Boekbespreking
De Waterschans nr. 3 2 00 8
Prijs 34,95
Willem Heijbroek
Paul Brusse
De dynamische regio. Economie, overheid en
ondernemerschap in West-Brabant vanaf 1850.
Utrecht 2008.
Uitgeverij Matrijs
ISBN 978-90-5345-338-4
De regionale ontwikkeling van West-Brabant die
in dit boek, uitgegeven in samenwerking met de
Rabobank, wordt beschreven, heeft tot nu toe in
vergelijking met de rest van Noord-Brabant weinig
aandacht gekregen. Dat is door deze uitvoerige,
goed leesbare en verzorgde uitgave duidelijk veran
derd. Brusse vergelijkt in vier hoofdstukken eerst de
economische ontwikkelingen in Nederland met die
in Noord-Brabant, waarbij ook getracht is aan te ge
ven in hoeverre West-Brabant hiervan afwijkt. De
reden voor afwijkingen is moeilijk aan te geven, om
dat veel van toevalligheden afhangt.
In de vier hoofdstukken worden de veranderingen
in de economische structuur, landbouw, nijverheid
en diensten, coöperatieve dienstverlening, markt en
bevolkingsgroei in de steden en op het platteland
beschreven.
De indeling van de hoofdstukken is chronologisch,
waarbij als argument wordt gebruikt dat er cyclus
sen van voorspoed en tegenslag, die omstreeks 50
jaar in beslag nemen, kunnen worden onderschei
den. Dit lijkt mij geen gelukkige indeling. In de eer
ste plaats geeft de schrijver zelf al aan dat dit niet
klopt, als hij in de hoofdstukken 3 en 4 een tijdspan
ne van respectievelijk 23 en 34 jaar aanhoudt. Een
dergelijke starre indeling is ook niet vol te houden,
al was het alleen al omdat externe factoren zoals na
tuurrampen, wereldoorlogen, maar ook overheden
en investeerders zich hier niets van aantrekken. Bo
vendien is er nog het praktische bezwaar dat elk on
derdeel weer opnieuw moet worden neergezet;
daarmee wordt het geheel rommelig, vooral als de
auteur niet steeds dezelfde indeling aanhoudt. Zo
zien we bijvoorbeeld de ijzer- en suikerindustrie
drie keer terugkomen. Dit maakt het voor de lezer
niet makkelijk; die is meer gebaat bij een indeling
per sector en vervolgens in een slotbeschouwing, de
synthese, zoals Brusse in zijn laatste hoofdstuk ook
doet.
Een hinderlijke tekortkoming is het feit dat, in het
hoofdstuk 1850-1895 een aantal foto's uit veel latere
tijd, tot aan 1970 toe, zijn opgenomen. Daarvoor in
de plaats zouden met enige moeite best voldoende
illustraties uit de betreffende periode te vinden zijn
geweest.
Economie, overheiden
Brabant vanaf J850
Voor de Bergenaar is het interessant om te lezen,
hoe de voorsprong die Bergen op Zoom oorspron
kelijk had op Roosendaal, omslaat in een achter
stand. Vervolgens krijgt Bergen op Zoom door de
vestiging van een aantal multinationals weer een lei
dende positie, om na 1990 weer bij Roosendaal ach
ter te blijven. Er is dus duidelijk een tegengestelde
ontwikkeling, die onder meer te maken lijkt te heb
ben met de beschikbaarheid van goedkope arbeid
en de verbetering van de infrastructuur door finan
ciële injecties van de nationale overheid. Interessant
is ook de vergelijking tussen de zand- en kleigebie
den van het platteland, waarbij de gemeenten op de
zandgrond vanaf 1950 een inhaalslag maken, die te
maken heeft met de uitstoot van arbeid uit boeren
bedrijven. Daarmee gepaard gaan verhoogde activi
teiten van de nijverheids- en dienstensector door
aanbod van goedkope arbeidskrachten. Het is alleen
niet goed duidelijk waar de grens wordt getrokken,
omdat, zoals de auteur zelf al opmerkt, humusrijke
en leemhoudende zandgronden en zanderige klei
gronden (zavels) het beeld verstoren.
Al met al een voor de lezer, die in de economische
geschiedenis van Bergen op Zoom is geïnteresseerd,
waardevol boek met wetenswaardigheden over ver
schillende sectoren van handel, industrie en nijver
heid. Veel kan hij er ook vinden over asperges, aard
beien en andere tuinbouwgewassen, maar zal
tevergeefs zoeken naar de weervisserij en schaal- en
schelpdierkwekerijen, die toch van vrij grote econo
mische betekenis zijn geweest.
19 6 8
2 OO 8
Paul Brus