FIRMA S. M. DE BRUIN
BERGEN OP ZOOM - LEDERWAREN
Specialiteit: DAMESTASSCHEN - ENGROS!
De Waterschans nr. 2-2004
De Waterschans nr. 2-2004
Likeurstokerij „De Bijenkorf
S. DE WINTER
Wijnhandel onder verlengbaar crediet
Distilleerderij der Ie klasse
SCHERP CONCURREERENDE PRIJZEN - Vraagt reizigersbezoek
schijnlijkheid alle ander joodse
stadsgenoten al ondergedoken.
Vanwege de gezondheid van Hes
ter was onderduiken geen optie.
Maar wie verwachtte ook dat deze
mensen, die niet meer geschikt
waren om arbeid te verrichten,
toch zouden worden gedepor
teerd? Hester van Dam en Jacob
van Loon werden op 10 april 1943
naar kamp Vught gebracht en
kwamen om in Sobibor op 14 mei
1943.
Onderduikers
Op 13 februari 1943 besloten
Maurits de Bruin en zijn vrouw
Bedina onder te duiken bij slager
Jacobus van de Boom. Deze slage
rij was gevestigd in de Steenbergs-
estraat 40. Enkele huizen naast de
slagerij was de 'Feldgendarmerie'
gestationeerd en tegenover de sla
gerij was het kantoor van de Vrts-
kommandant'. Het onderduikadres
van de familie de Bruin lag dus in
het hol van de leeuw. Meneer en
mevrouw van de Boom kenden
hun onderduikers voor de oorlog
alleen oppervlakkig. De broers van
Jacobus van de Boom waren ech
ter bevriend met de dochter van
de Bruin die inmiddels naar Wier
den was verhuisd. De gebroeders
van de Boom zorgden ervoor dat
het dochtertje van Helena de
Bruin, Carla, de oorlog kon overle
ven. Carla de Bruin woonde tij
dens de oorlog bij de moeder van
Jacobus van de Boom. Carla werd
gewoon naar school gestuurd en
opgevoed als een katholiek meisje.
Haar opa en oma zagen haar wel
eens als Carla op bezoek was bij
het slagersgezin om te spelen met
de kinderen van Jacobus. De ou
ders van Carla werden op hun on
derduikadres gepakt en hebben de
oorlog niet overleefd.22 Carla ging
na de oorlog bij haar grootouders
wonen. Zoon Joost van de familie
de Bruin was voor de oorlog al
naar het buitenland gevlucht en
bleek in de Verenigde Staten
dienst te hebben genomen in het
leger. Hij kwam na de oorlog vei
lig terug, net als Betsy, die na de
oorlog in de woning van haar oom
een winkel in stoffen begon.
In de Kremerstraat, op nummer
22, woonde de oudere broer van
Maurits, Samuel de Bruin. Om de
kost te verdienen, had Samuel een
winkel met speelgoed en galante
rieën. De vrouw van Samuel was al
lang overleden en hij leefde in
middels samen met zijn huishoud
ster, Henriëtte Zeckendorf ,23
Zoon Joost Joseph, geboren in
Bergen op Zoom en woonachtig
in Den Haag is op 21 september
1942 vanuit Westerbork naar Au
schwitz gedeporteerd. Het is onbe
kend waar Samuel en Henriëtte de
oorlog hebben overleefd. Op 4 de
cember 1944 keerde Henriëtte
Zeckendorf terug naar het huis in
de Kremerstraat. Pas in augustus
1945 keerde Samuel de Bruin weer
terug in Bergen op Zoom. Het is
mogelijk dat zij niet op hetzelfde
onderduikadres hebben gezeten
en dat Samuel de Bruin in het
noorden van Nederland onderge
doken had gezeten, zodat hij pas
later terugkeerde.
De familie Goudstikker speelden
een belangrijke rol in het bestuur
van de joodse gemeenschap sinds
het midden van de negentiende
eeuw. Vader Salomon Goudstikker
was van 1905 tot 1918 voorzitter
geweest van de Nederlands Israë
litische Gemeente. Twee telgen
van de oude Goudstikker, die in
middels overleden was, woonden
nog in Bergen op Zoom tijdens de
bezetting, Isadoor en Mina Goud
stikker. Zij waren allebei getrouwd
met een rooms-katholieke partner.
Isadoor Goudstikker woonde met
zijn vrouw en twee kinderen in de
Amoldus Asselbergsstraat 14. Hij
had een fabriekje in borstelwerk
dat gevestigd was in het Morgan-
staatje. Mina Goudstikker was in
middels getrouwd met Gerardus
de Beer. Deze twee families waren
niet meer verbonden met de Ne
derlands-Israëlitische Gemeente.
94
De Duitse autoriteiten stonden
vrijwel besluiteloos ten opzichte
van de gemengd gehuwde joden.24
Zij gingen voorzichtiger met hen
om, omdat wegvoering veel meer
zou opvallen bij het Nederlandse
volk. Joden met gemengde huwe
lijken waren vaak aangesloten bij
een ander kerkgenootschap en
hadden hechtere banden met niet-
joden. Vanaf 1943 werd het voor
gemengd gehuwden gevaarlijker
en moesten bovengenoemde ge
zinnen zich ook schuilhouden
voor de Duitsers.
De familie Machoel was ook een
belangrijke familie voor de joodse
gemeente in Bergen op Zoom. Ru-
dolf Machoel was tot 1940 voor
zitter geweest van de Nederlands
Israëlitische Gemeente. Hij had
een juwelierszaak in de Fortuin
straat 13, die later werd overgeno
men door zijn zoon Benno. De
twee zussen van mevrouw Ma-
choel-Monnickendam woonden
ook in Bergen op Zoom en had-
ment haar been gebroken en kon
om die reden niet mee op trans
port naar Amsterdam.25 Rudolf
Machoel en zijn vrouw gaven geen
gehoor aan de oproep voor 'Ar-
beidseinsatz' en doken onder,
eerst in de Rozenstraat, later op
de Antwerpsestraatweg bij kapper
de Groot. Johanna Monnicken-
dam dook op een later tijdstip on
der op hetzelfde adres als haar fa
milieleden. Op de Steenbergs-
estraat 12 woonde het gezin Walg.
Mozes Walg had een manufactu
renwinkel. Hij en zijn joodse
vrouw, Blanka Frankel, hadden
twee kleine kinderen; Marcus en
Julia. Blanka en Mozes waren
beide van Duits orthodox-religi
euze afkomst. Het gezin dook on
der bij een molenaar in Moerstra
ten. Dan resten nog de familie
Bosman en Levie de Jong met zijn
vrouw die ook kans zagen onder
te duiken. Het is niet bekend wan
neer zij zijn ondergedoken en
waar.
Telefoon 172 - Potterstraat 18
BERGEN OP ZOOM
net naar haar dochter in Hengelo.
Op 11 februari 1944 wordt zij ver
gast in Auschwitz. In december
1941 vertrekt Philip Stibbe met
zijn gezin naar Amsterdam. Philip,
zijn vrouw en zes kinderen zijn al
lemaal vermoord. De dochter van
Isaac van Loon, Frieda, vertrok in
februari 1942 naar Amsterdam.
Frieda was een jonge meid en
hield zich niet aan de beperkingen
die voor de joden golden. Tijdens
een controle in Amsterdam werd
ze opgepakt en kwam nooit meer
naar huis. Zij stierf op 23 novem
ber 1942 te Auschwitz.
In maart 1942 werd Walter Süs-
kind met zijn vrouw, kind en
schoonmoeder gedwongen naar
Amsterdam te verhuizen. In Am
sterdam ging Süskind voor de
Joodse Raad werken. Samen met
andere joodse verzetsstrijders
smokkelde hij kinderen uit de
Hollandse Schouwburg waar zij
wachtten op deportatie. Ondanks
goede contacten met de Duitsers
werd de familie Süskind op 4 sep
tember 1944 op transport gezet
naar Theresienstadt. Zij zijn allen
vermoord.
Mozes de Hes was de godsdienst
leraar van de joodse gemeente. Hij
woonde met zijn vrouw, Alida van
de Berg in de Wassenaarstraat 9a
en later in de P. Backxstraat 7. Mo
zes de Hes was een heel belang-
den een inkomen als verkoopsters
van linnen en witgoed. De gezus
ters Monninckendam werden op
18 november 1942 opgehaald
door de Bergse politie. Zij waren
het slachtoffer van het eerste
transport van de joden uit Bergen
op Zoom. Zuster Johanna had
echter geluk. Zij had op dat mo-
De slachtoffers
In de loop van de oorlog vertrok
ken er steeds meer joden uit Ber
gen op Zoom. Enkelen vertrokken
uit eigen beweging, andere ver
trokken gedwongen. Deze mensen
zijn echter niet meer naar Bergen
op Zoom teruggekeerd. In mei
1941 vertrekt Sara de Winter-Ban-
9 5
Synagoge
Advertentie wijnhandel S. de Winter.
934
Advertentie Firma S. M. de Bruin.
22. Gesprek met mevrouw van de Boom op
4 november 2002 in Bergen op Zoom
23. Gesprek met Benno Wolf op 23 sep
tember 2002 in Bergen op Zoom
24. Bob Moore, Victims and Sun'ivors: the
nazi persecution of the Jews in the
Netherlands 1940-1945, p. 151-154
25. Gesprek Benno Wolf op 23 september
2002 in Bergen op Zoom