Boekbespreking
De Waterschans nr. 3 1998
den om bezoekers te boeien en te
infonneren moeten ontstaan. Het
werk van Charles de Mooij is dus
zeker afwisselend en uitdagend.
Een constante in zijn taak is dat hij
de belangen van de historische
poot goed in de gaten moet hou
den. Hij vindt het erg jammer dat
het evenwicht tussen kunst en ge
schiedenis in het Noordbrabants
Museum de laatste jaren verscho
ven is in het nadeel van de historie.
'Overheden en sponsors pronken
liever met kunst want dat geeft
meer status. Dit werkt door in ten
toonstellingen en aankoopbeleid',
aldus De Mooij. Zelf probeert hij
geschiedenis en kunst in zijn ten
toonstellingen te combineren. Hij
wil met kunst de geschiedenis laten
zien en in een historische context
kunst tonen. Al enige tijd is er
sprake van een mogelijke uitbrei
ding van de historische afdeling in
het voonnalige grifFiegebouw aan
de achterzijde van het museum.
'Dit zou de balans van kunst en ge
schiedenis wat meer in evenwicht
brengen'.
De Mooij noemt de belangstelling
vanuit de politiek voor musea in
Brabant matig. 'In Limburg is het
beter, omdat bestuurders daar cul
tuur belangrijker vinden voor de
eigen identiteit. Het opmerkelijke
in onze provincie is dat er heel veel
middelgrote musea zijn en er dus
minder behoefte bestaat om zich
met een 'groot' museum te profile
ren', meent De Mooij. Overigens
noemt Charles de relatie met de
provincie zonder meer goed. Over
de stad Den Bosch is hij wat min
der te spreken. 'De gemeente doet
relatief weinig voor het museum.
Vaak wordt gesuggereerd dat het
museum meer toont over de pro
vincie dan over de stad. Hoewel het
bezoekers van buiten de stad Den
Bosch duidelijk opvalt dat de stad
prominent aanwezig is in de re
cente historische afdeling en de
wisselende tentoonstellingen, is het
blijkbaar nog steeds niet genoeg
naar de zin van de gemeente'.
Ons lieve Heer op solder
Acht jaar geleden begon Charles
de Mooij aan zijn proefschrift. Het
resultaat: een dikke pil van ruim
700 bladzijden. Op de vraag waar
om hij aan dit tijdrovende karwei
begon, van zijn vrouw en kinderen
kreeg hij de bijnaam 'Ons Lieve
Heer op Solder', krijgen we een
drieledig antwoord. Ten eerste wil
de ik graag het materiaal van mijn
doctoraalonderzoek verder benut
ten'. Geboren en getogen in Bergen
op Zoom had Charles deze stad als
uitgangspunt genomen voor zijn
doctoraalscriptie over de omwente
ling van 1795. Deze scriptie ver
scheen in 1981 onder de titel Over
Aristocraten, Keezen en Preekstoels
Klimmers. Voorgeschiedenis en tot
standbrenging van de omwenteling
van 1795 te Bergen op Zoom als bij
drage in de reeks van de stichting
Zuidelijk Historisch Contact. Dit
vormde een goede basis om ook de
voorgeschiedenis te onderzoeken.
Ten tweede wilde hij graag met on
derzoek verdergaan, nadat hij in
1986 conservator was geworden.
'Hoewel het werk veel uitdagingen
bood en biedt, kon ik mijn weten
schappelijke ei in het museale werk
niet helemaal kwijt'.
En ten derde had hij al een paar
aanzetten hiertoe gedaan nadat hij
uit het leger was afgezwaaid. Een
vaste baan als leraar lag toen niet
voor het oprapen en het onderzoek
vormde een goede leidraad in de
perioden tussen het vervangen van
andere leerkrachten. 'Je valt dan
toch in een soort gat'. Zo maakte
hij een reconstructie van de schuil
kerk van Bergen op Zoom en pro
beerde hij na te gaan wat de gevol
gen van de belegering van Bergen
op Zoom in 1747 waren voor de sa
menleving. Toen dacht hij ook nog
niet aan promoveren: 'Eigenlijk
wilde ik gewoon een boek schrij
ven'.
Grand old man Slootmans
Het onderzoek naar de gevolgen
van de belegering van 1747 bracht
verrassende gezichtspunten met
zich mee. Grand old man Sloot-
mans was ervan uitgegaan dat Ber
gen op Zoom zijn hoogtepunt had
beleefd in de vijftiende eeuw en dat
de stad in de zeventiende eeuw al
leen nog maar een flauwe afspiege
ling hiervan was. Er waren echter
talrijke aanwijzingen dat dit anders
lag. 'Zo kon ik aan het florerende
nijverheids- en kunstbedrijf, door
bijvoorbeeld het aantal schilders
en zilversmeden te tellen, aflezen
dat Bergen in ieder geval tot 1645
veel welvarender was dan in de zo
befaamde Middeleeuwen', aldus
De Mooij.
Belangrijker nog waren de discre
panties die De Mooij's demogra
fisch onderzoek naar Bergen op
Zoom opleverde vergeleken met de
oudere geschiedschrijving. Terwijl
de zeventiende eeuw duidelijk ge
reformeerd van signatuur was, be
gon deze dominantie al snel na
1700 diepe scheuren te vertonen. In
1795 stond maar liefst 70% van de
bevolking geregistreerd als katho
liek. Een van de acht Bergenaren
huwde in de achttiende eeuw met
iemand met een andere geloofs
overtuiging. Naast de gereformeer
de annenzorg ontstond een katho
lieke versie die beide een eigen
klantenkring hadden. "In feite', ver
telt Charles, 'ontstond in sommige
opzichten toen al een verzuilde sa
menleving'. De Mooij heeft zich
niet bij voorbaat geplaatst op een
zeer kritisch vinkentouw ten op
zichte van het werk van Slootmans.
Diens werk moet geplaatst worden
in de emancipatorische context
van zijn tijd.
In de praktijk heeft De Mooij's stu
die dat relativerende effect wel
doordat het werk breed van opzet
is en het eerste deel gelezen kan
worden ais een stadsgeschiedenis
van Bergen op Zoom waarin insti
tuties, topografie, economie, cul
tuur en bestuurlijke en demografi
sche ontwikkelingen volop en zon
der vooroordelen aan bod komen.
Het tweede deel van het boek be
handelt de doorwerking van de Re
formatie op de instituties en bevol
kingsgroepen en de weerstand erte
gen vanuit diverse geledingen. In
feite vormde Bergen op Zoom een
soort proeftuin voor resoluties op
allerlei gebied en vooral wat de hu-
welijksregels betreft. 'Dit komt voor
een belangrijk deel voort uit het
feit dat de Reformatie in Bergen op
Zoom veel eerder begon dan bij
voorbeeld in Den Bosch: 1580 te
genover 1629', meent De Mooij.
Verzet boden vooral de pastoors
van het platteland rond Bergen op
Zoom.
Het derde deel van de studie gaat
in op de katholieke herleving. Hier
in speelde met name markiezin
Elisabeth van den Bergh omstreeks
1650 een belangrijke rol. Zij had de
macht om belangrijke functionaris
sen op economisch vlak te benoe
men en vaak koos zij katholieken.
Ook in de uitoefening van hun re
ligiositeit gingen de katholieken al
snel niet meer zo discreet te werk.
'Rond 1670 was er nog een schuil
kerk maar het nieuwe kerkgebouw
78
De Waterschans nr. 3 1998
van 1704 was voor iedereen duide
lijk herkenbaar. Het had ook een
rijke inventaris aan kostbaar vaat
werk'.
Anders dan de Meierij
Bergen op Zoom behoorde staat
kundig tot Staats-Brabant en in re
ligieus opzicht tot het bisdom Ant
werpen, maar er kwam geen enkele
bisschop op visitatie. De situatie in
Bergen was door de oriëntatie op
enerzijds Antwerpen en anderzijds
Zeeland en Holland overigens to
taal anders dan in de Meierij. Deze
tweezijdige oriëntatie liep parallel
met de religieuze signatuur van de
Bergse handelaren op de diverse
gebieden: de brouwers en wijnko
pers waren omstreeks 1655 alle
maal katholiek, de turftonners, ha
venarbeiders en handelaren die
handel dreven met Zeeland en
Holland waren gereformeerd. Dit
gold meer in het algemeen voor
het hele havenkwartier. Bij de pot
tenbakkers lagen de zaken ver
deeld: de bazen waren aanvankelijk
zowel katholiek als gereformeerd,
maar vanaf ongeveer 1700 waren
alle bazen gereformeerd en hun ar
beiders katholiek. Het is niet volle
dig duidelijk in hoeverre de enigs
zins pragmatische opstelling van de
handelaren verschilt van die in an
dere Brabantse steden. Overigens
zou een goede vergelijking van Ber
gen op Zoom met steden als Breda
en 's-Hertogenbosch meer in het
algemeen zeer nuttig zijn. Deze
plaatsen hadden duidelijke over
eenkomsten: ze waren belangrijke
centra van bestuur en handel, ze
waren garnizoensplaatsen en ze be
vatten belangrijke gerefonneerde
minderheden. 'Wat de geschied
schrijving betreft is er verbazend
weinig geschreven over Den Bosch
in deze periode. Terwijl er maar
één overzichtsartikel is gepubli
ceerd over de religieus-maatschap
pelijke ontwikkelingen van Den
Bosch, bestaan er veel meer artike
len over bijvoorbeeld Breda', aldus
De Mooij. Wij krijgen de indruk
dat zijn handen jeuken.
Met dank aan de redactie van het
Noordbrabants Historisch Nieuws
blad voor de toestemming dit arti
kel te mogen overnemen. Het be
treffende artikel verscheen in jaar
gang 12, nummer 3, augustus 1998.
Charles de Mooij: Geloof Kan Bergen Verzetten. Reformatie en katholieke herleving te
Bergen op Zoom 1577-1795. Hilversum. 1998. ISBN 90-6550-579-2. 704 pag. 65,-.
Door: drs. GA. Huijbregts
De auteur
Charles C.M. de Mooij is geboren
te Bergen op Zoom in 1957. Van
1975 tot 1981 studeerde hij geschie
denis aan de Rijksuniversiteit van
Utrecht. Nadat hij enkele jaren les
had gegeven aan middelbare scho
len te Etten-Leur, Bergen op Zoom
en Roosendaal, werd hij in 1986
conservator van de historische af
deling van het Noordbrabants Mu
seum te 's-Hertogenbosch. Zijn be
langstelling voor het verleden van
zijn geboortestad bleek reeds eer
der uit publicaties als Over Aristo
craten, Keezen en Preekstoels Klim
mers; voorgeschiedenis en totstand-
brenging van de omwenteling van
1795 te Bergen op Zoom. Tilburg
1981, en Om de vruchten van Gods
berg. De Bergse kerkgenootschappen
en hun conflicten 1795-1814. Bergen
op Zoom 1983.
Op 18 juni van dit jaar promo
veerde De Mooij cum laude aan de
Katholieke Universiteit Nijmegen.
Zijn dissertatie is thans het onder
werp van deze bespreking.
De vraagstelling
De promovendus gaat uit van een
interessante vraagstelling. Hij con
stateert dal Bergen op Zoom in de
late Middeleeuwen een katholieke
stad is; rond 1600 blijken de inwo
ners in meerderheid gereformeerd
te zijn; een eeuw later is dat niet
meer het geval en in 1795 is zelfs
60 a 70 procent van de bevolking
binnen de stadsmuren weer katho
liek. Hoe is dit merkwaardige histo
rische proces te verklaren? Op die
vraag zocht de auteur het ant
woord. De andere Brabantse ste
den zoals Den Bosch en Breda
kennen deze ontwikkeling niet. Zij
waren vóór de Tachtigjarige Oorlog
katholiek en bleven dat ook na de
verovering door Frederik Hendrik,
respectievelijk in 1629 en 1637. Na
tuurlijk is er over de Reformatie al
veel geschreven, ook over de Her
vorming in Bergen op Zoom, maar
nog nooit is er een bevredigende
verklaring gezocht voor de latere
ontwikkelingen op kerkelijk gebied
in deze stad.
79