De Waterschans NR. 4 2002
node bewaard gebleven zijn. Dooi
de inspanning van enkele leden
van de werkgroep genealogie van
onze kring zijn deze lijsten in typo
script en electronisch beschikbaar.
Uit een vergelijking, uitgevoerd
door dr. ir. A. van den Boom en de
auteur, van opeenvolgende jaren
blijkt dat in de jaren 40 en 50 van
de 18e eeuw ongeveer 10% van de
bevolking per jaar wisselde. Dit pa
troon verandert niet in of kort na
het eerder als omineus aangeduide
jaar 1747.
De enige stad in Nederland, die
een vergelijkbare ontwikkeling door
maakte is Nijmegen. Alle andere
steden in Brabant, en voor zo ver
bekend ook in Nederland, zijn het
geloof trouw gebleven dat daar ten
tijde van de Vrede van Munster do
mineerde. In de 19e eeuw wordt de
demografische ontwikkeling van
Bergen op Zoom bepaald door de
opkomst van nieuwe industrieën,
in het bijzonder de ijzergieterijen,
die van het moderne Bergen op
Zoom een industriestad maken.
In dit geschetste historische kader
moet ook de demografische ont
wikkeling van de stad gezien wor
den. In zijn proefschrift 'Geloof
kan Bergen verzetten' wijst dr.
Charles de Mooij op het hoge per
centage huwelijkspartners, dat al
hoewel zij te Bergen op Zoom hu
wen, daar niet geboren is. Met al
leen een blik op dit percentage ver
slaat Bergen op Zoom de migratie-
stad bij uitstek Amsterdam. Boven
genoemd onderzoek van wijklijsten
bevestigt de constatering van De
Mooij dat de 'migratiequote' in
Bergen op Zoom erg hoog lag. Een
mogelijke verklaring zou kunnen
zijn dat in een relatief kleine stad
met een verhoudingsgewijs groot
garnizoen de doorstroom door
overplaatsing van regimenten van
de ene vesting naar de andere sterk
beïnvloed wordt.
Alvorens te proberen de migratie
geschiedenis van enige Bergse fa
milies aan de hand van enkele
voorbeelden te adstrueren wil ik
toch nog enige opmerkingen ma
ken over de integratie van nieuwko
mers in de toenmalige Bergse sa
menleving. Ten eerste valt op dat
een zeer groot aantal van deze
nieuwkomers een gemengd huwe
lijk sloten. Op deze manier werd
een groot aantal van hen onderdeel
van een Bergse familie of zelfs fa
milienetwerk. Daarbij dient ook te
worden opgemerkt dat de cultu-
reel-religieuze achtergrond van de
migranten in deze periode nauw
aansloot bij die van de toenmalige
autochtone Bergse bevolking. Mo
gelijke taalproblemen werden waar
schijnlijk opgelost door het snel
aanleren van de lokale taal, het
Bergs dialekt, dat op haar beurt
weer door deze migratie beïnvloed
werd.
In het tweede deel van dit artikel
zal ik proberen aan de hand van
enkele voorbeelden de verschil
lende vormen van migratie te ad
strueren. Daarbij heb ik mij groten
deels gebaseerd op gepubliceerd
en eigen genealogisch onderzoek.
Militairen
Bergen op Zoom is van 1579 tot
2001 een garnizoensstad geweest
met als gevolg de aanwezigheid van
een altijd weer sterk wisselend gar
nizoen. Dit laatste heeft zijn sporen
nagelaten in de Bergse bevolking.
Steeds huwen militairen een Bergs
meisje, verlaten de dienst en vesti
gen zich in de stad. Anderen wor
den te Bergen op Zoom afgedankt
en blijven vervolgens in de stad
wonen.
De herkomst van deze militairen is
zeer divers. Enkele voorbeelden
zijn: Duitsers (Stubenrauch, Becht-
holz, Schwartzntans, Windweijer,
Bruijs en Lodewijk), Zwitsers (Nie-
derer), Walen (Sio, Sandeling en
mogelijk Crusio) en Fransen (Bil
let). Kortom alle windstreken van
Europa zijn vertegenwoordigd in
deze groep.
Als voorbeeld wil ik nader ingaan
op de familie Bechtholz. Johann
Adam Bechtholz werd in 1752 in
Lauspach in Hessen geboren. Als
militair komt hij uiteindelijk in
Maastricht terecht waar hij in 1787
met de uit Schimmert afkomstige
Maria Catharina Botteliers huwt.
Daarna worden in verschillende
Nederlandse garnizoenssteden kin
deren van dit echtpaar gedoopt. Jo
hann Adam gaat in 1813 met pen
sioen nadat hij als beroepsmilitair
aan de Russische veldtocht van Na
poleon heeft deelgenomen als lid
van het lle regiment infanterie.
Zijn pensioen wordt vastgesteld op
150 francs. Uiteindelijk overlijden
Johann Adam en zijn vrouw bei
den in Bergen op Zoom, hij in
1822, zij in 1834. Genealogisch in
teressant is hun in 1800 te Kampen
geboren zoon Johann Georg, de
grootvader van Janus Disco. Uniek
voor deze familie is dat een deel
van het familiearchief bewaard ge
bleven is door toedoen van eerder
genoemde Janus Disco.
Een tweede voorbeeld is de familie
Lodewijk/Martens. Nicolaas Lode
wijk (geboren te Kevelaer) diende
als tamboer in het regiment van de
Prins van Holstein en was in 1727-
1728 gelegerd te Bergen op Zoom.
In deze periode leerde Nicolaas
zijn latere echtgenote de Bergse
Anna Maria Vermeulen (1707-1756)
kennen. In 1729 neemt hij, gelegerd
te Hulst, ontslag en huwt zijn ge
liefde. Na haar dood hertrouwt hij
in 1758 met Johanna Plack. Zijn
dochter Anna Maria Lodewijk
(1742-1800) volgt het voorbeeld van
haar moeder: ook zij huwt een mi
litair, de uit Maastricht afkomstige
Amoldus Martens (1744-1812).
Aangezien bij het huwelijk vermeld
wordt dat hij toestemming heeft
van de predikant te Willemstad,
suggereert dit dat hij kort voor zijn
huwelijk te Willemstad gelegerd ge
weest is. Opvallend is wel dat zijn
vader in het twee-herige Maastricht
Brabants onderdaan was en hove
nier van beroep was. Een beroep
dat de nakomelingen van dit echt
paar later in Bergen op Zoom ook
weer zullen uitoefenen.
Amoldus Martens was een onder
nemend type. In 1790 koopt hij het
Kleine Hof en de Mersche tuin in
de Goudenbloemstraat. Mogelijk
heeft hij daarvoor reeds de kost ver
diend als uitbater van deze herberg.
In 1798 verkoopt hij de herberg
met toebehoren aan Nicolaas Ma-
letaux. Tijdens de periode dat Ar-
noldus het etablissement uitbaatte
was het niet altijd even rustig. Uit
een reeks verklaringen zijn een
aantal vechtpartijen tussen orangis
ten en patriotten bekend die zich
in deze herberg afspeelden.
Als laatste voorbeeld in deze groep
de familie Bruijs. De stamvader
Herman Bruijs werd geboren in de
Duitse Kevelaer en huwde in 1753
met de Bergse Dina Talboom. Bij
zijn huwelijk wordt vermeld dat hij
soldaat is in het bataillon Walen
van Generaal-Majoor Smitsaert,
gelegerd te Sas van Gent. Herman
wordt niet oud en na haar terug
keer te Bergen op Zoom hertrouwt
Dina Talboom met de kanonier
Embregt Hollander uit Zundert.
Uit deze twee huwelijken heeft
Dina Talboom 2 zonen: Herman
1 76
.iiiiüiiijii:
De Waterschans nr. 4 2002
Bergen op Zoom is van 1579 tot 2001 een garnizoensstad geweest met als gevolg de aanwezigheid van een altijd weer sterk
wisselend garnizoen. Dit laatste heeft zijn sporen nagelaten in de Bergse bevolking. Hier miltairen van de Wilhelminakazerne.
Vissers, schippers en pottenbakkers
onderhouden in deze periode dui
delijk familiebanden. Dit zou aan
de hand van meerdere voorbeelden
nader geïllustreerd kunnen worden.
Pottenbakkers
Twee families vormen de spil van
de Bergse pottenbakkerij in haar
bloeiperiode in de 17e en 18e eeuw:
Augustijn en Wittermaris. De fami
lie Augustijn is een echt Bergse fa
milie; het betreft hier de nakome
lingen van de Bergenaar Augustijn
Adriaens. De familie Wittermans
daarentegen komt oorspronkelijk
van buiten Bergen op Zoom. In
1647 huwt de uit Dordrecht afkom
stige stamvader Adriaen Claesen
Wittermans met Claerken Jans.
Opvallend binnen deze groep fami
lies is dat zij vooral binnen de be
roepsgroep huwen of na hun hu
welijk met een dochter van een
pottenbakker alsnog pottenbakker
worden. Familiebanden speelden
op het eerste gezicht een belang
rijke rol bij het toetreden tot deze
beroepsgroep.
Zoals reeds opgemerkt huwde Jan
van Dort met Elisabeth de Pauw,
de dochter van een pottenbakker.
Kinderen van dit echtpaar worden
Bruijs jr en Adriaan Hollander. Na
de dood van Herman Bruijs jr is
zijn halfbroeder Adriaan Hollander
voogd over zijn kinderen bij de
Bergse hoveniersdochter Dina Larn-
rners. Herman werd daarmee de
stamvader van de hoveniersfamilie
Bruijs.
Protestantse families
Deze groep kan duidelijk onderver
deeld worden in subgroepen. Ik wil
daarbij aan de hand van enige
voorbeelden ook de verschillen
binnen deze groep illustreren.
Schippers en vissers
De bekendste Bergse vissersfamilie
is ongetwijfeld de familie van Dort.
De stamvader Jan Pietersz van
Dort werd rond 1570 te Middel
burg geboren en huwde in 1599 te
Tholen met Maeijken Hendricx.
Dit echtpaar vestigt zich te Bergen
op Zoom. Hun kleinzoon Marinus
Cornelisz van Dort huwde in 1668
met Maria Michielsdr van Reppel.
Haar vader, Michiel Thijssen van
Reppel was bij zijn huwelijk ruiter
onder Mons. De Metz, gelegerd te
Bergen op Zoom.
Langzaam gaat het de familie Van
Dort beter. De kleinzoon van Mari
nus en Maria van Reppel, Jan Cor
nelisz van Dort, maakt carrière als
bestuurslid van het schippersgilde
en brengt het tot Raadslid van de
Zeven Natiën, het hoogste verte
genwoordigde orgaan van de stad
in het Ancien Regime. In deze pe
riode huwt de familie Van Dort
hoofdzakelijk binnen haar lokaal,
Bergs netwerk: Jan huwde met Wil-
helntina van Bommel; zijn broeder
Marinus huwde Elisabeht de Pauw,
de dochter van een bekende pot
tenbakker. Toch huwden enige le
den met duidelijke immigranten,
hetgeen blijkt uit familienamen zo
als Maxwell en Schindler.
Een ander voorbeeld binnen de
groep schippers en vissers is het
echtpaar Willem van den Berg en
Goela Cuijpers. Willem was een
geboren Bergenaar, terwijl de wieg
van Goela in Nijmegen stond. Hun
kleinzoon Pieter van den Berg
huwt in 1834 met Dirkje Neder-
veen, dochter van de Werkendam
mer ventjager Jacob Nederveen en
de Bergse Johanna de Keijzer. Het
beroep ventjager wordt doorgaans
omschreven als een persoon die vis
of andere koopwaar met een schuit
ter markt brengt, een soort varende
SRV-man.
17 7