De Waterschans nr. 4 2002
gaan, maar de magistraat weigerde
daarna om het document van de
ratificatie aan de vergadering van
de betrokken steden te overhandi
gen. Den Bosch wilde toen niet
meer meedoen. Het is niet hele
maal duidelijk waarom de Bergse
magistraat zo moeilijk deed. Kon
men echt niet verkroppen van de
eerste plaats verdrongen te zijn?
Ook deze ronde leverde dus niets
op. Van een verplaatsing van de ze
tel van de Raad van Brabant (het
dagelijks bestuur van het gewest) en
het Hof van Brabant (de hoogste
rechtbankvan het gewest) van Den
Haag naar Den Bosch was evenmin
nog sprake.
8. Succes langs de Maas en Bergen
op Zoom is lastig. 1631-1632
Even leek het erop alsof de Staten-
Generaal het na de verovering van
Den Bosch wat kalmer aan wilden
doen. Er werd flink bezuinigd op
de legeruitgaven, zodat de stadhou
der geen kans zag voor nieuwe ini
tiatieven. Hij had nog zulke grootse
plannen. Het tij leek hem gunstig
om het ideaal van zijn vader te
gaan realiseren: alle Nederlandse
gewesten één in hun verzet tegen
Spanje. Een inval in de Zuidelijke
Nederlanden moest het volk prik
kelen om in opstand te komen en
zich bij het Noorden aan te sluiten.
Je moest dan natuurlijk wel de vrije
uitoefening van de katholieke gods
dienst in het Zuiden garanderen. In
1632 was er weer geld. Het overlo
pen van Hendrik van den Bergh
kwam de prins goed van pas. Hen
drik was de man die in 1629 het
Spaanse leger aanvoerde dat de Ve-
luwe plunderde en Amersfoort be
zette. Maria Elisabeth I Clara van
de Bergh, de rechtmatige markiezin
van Bergen op Zoom, was zijn
nicht. In 1632 nam Hendrik con
tact op met Frederik Hendrik en
beloofde hem Venlo en Roermond
in handen te spelen. De prins ging
op het voorstel in. Dankzij het ver
raad van Van den Bergh veroverde
hij in twee dagen Venlo en voor
Roermond had hij aan één dag al
genoeg. Om het Zuiden zijn goede
wil te tonen, stond hij de katholie
ken van de twee Maassteden vrij
heid van godsdienst toe. De vol
gende stad was Maastricht. Dat ging
minder vlot, maar op 22 augustus
1632 gaf ook deze zeer belangrijke
vesting zich over. De bevolking in
het zuiden hield zich evenwel rustig.
In het najaar van 1632 achtte Ber
gen op Zoom de tijd rijp om maar
weer eens aandacht te vragen voor
de erkenning van Staats-Brabant als
achtste gewest. De magistraat dacht
meer te bereiken door bemiddeling
van Frederik Hendrik, de interim
markies, en stuurde daarom op 11
oktober drossaard Willem van de
Rijt, tevens ritmeester in het leger
van de prins, naar de stadhouder,
maar die reageerde afwijzend. Te
zelfder tijd stuurde het Bossche
stadsbestuur een aparte deputatie
naar de Staten-Generaal met het
verzoek om de Raad van Brabant,
het dagelijks bestuur van het gene
raliteitsland Brabant, over te bren
gen naar Den Bosch.
Begin december stelde de 'hoofd
stad' de andere steden van Staats-
Brabant voor om weer samen te
werken en het stedenoverleg te her
vatten, deze keer in Den Haag. De
Rouck en Van de Rijt reisden naar
de residentiestad, maar weer zon
der de ratificatiestukken. Daardoor
dreigde het overleg al meteen te
mislukken. De andere afgevaardig
den ergerden zich verschrikkelijk
aan de starre houding van Bergen
op Zoom. De kleinere steden klaag
den over de hoge kosten van een
lang verblijf in Den Haag. Pas toen
(27 december) zwichtte de Bergse
magistraat en dankzij een ijlbode
kwamen de onmisbare stukken net
op tijd aan. De Brabantse commis
sie diende twee dagen later bij de
Staten-Generaal officieel het ver
zoek in, om Staats-Brabant als vol
waardig lid tot de Staten-Generaal
toe te laten. Daarna reisden de he
ren langs de hoofdsteden van de
zeven gewestelijke staten, om hun
zaak te bepleiten. De ontvangst was
echter overal vrij koel en met name
Holland en Zeeland wezen het ver
zoek eigenlijk bruut af. Zo mislukte
ook deze poging, de zoveelste ont
goocheling.
9. De laatste fase van de
Tachtigjarige Oorlog 1632-1648.
Na de verovering van Maastricht
wilde de 'Stedendwinger' de inval
in het Zuiden verder doorzetten.
Hij dacht al aan het innemen van
Antwerpen, Brussel Brugge en het
kapersnest Duinkerken. Een op
stand in de Spaanse Nederlanden
zou zijn plannen moeten helpen
realiseren, maar de bevolking re
ageerde niet. De Staten-Generaal
waren trouwens niet zo te spreken
over deze politiek De Hoogmo
gende Heren vonden de kosten van
de strijd erg hoog worden en
daarom wilden ze zich liever beper
ken tot een meer verdedigende tac
tiek Amsterdam was tegen een her
overing van Antwerpen, de oude
concurrent. 'Laat Antwerpen maar
Spaans blijven, dan kunnen wij
doorgaan met het blokkeren van de
Schelde. Dat is voordelig voor onze
handel', moeten de heren gedacht
hebben.
Frederik Hendrik zette zijn kaarten
op Frankrijk Dat land overwon zijn
interne moeilijkheden en maakte
daarna de bestrijding van de
Spaanse en Oostenrijkse Habsbur-
gers tot het hoofddoel van zijn be
leid. Een verovering van de Zuide
lijke Nederlanden samen met de
Republiek paste goed in die poli
tiek In 1635 sloot de Republiek
een verdrag met Frankrijk De twee
staten beloofden elkaar te helpen
tegen Spanje en nooit afzonderlijk
vrede te zullen sluiten. Er kwam
zelfs een plan tot verdeling van de
Spaanse gewesten tot stand. De Re
publiek mocht Brabant en Oost-
Vlaanderen hebben. Frankrijk de
Franssprekende gewesten en West-
Vlaanderen. Nog hetzelfde jaar viel
de prins vanuit Maastricht de Zui
delijke Nederlanden binnen, weer
rekenend op een opstand van de
bevolking, maar alles bleef rustig.
De Staatse troepen veroverden Tie
nen en plunderden de stad op gru
welijke wijze. Daarmee verloor het
Noorden het laatste greintje sympa
thie. De poorters van Bergen op
Zoom zullen wel met belangstelling
de ontwikkelingen aan het krijgs-
front gevolgd hebben, vooral als het
geweld de stad naderde. In 1636
bijvoorbeeld staken Spaanse troe
pen onverwacht in de buurt van de
Dassenberg (tussen Halsteren en
Steenbergen) met boten 't Laag
over en sleepten soldaten en bur
gers in gevangenschap met zich
mee. Veilig was men dus nog lang
niet.
Het jaar daarop besloot Frederik
Hendrik om Breda aan te pakken.
Die stad was toen al weer twaalf
jaar in Spaanse handen. De Baro
nie was een heerlijkheid van de
prins met Breda als hoofdstad; voor
hem een reden temeer, om de Ba-
roniestad te heroveren. Op 6 okto
ber lukte dat.
Twaalf jaar Spaans bewind bete
kende twaalf jaar contrareformatie.
1 94
De Waterschans nr. 4 2002
De Bredanaars waren stevig in hun
katholieke geloof bevestigd. Na
tuurlijk kwamen bestuurszetels en
kerkelijke bezittingen net als bij
Den Bosch weer in protestantse
handen.
De prins werd oud en ziekelijk en
zijn strijdlust nam af. De Staten-
Generaal verlangden in meerder
heid naar vrede. Alleen Utrecht en
Zeeland bleven tegen. Ook in
Spanje begreep men dat de strijd
uitzichtloos was. Dat leidde in
1643 tot vredesbesprekingen. Om
dat de Tachtigjarige Oorlog steeds
meer verward was geraakt in de
Dertigjarige Oorlog en de partijen
ook daar aan vrede toe waren, or
ganiseerden de betrokken regerin
gen een vredescongres in Munster
en Osnabriick Na ruim vier jaar
waren de heren het eens en zo
kwam dan in 1648 de Vrede van
Westfalen tot stand, in onze ge
schiedschrijving meestal genoemd
de Vrede van Munster.
1 95
Ajb.10. Frederik Hendrik op zijn sterfbed, 1647. Prent uit de collectie: Atlas van Stolk, Rotterdam. Overgenomen uit: CA. Tamse
(red.): Nassau en Oranje in de Nederlandse geschiedenis, Alphen aan den Rijn 1979.
Enkele notities over de geraadpleegde
literatuur:
Voor dit hoofdstuk is wederom gebruik ge
maakt van reeds eerder genoemde meer alge
mene werken. Daarnaast heb ik mijn voordeel
gedaan met de volgende monografieën en ar
tikelen.
Voor wat de West Indische Compagnie betreft
o.m. CM Schuiten: Nederlandse expansie in
Latijns Amerika. Brazilië: 1624-1654, Bussum
1968; en W.R. Menkman: De West-Indische
Compagnie, Amsterdam 1947. Voor het beleg
van Spinola (1622) zie o.a.: Korneel Sloot-
mans: Bergen op Zoom, een stad als een huis.
Zaltbommel 1947 (4de herziene druk) p. 49-
53; en RJA van Gils: Bergen op Zoom als mi
litaire stad. Den Haag 1996, p. 19-22. Voor de
verovering van Breda in 1625 en de herovering
daarvan door Frederik Hendrik in 1637 zie
VAM. Beermann e.a.: Geschiedenis van Breda
II. Aspecten van de stedelijke historie 1568-1795,
Schiedam 1977, p.56-69.
Veel bijzonderheden over de waterlinie Ber
gen op Zoom-Willemstad in: J. Sinke: Kroniek
van de Roovere 1628-1993. De Verlaten Schans,
Halsteren 1993 en van dezelfde auteur: Een
opzienbarende vondst in het ARA (Algemeen
Rijksarchief te 's-Gravenhage' in De Water
schans, 2-2002, p. 95-98. Eveneens in De Wa
terschans Alberik van Rijckevorsel: De reis
van de Prins in 't jaar 1628. Zie de nrs. 1/2,
jrg. 12, febr. 1981, p. 14-26. Over Frederik
Hendrik schreef JJ. Poelhekke een degelijke
biografie onder de titel: Frederik Hendrik
Prins van Oranje, Een biografisch drieluik.
Zutphen 1978. Voor de pogingen om Staats-
Brabant erkend te krijgen als achtste gewest
zij wederom verwezen naar het boek van
M.P. Christ: De Brabantsche Saecke. Het ver
geefse streven naar een gewestelijke status
voor Staats-Brabant 1585-1675. Tilixirg 1984.
Inzake het graf van Louis de Kethulle zijn
gegevens en afbeelding ontleend aan het
mooie en informatieve werk van K. Booij en
W. van Ham (red. W. van Ham) m.m.v. Ar
thur Suijkerbuijk: Grafmonumenten in de
Grote of Sint-Gertrudiskerk te Bergen op
Zoom, nummer 9 in de reeks Studies uit Ber
gen op Zoom. Bijdragen tot de geschiedenis
uitgegeven door de Geschiedkundige Kring
van Stad en Land van Bergen op Zoom, Ber
gen op Zoom 1993. O