice naar
Breda. Het duurde drie maanden
voordat er een opvolgster was,
mejuffrouw E.M Jansen. Tijdens
het directieloze tijdperk nam mejuf
frouw Asselbergs de honneurs waar.
Het was ook in 1945 dat het be
stuur versterkt werd met een vrou
welijk lid, namelijk mevrouw
Th.M. Grosfeld-van Balen. Het zou
een waardevolle aanwinst blijken.
Het jaar na de bevrijding konden
267 boeken worden aangeschaft.
Het bezoek aan de leeszaal nam af
wegens gebrek aan voldoende
goede tijdschriften en door de kou
in de leeszaal. In 1947 voerde de
regering salarisschalen in voor het
personeel. Dat was een aanzienlijke
verbetering, want er was sprake van
onderbetaling, hetgeen mede ver
klaart dat het zo moeilijk was om
aan bevoegde krachten te komen.
Het betekende ook dat de post
salarissen op de begroting fors
hoger uitviel, zeker als men in acht
neemt dat er steeds meer sociale
premies moesten worden opge
bracht. Men mocht verwachten dat
de subsidies in gelijke mate zouden
stijgen als de uitgaven, maar dat
was nou niet het geval met als
gevolg natuurlijk dat de OLB-be-
sturen in financiële problemen
verzeild raakten.
7. De katholieke OLB op zoek naar
ruimte
Nog voor de bevrijding trachtte het
bestuur een potje te reserveren voor
een ander gebouw. In de Kortemee-
straat was het geen doen meer, je
kon er geen kanten uit. Er kwamen
meerdere voorstellen: 'Het Swaentje'
in de Blauwehandstraat? Was niet
vrij. Het Thaliacomplex op de
Parade? De N.V. Thalia wilde het
gebouw niet kwijt. Het pand aan de
zuidzijde van de Markt recht tegen
over het stadhuis? Niet genoeg geld
daarvoor. De 'school van Brogtrop'
in de Engelsestraat? De familie
vroeg veel te veel. Een geldinzame
ling in 1945 mislukte. Alleen de
moderator kapelaan J. Sweere
bracht f550 bijeen. Zo sneuvelden
alle verhuisplannen. Dan maar
sleutelen aan het pand Kortemee-
straat. In 1948 kreeg het gebouw
een aparte afdeling voor de jeugd.
Dat was een mooie verbetering:
meer belangstelling van de minder
jarigen en meer ruimte voor de
volwassenen. Op 11 augustus had
de opening plaats. Vier jaren later
kwam er voor de jeugd een eigen
leeszaaltje, aantrekkelijk ingericht
met een kleurige tafel, vaste stoel
tjes, kasten met boeken en rekken
met tijdschriften. De afdeling telde
reeds 700 leden.
IV. De magere jaren vijftig
1. Faillissement of sluiting van de
katholieke OLB?
De verbetering van de salarissen
had als schaduwzijde de verslechte
ring van de financiële positie van
de OLB's, omdat de kloof tussen
salarispost en subsidie alsmaar
breder werd. Ter illustratie van het
geldtekort een stukje uit de notulen
van 13 mei 1952 van de katholieke
OLB: 'Dan krijgen de financiën een
beurt. De post verwarming en
verlichting is in 1951 veel hoger
geweest dan vroeger. Oorzaak: de
conciërge heeft een tropisch aquari
um. Besloten wordt dat de directri
ce hem zal zeggen matiging te
betrachten. Er over vallen zullen we
niet, omdat het onderhoud prima is,
wat thans bijna niet meer te berei
ken is, noch in particuliere noch in
openbare gebouwen'. Over zuinig
heid gesproken! Meer contributie
betekende steevast minder leden.
Geleidelijkaan deed men wel wat
aan de contributie, maar de meerop
brengst viel altijd tegen vanwege
het verlies van leden voor wie het
te duur werd. De sluitpost bij een
bibliotheekbegroting vormen de
boeken. Te weinig nieuwe boeken
doet echter afbreuk aan de aantrek
kingskracht van leeszaal en biblio
theek. In de jaren vijftig zette het
interingsproces flink door. De heer
Leclerc, aangetrokken als admini
strateur voor f500 per jaar, moest in
1956 constateren dat het tekort
zorgwekkend was. De voorzitter
had gelobbyd bij burgemeester
Eikhuizen van Halsteren en bij de
voorzitter van de grootste fractie in