De Grote kerk te Breda
De Waterschans nr. 3 1998
Door: drs. GA Huijbregts
In onze museumrubriek vragen we
deze keer aandacht voor een kerk
gebouw, maar dan wel een dat als
een museum mag gelden. Dit kan
van meerdere kerken worden ge
zegd, denk maar aan bijvoorbeeld
Antwerpen. En wat te zeggen van
onze eigen Grote Kerk? Zijn de
fraaie grafmonumenten alleen al
niet een bezoek waard? Waarom
dan nu de Grote Kerk van Breda?
Daar is een bijzondere reden voor.
Op een historisch en esthetisch
verantwoorde wijze is na een gron
dige voorbereiding de jongste res
tauratie van dit middeleeuwse ge
bouw vakkundig uitgevoerd en na
drie jaar voltooid. Het resultaat is
werkelijk verbluffend.
Iets over de geschiedenis van het ge
bouw
De eerste vermelding dat er in
Breda een kerk staat is van 1269.
Hoe lang die kerk er toen al stond
en hoeveel kerken er voor deze
hadden gestaan, is niet bekend. Het
gebouw waar we nu naar kijken, is
grotendeels opgetrokken in de vijf
tiende en de zestiende eeuw. Het
gold als voltooid in 1538. In dat
jaar kwam de kooromgang (de
wandelgang rond het priesterkoor)
klaar. Natuurlijk was de kerk een
product van zijn tijd en zijn plaats
en dat betekent dat we te maken
hebben met een bouwwerk dat ge-
rekend wordt tot de Brabantse go
tiek. Door blikseminslag verloor de
toren zijn spits en wat er voor in de
plaats kwam, harmonieert iets min
der met het gotische lijnenspel. Dat
neemt niet weg dat de toren fraai
genoeg is om het kenteken of sym
bool van de stad te worden. Het
oorspronkelijk karakter van het mo
nument is goed bewaard gebleven.
Geen barokaltaren (hoe mooi die
overigens ook kunnen zijn), geen
uitbreidingen ten koste van de oor
spronkelijke verhoudingen en geen
restauraties die de originele opzet
geweld hebben aangedaan. Er is in
de loop der tijden heel wat geres
taureerd en dat was nodig. Niet al
leen de bekende tand des tijds
deed zijn sloopwerk, de mens gaat
evenmin vrijuit. In augustus 1566
spaarden de beeldenstormers de
kerk niet. Drie dagen lang is er ver
nield en gebroken. In de daarop
volgende Tachtigjarige Oorlog ver
anderde het kerkgebouw bij elke
inname van de stad, dus in 1577,
1581, 1590, 1625 en 1637, van eige
naar. De perioden dat de katholie
ken de kerk weer in handen had
den, waren te kort en de tijden te
slecht om de aangebrachte schade
te herstellen. Na 1637 kwam de
kerk voorgoed in handen van de
hervormden. De muurschilderin
gen verdwenen onder een laag kalk.
Er volgden nog meer slechte tijden.
In 1793 en 1795 bezetten Franse
soldaten Breda. Door geen enkel
begrip voor kunst of cultuur ge
remd gebruikten ze de kerkgebou
wen bij voorkeur voor het onder
brengen van soldaten, het stallen
van paarden en het opslaan van ge-
requireerde goederen. Wat over
bleef, laat zich raden. De Franse
Tijd (1795-1815) was bovendien in
economisch opzicht een crisistijd,
zodat ook toen de middelen ont
braken voor duurzaam herstel. Er
ger nog, doordat de soldaten zoveel
mogelijk lood en andere elementen
van waarde hadden gestolen, kwam
de slijtage in een soort stroomver
snelling.
In de negentiende eeuw kwam er
een keer ten goede. De Romantiek
had een zwak voor de Middeleeu
wen in het algemeen en voor de
gotiek in het bijzonder. Dat stimu
leerde de restauratieprocessen.
Heel wat kerken, ook in Frankrijk,
werden zoveel mogelijk in de oor
spronkelijke staat teiruggebracht.
De Bredase kerk bleek echter in
onze eeuw opnieuw aan een res
tauratie toe te zijn. Voor en na de
Tweede Wereldoorlog is er heel wat
aan gewerkt. Maar nog bleek het
onvoldoende, zodat na een diep
gaand onderzoek door deskundi
gen van verschillende wetenschap
pen het hele gebouw in de afgelo
pen drie jaren grondig is opge
knapt.
In de kerk
Het interieur maakt indruk. Laat
het geheel eens rustig op U inwer
ken en bekijk daarna de afzonder
lijke bezienswaardigheden. Let op
de gewelven van het middenschip,
21 meter boven de vloer. Elke ge
welfschildering is weer iets anders.
Dat geldt evenzeer voor de sluitste
nen. Het fraaie orgel is zonder
meer een blikvanger. Achter in de
kerk leggen foto's met teksten uit
hoe het jongste herstelproces tot
stand is gekomen. Ook een video
licht een en ander toe. De muur
schilderingen die van onder de kal-
klagen tevoorschijn zijn gehaald,
geven enigszins een idee van wat
de middeleeuwse Bredanaar in zijn
kerk kon bewonderen. Een reus
achtige Sint Christoffel of Christop-
horus op de achterwand valt duide
lijk op en dat moest ook want hij
gold als een helper in nood. Een
blik op zijn beeltenis kon al red
ding brengen. Gelukkig had hij zijn
gestalte mee, want hij was een reus
en dankzij een grote afbeelding
kon iedereen hem gemakkelijk
zien. Denk in dit verband aan de
Christoffelschouw in het markie
zenhof van Bergen op Zoom.
110
De Waterschans nr. 3 1998
Entree
Richten we de blik naar het pries
terkoor dan zien we als eerste het
koperen hekwerk. Daarachter staan
rechts en links langs de wand de
koorbanken. De Lieve Vrouwe kerk
was een kapittelkerk evenals die
van Bergen op Zoom en die van
Wouw. Dat wil zeggen dat er meer
dere geestelijken aan verbonden
waren die samen het koorgebed
baden. Het gaf de kerk en de stad
een zekere status.
Het is aardig om de misericordes
van nabij te bekijken. Het zijn de
kleine steunplankjes aan de onder
kant van de zittingen. Ze zijn ver
sierd met beeldhouwwerk maar
nou eens niet met religieuze voor
stellingen. Hier mocht de middel
eeuwse kunstenaar zijn fantasie uit
leven. We zien er soms de meest
merkwaardige wezens. In Breda wa
ren enkele misericordes zo ernstig
beschadigd, dat men nieuwe aan
bracht. Ook de eigentijdse kunste
naar kreeg meer vrijheid. Zo zien
we een Poolse soldaat afgebeeld
die een Duitse soldaat krijgsgevan
gen maakt. Het waren namelijk de
Polen die Breda in 1944 bevrijdden.
Wie verder speurt, zal een modem
voertuig ontdekken.
Ook het exterieur van de gotische
kerk leende zich voor dergelijke
fantasieën, zoals de waterspuwers
en de figuren op de luchtbogen.
Mooie voorbeelden in dit opzicht
heeft de St. Jan van Den Bosch.
Een prachtig mausoleum
Het belangrijkste kunstwerk in de
kerk van Breda is ongetwijfeld het
grafmonument in de Prinsenkapel,
opgericht voor Engelbrecht II,
graaf van Nassau en heer van
Breda. In 1504 overleed hij en zijn
opvolger graaf Hendrik III (1504-
1538) liet dit monument voor zijn
oom oprichten. Het is wel zo mooi,
dat men lange tijd meende: 'Dat
kan alleen Michelangelo gemaakt
hebben'. Historisch onderzoek
wees uit dal dat niet het geval is.
Wie was dan wel de schepper?
Hendrik III was een kunstzinnig
man en hij liet zijn woning, het kas
teel van Breda (de huidige KMA),
moderniseren. Daarvoor trok hij
een architect uit Italië aan, name
lijk Tomasso Vincidor da Bologna.
Die introduceerde de renaissance
bouwstijl in de Noordelijke Neder
landen. Hij is ook wel eens ge
noemd als de maker van het mau
soleum, maar de bewijzen daarvoor
111
De Grote kerk te Breda
18 Mi
3 o 29
1 Joriskapel
2 Memento-mori-steen
3 Doopkapel met doopuont
4 Muurschildering St. Christojfel
5 Heilig Grajkapel
6 Epitaa/Van Assendeljt
7 Grafuan een onbekende
8 Muurschildering Maria Boodschap
g Grafmonument Jan ran Polanen 1
10 Grafmonument Engelbrecht I uan
Nassau
11 EpitaafVan Froenhuijsen
12 Koorhek Prinsenkapel
13 Prinsenkapel of grajkapel Nassau
14 Drieluik Heilig Kruis uan jan uan
Scorel
15 Grajmonumentjan uan Polanen II
16 EpitaajVan Dendermonde
17 Grafmonument Van Renesse
18 EpitaafVierling
tg Rouiubord
20 Epitaa/Van Huiten
21 EpitaafDe Biest
22 Nieruaartkapel
23 Muurschildering Goede en Slechte
Gebed
24 Muurschildering Lakenkopersgilde
25 Koorhek
26 Hoogkoor
27 Pilaarschildering Jacobus de Mindere
28 Grafplaat Willem uan Galen
2g Preekstoel
30 Prinsenbank
31 Orgel
4/6.2. Plattegrond van de kerk met de belangrijkste bezienswaardigheden.