De Waterschans nr. 4-2005
Een plaatselijke schoolcommissie
waakte over de kwaliteit van de
school, daarbij geholpen door de
inspectie van het rijk. Om toch
zoveel mogelijk arme katholieke
kinderen op te vangen werden er
in de negentiende eeuw aparte
congregaties van zusters en broe
ders opgericht. Die leverden
goedkope leerkrachten met name
voor de armenscholen. Om aan
voldoende geld te komen, sticht
ten ze naast de scholen voor de
armen ook scholen, al of niet met
een internaat, voor de gegoede
standen. De zusters franciscanes
sen van Mariadal (Roosendaal)
vestigden zich reeds in de negen
tiende eeuw in Bergen op Zoom.
Nadat ze al heel wat jaren aan
arme meisjes les hadden gegeven,
stichtten ze een nieuw klooster
met scholen voor kleuters en
meisjes in de Burgemeester Van
Hasseltstraat (1873). In de jaren
tachtig van de negentiende eeuw
zaten er meer dan duizend leer
lingen op. In 1907 werd aan het
complex nog een kweekschool
toegevoegd, in 1918 een school
voor ulo uitgebreid lager on
derwijs, ook wel mulo genaamd)
en in 1920 nog een nijverheids
school. Na de oorlog vestigde de
kweekschool zich in Breda.
In 1901 betrokken de broeders
van Huijbergen enkele panden in
de Hoogstraat. In hun tuin bouw
den ze een lagere school en een
kleuterschool voor jongens, in
1902 aangevuld met een kweek
school voor de opleiding van on
derwijzers. Verder namen ze ook
enkele wezen in huis op. De
kweekschool verhuisde in 1917
naar Breda. Op 1 oktober 1901, de
eerste schooldag, meldden er zich
al te veel jongens. De nieuwbouw
was nog in volle gang en voorlo
pig was er maar plaats voor 41
leerlingen. In november was het
kleuterschooltje klaar en meteen
kon het hoofd negentig kleine
jochies inschrijven. De jongens
scholen voor twee nieuwe pa
rochies, die van de Martelaren
van Gorkum aan het Bolwerk-
Zuid (Aloysiusschool) en van de
Onze Lieve Vrouw van Lourdes
op 't Fort (Sint-Jozefschool) wer
den eveneens aan de broeders toe
vertrouwd. De lagere meisjesscho
len en de kleuterscholen van deze
parochies gingen naar de zusters
franciscanessen van Oudenbosch
(Gerardus Majellaschool) en de zus
ters franciscanessen van Moerdijk
(Theresiaschool). Aan al deze
scholen gaven ook leken les. Na
de financiële gelijkstelling van het
bijzonder lager onderwijs met het
openbaar lager onderwijs (grond
wetswijziging van 1917) genoten
zij hetzelfde salaris als hun colle
ga's aan de openbare lagere scho
len. Broeders en zusters openden
in de loop der jaren ook scholen
voor het blo buitengewoon la
ger onderwijs, later herdoopt in
speciaal onderwijs) voor moeilijk
en zeer moeilijk lerende kinderen.
Voor de jongens van meer ge
goede ouders kwam er in 1919
een katholieke school voor glo
gewoon lager onderwijs) en ulo
in de Meeussenstraat, opgericht en
bestuurd door leken en met niet-
religieuzen voor de klas. Thans is
in de voontalige Canisiusschool
een hotelschool gevestigd.
11. Lager onderwijs in Bergen op
Zoom. De openbare, protestantse
en bijzonder neutrale scholen
Rond 1900 waren er in de ge
meente Bergen op Zoom vijf
openbare scholen voor lager on
derwijs, aangeduid met de letters
A tot en met E. School A was een
jongensschool. Ze stond op de
hoek van de Stationsstraat en de
Van de Rijtstraat. B was een meis
jesschool op de Parade aan de
Koevoetstraat. School C stond in
de Antoniusstraat en die nam zo
wel jongens als meisjes aan. Dat
deed school D in de Coehoorn-
straat eveneens. Buiten de stad lag
school E, bestemd voor de kinde
ren van Nieuw-Borgvliet. Hooger-
heide en Woensdrecht.
De scholen A en B hadden een
afdeling voor (m)ulo. School D
was bestemd voor arme kinderen
en daarom helemaal gratis. Op de
scholen A, B en C werd een bij
drage gevraagd. School E telde
betalende en niet-betalende leer
lingen. De Borgvlietse school had
een slechte naam en heel wat ou
ders stuurden daarom hun kinde
ren naar de stad, naar school D.
Er waren veel armen en daardoor
raakte de school in de Coehoorn-
straat overbevolkt. In die situatie
was school C verplicht om arme
leerlingen van D over te nemen
zonder geld daaivoor te vragen.
Meneer Juten, het hoofd van de
school in de Antoniusstraat, vond
dat eigenlijk maar niets. Al die be
hoeftige leerlingen deden afbreuk
aan de goede naam van zijn
school, vond hij. Onder de ouders
ontstond onrust. Daar kwam bij
dat school D te krap behuisd was
en minstens twee lokalen meer
nodig had, maar de gemeente
vond dat te duur en zocht naar
een tijdelijke noodopvang. Daar
was de heer Van Goethem, het
hoofd van de school, weer niet ge
lukkig mee.
Tot het neutraal onderwijs moe
ten we ook rekenen de school van
de Maatschappij tot Nut van het
Algemeen, opgericht vóór 1800 en
volgens een rapport van de hoofd
inspecteur Van Wijnbeek uit 1843
de enige armenschool voor jon
gens te Bergen op Zoom. Volgens
zijn oordeel gaf de katholieke on
derwijzer L.C. Holtz in een rede
lijk lokaal "aan een 150tal behoef
tige kinderen vrij goed de noodige
opleiding".
In hetzelfde verslag lezen we dat
er ook in Bergen op Zoom meer
dere particuliere, onwettige school
tjes waren. Daarover schrijft Van
Wijnbeek: "Ik heb de Plaatselijke
schoolcommissie mijn wederva
ren in die onwettige scholen ver
haald en niets ten antwoord beko
men dan een glimlach. Ook den
burgemeester, die van Protestan-
sche godsdienst is, heb ik met de
zaak bekend gemaakt, waarop
deze antwoordde: "Ja, dat mag
zoo zijn. Er is niets aan te doen".
In de Bergse schoolcommissie za
ten alleen katholieken.
Van 1580 tot ongeveer 1800 maak
ten de protestanten de dienst uit
in de school. Daarna waren ook
hun kinderen aangewezen op de
openbare, neutrale school. Het
duurde bij hen tot circa 1875 voor
dat ze overgingen tot het stichten
van eigen scholen.
In 1878 richtten twee afgeschei
den protestantse groeperingen in
Bergen op Zoom een schoolbe
stuur op onder de naam: "Nehe-
mia, School met de Bijbel". "Ne-
hentia" was de naam van een van
de Nederlands Hervormde Kerk
afgescheiden groepering. Ze had
een eigen kerkgebouw in de Moe-
regrebstraat 72. In dat gebouw
werd ook de school onderge
bracht. Na 1890 was het gebouw
te klein en nam de school haar in
trek in een groter pand, Rijke
buurtstraat 17.
154
De Waterschans nr. 4-2005
gebouw aan de Burgemeester Stu-
lemeijerlaan, hoek Bolwerk-
Noord. Toen stapten ook de eer
ste meisjes de school binnen. Al
gauw probeerde de school van
Den Haag verlof te krijgen voor
een vijfjarige HBS, maar pas in
1900 reageerde de regering posi
tief. In 1906 kreeg de stad er een
andere vorm van voortgezet on
derwijs bij, een openbare am
bachtsschool. Het zou vreemd
zijn geweest als de Bergse katho
lieken niet gereageerd hadden op
het neutrale voortgezet onderwijs.
Gangmaker was ir. Anton Juten.
In De Avondster, het katholieke
dagblad van de familie Juten, ves
tigde de jonge ingenieur de aan
dacht op het probleem. De plaat
selijke HBS deugde niet, vond hij,
In 1911 verhuisde de Nehemia-
school wederom, nu naar een
nieuw gebouw aan het Bolwerk-
Zuid. Ook daar groeide de school.
Financieel kreeg het schoolbe
stuur het moeilijk. In 1925 werd
desondanks de school verrijkt met
een ulo. Het gemeentebestuur
werkte mee door het gebouw met
drie lokalen uit te breiden. In
1930 kwamen er nog twee bij,
maar een gymzaal wees de over
heid af. 'Bezuinigen' was ook toen
het parool. In 1928 zaten er 187
kinderen op de lagere school en
43 op de ulo. Van 1934 tot 1942
had "Nehemia" zelfs een kweek
school.
De school kwam de oorlogsjaren
niet ongeschonden door. Bij de
mobilisatie in 1939 legde het Ne
derlandse leger beslag op het ge
bouw en bij de bevrijding trokken
de geallieerden erin. Het pand
overleefde de oorlog, maar was
wel flink beschadigd en toe aan
een opknapbeurt. Prinses Juliana-
school werd de nieuwe naam.
12. Van handelsschool naar hbs
De oudste middelbare school van
Bergen op Zoom, "'t Rijks" dateert
van 1882. Ze werd opgericht als
driejarige Rijks HBS Hogere
Burger School). Een volledige
HBS was vijfjarig. De gemeente
betaalde de huisvestingskosten,
het rijk de salaris- en exploitatie
kosten. De heer A.H.W. van de
Wijnpersse, hoofd van een Bergse
uloschool, werd de eerste direc
teur. Hij startte met 37 leerlingen.
In 1885 kreeg de school een eigen
De ambachtsschool voor jongens, opgericht door de 'Vereniging de Ambachtsschool
voor Bergen op Zoom en omstreken' in 1907. Ook de avondnijverheidsschool en de
gemeentelijke tekenschool vonden in dit gebouw onderdak. (HCM)
en dat lag naar zijn mening aan
de docenten. Enkelen van hen
waren lid van de vrijmetselarij,
een naar het oordeel van de toen
malige katholieke kerk gevaarlijke
instelling. Rome verbood haar ge
lovigen om er lid van te worden
op straffe van de kerkelijke ban.
Een onderzoek naar de op school
gebruikte geschiedenisboeken en
naar de uitlatingen van de ge
schiedenisleraar aldaar zou heb
ben uitgewezen, dat de invloed
van de vrijmetselarij op de HBS
onmiskenbaar aanwezig was. Toch
waren er ook katholieke docenten
aan de school verbonden. Het
ideaal van Juten was een katho
liek gymnasium in Bergen op
Zoom en een katholieke vijfjarige
HBS in Roosendaal. Juist vóór de
oorlog uitbrak, vond de oprich
ting plaats van de vereniging 'Ons
Handelsonderwijs in Noord-Bra
bant' (OHO) als onderdeel van
'Het Genootschap Ons Brabant'.
Dit genootschap wilde studie en
wetenschap onder de katholieken
van Noord-Brabant bevorderen.
Een van de middelen daartoe was
het stichten van katholieke mid
delbare scholen. De regering sub
sidieerde vanaf 1914 bijzondere
handelsscholen. Daar speelde
OHO op in door haar afdelingen
in de diverse gemeenten te ver
zoeken zich in te zetten voor een
katholieke handelsschool. Bergen
op Zoom was er 't eerst mee klaar,
al scheelde het maar één dag met
Waalwijk. Op 5 september 1916
kon de toenmalige voorzitter van
OHO, de zeer gedreven dr. H.W.E.
De Rijks-HBSgebouwd in 1885 door de Bergse architect C.R van Genie Latei-
meerdere keren uitgebreid. Thans bekend als 't Rijks met gymnasiumatheneum,
havo en vmbo. (HCM)
155