De restauratie van het huis
Fortuinstraat 1 4 te Bergen op Zoom.'
De Waterschans nr. 2-2004
voor twee maanden voedsel te ko
pen, moesten naar Den Bosch. De
onderneming vereiste heel wat or
ganisatie. Wie wel en wie niet? De
wijk- en armmeesters stelden lijs
ten op en de genomineerden
moesten op 13 augustus om vijf
uur in de morgen klaarstaan op
het plein vóór het Markiezenhof.
Met paard en wagen bereikte de
groep Breda. Daar werden de
paarden en de wagens gewisseld
en begon de tweede etappe naar
Den Bosch.
Een week later kwam het bevel
ook de wezen naar Den Bosch te
voeren. De landdrost zelf regelde
het onderbrengen van de wezen in
de twee Bossche weeshuizen, ka
tholieken in het katholieke wees
huis en protestanten in het an
dere. Meubels en andere eigen
dommen van de 36 evacués wer
den opgeslagen in de Hoogstraat
in het huis 'De Kleine Kemel' van
mejuffrouw C. du Foy. Obligaties
en andere papieren van waarde
gingen naar het stadhuis.
De 24ste augustus kwam de stoet
in Den Bosch aan. Daar schrok de
commissie van ontvangst toch wel
even. 'Veel te weinig schoon goed',
constateerde ze en dat weinige
was verre van proper. Erger nog
was dat enkele wezen schurft had
den. Snel vetrok er een bode naar
Bergen op Zoom met het verzoek
om per omgaande voor elk kind
twee hemden, twee halsdoeken en
dassen, een paar schoenen, de no
dige beddelakens en voor elke
jongen minstens één slaapmuts te
willen sturen, alsmede een voor
schot van duizend gulden voor
voedsel.
Natuurlijk liep Bergen op Zoom
weer vol met soldaten, te vol. Lo-
dewijk had zijn soldaten uit Duits
land teruggeroepen en naar Ber
gen op Zoom gestuurd, 5.000 man
en 750 paarden. Vermeulen stapte
daarop naar Dumonceau die in
'Het Groot Hoefijzer' logeerde bij
de gebroeders Mirou en vertelde
de opperbevelhebber, dat Bergen
op Zoom dit echt niet aankon en
vroeg of hij toch het leger op het
platteland wilde onderbrengen.
Vetten had het er maar druk mee.
Bovendien bleek de nieuwe goe-
verneur Louis de Mellet een
moeilijk heerschap te zijn die in
de kortste keren overhoop lag met
de biljetmeester en met burge
meester Vermeulen. Hij eiste voor
zichzelf een onderkomen over
eenkomstig zijn rang. Vermeulen
wilde hem het huis van Hugo
Cornets de Groot in de Engelse
straat toewijzen, genaamd 'De
Kleine Romeyn', maar de eigenaar
was naar Den Haag vertrokken en
de burgemeester wilde het niet
buiten hem om doen. Wethouder
Huart bracht De Mellet die bood
schap over, maar één dag later
dan was beloofd. Dat was tegen
des goeverneurs zere been. Ver
meulen had het hem persoonlijk
moeten meedelen en op de afge
sproken dag. De Mellet dreigde
geweld te zullen gebruiken. Hij
eindigde zijn protestmissive al
thans met de woorden: 'Welaan! Ik
zal de uitdaging accepteeren; als
ik de laatste van deze maand, niet
volgens het reglement van inkwar
tiering gelogeerd ben; zoude
mijne inschikkelijkheid stomheid
worden; en uw uitstellen onbe
schoftheid'. Het archief doet er
verder het zwijgen toe en dus zal
het wel zijn meegevallen.
De invasie was mislukt, mede
dankzij het kordaat optreden van
Lodewijk Napoleon, maar de kei
zer was woedend en gaf Lodewijk
de schuld van de inval. Het was
een mooi excuus om zijn broer
weg te werken.
Literatuur:
7 2
De Waterschans nr. 2-2004
J.L.C. Weyts
De Fortuinstraat is vanouds een van de belangrijkste, zoniet de
belangrijkste handelsstraat van de stad. In deze straat en op de
Grote markt zijn dan ook de meeste grote middeleeuwse huizen
te vinden. De brand, die de stad in 1397 teisterde legde ook hier de
huizen in de as. Omdat de verstening in deze straat al ver gevorderd was,
is er nog vrij veel van voor die brand behouden gebleven. Uit bouw
historisch onderzoek, grotendeels gebaseerd op de samenhang van het
metselwerk, toegepaste steenformaten en brandsporen, is gebleken, dat
het muurwerk in hoofdzaak van tenminste de nrs. 10, 14, 20, 3 en 7
bewaard is gebleven. Het huis Henegouwen, nr. 14, is een bijzonder pand,
omdat het van vóór en kort na de brand veel behouden heeft en
daarnaast ook een dominante positie inneemt. Het pand kreeg na
'Henegouwen' de naam 'Fortuijn', waaraan de straat haar huidige naam
dankt. In het huis is gedurende lange tijd een brouwerij gevestigd geweest.
In recentere tijden kreeg het de bestemming van sociëteitsgebouw en
hotel, een functie die het ook nu nog heeft. De huidige verbinding met
De Draak is, zoals onderstaand aangegeven, in de loop der tijden al vaker
in grote of mindere mate aanwezig geweest.
Historische gegevens
De oudst bekende vermelding van
het huis Henegouwen, dateert uit
1409.2 Willem Mets was toen eige
naar van het na de stadsbrand van
1397 herstelde huis. Aan de ach
terzijde grenst het erf aan dat van
Pieter Bollen, eigenaar van De
Draak, Grote Markt 38. Dat erf be
sloeg vanaf de Grote Markt de
volle diepte van het bouwblok, tot
aan de Kortemeestraat (afb.l). In
1436 komt het huis voor de helft,
gedurende 4 maanden, in eigen
dom van Willem de Brouwer.
Daarna verkoopt hij dat deel weer
aan de vorige eigenaresse. Aanne
melijk is, dat de andere helft van
het pand zijn eigendom was en
bleef. Wellicht is hier sprake van
hulp door een verwant of be-
roepsgenoot. Mogelijk duidt dit al
op een gebruik als brouwerij. In
1441 verkoopt De Brouwer het
pand.
Op 12 maart 1512 wordt het, om
schreven als 'huis met gang, ach
terhuis en borneput'. Het wordt
dan verkocht aan Pieter Gieles,
koopman uit Antwerpen, de eige-
Wat de vaderlandse geschiedenis betreft zie
o.a. E.H. Kossmann: De Lage Landen 1780-
1940. Anderhalve eeuw Nederland en België.
Amsterdam Brussel 1976. Verder: Johan
Joor: De Adelaar en hel Lam. Onrust, oprui
ing en onwilligheid in Nederland ten tijde van
het Koninkrijk Holland en de Inlijving bij het
Franse Keizerrijk (1806-1813) Amsterdam
2000: Gerlof D. Homan: Nederland in de
Napoleontische Tijd 1795-1815. Haarlem
1978. Speciaal over de teruggave van kerk
gebouwen: P. Noordeloos: De Restitutie dei-
kerken in den Franschen Tijd. Nijmegen/-
Utrecht 1937. Over de restitutie en begrafe
nisrechten in Bergen op Zoom: Charles
C.M. de Mooij: Om de vruchten van Gods
Berg. De Bergse kerkgenootschappen en hun
conflicten 1795-1814. Bergen op Zoom 1983.
Over de brigade naar Spanje: JA de Moor
en H.Ph. Vogel: Duizend miljoen maal ver
vloekt land. De Hollandse Brigade in Spanje
1808-1813. Amsterdam 1991. Honderd jaar
na de Engelse invasie schreef J.H. Deibei
het boekje De Engelschen in Zeeland. Mid
delburg 1909. Over de weesjongens zie het
hierboven genoemde boek van John Joor
p. 298-315 en het werk van Ben Daeter:7to
Bergs Protestants Weeshuis 1597-1997.Vier
eeuwen wezenzorg en hulpverlening met
name in Bergen op Zoom, Bergen op Zoom
1998, p. 306-307.
Henegouwen,
1. Grotendeels eerder gepubliceerd in het
bulletin van de Koninklijke Nederlandse
Oudheidkundige Bond.
2. Voor historische gegevens is geput uit
het archief van het Regionaal Historisch
Centrum. Bergen op Zoom.
bezit van "Pieter (jieliYsa-VL
si b«.ect vzoo t5oo
1. Situatie met St. Annastraat voor 1500 en na 1517 (twee tekeningen, deze en de overige tekeningen zijn van de hand van de
auteur).