Msü s ï:«i;
Bergen op Zoom: ook vroeger al multi-cultureel
Zo verging het vele gastarbeiders. Aan het eind
van de jaren zeventig kwam de gezinshereniging
echt goed op gang. In 1960 woonden er nog
maar 187 buitenlanders in Bergen op Zoom,
onder wie 120 Belgen.4 In 1971 was dat aantal
opgelopen tot 970. We weten niet precies hoe
de verdeling over de nationaliteiten was, maar
duidelijk is dat een groot deel van hen uit de
landen rond de Middellandse Zee afkomstig
was.5 In 1977 woonden er 1671 personen
in Bergen op Zoom die niet de Nederlandse
nationaliteit bezaten. In 1979 waren dat er 2271,
en in 1982 al 2990, dat wil zeggen dat op dat
moment 6,6 van de inwoners van Bergen op
Zoom een niet-Nederlandse nationaliteit bezat.
Dat was zeker in korte tijd een enorme stijging,
maar ter vergelijking: in 18U was ruim 8% van
de bevolking van niet-Nederlandse herkomst.
Pensions voldoen niet meer
Vanwege de slechte omstandigheden in vooral
de particuliere pensions, de toenemende
gezinshereniging en de op handen zijnde
nationale regelgeving op dat terrein, nam de
gemeente Bergen op Zoom in 1978 het besluit
om de migranten onder te brengen in huizen.
Dat werden gemeentewoningen of woningen van
een van beide woningcorporaties. Vier mannen
werden steeds in één woning geplaatst. Vanuit
die situatie was het ook gemakkelijker om
woningen vrij te maken voor gezinshereniging.
De gemeente probeerde om de migranten, voor
zover het aanbod van betaalbare woningen dat
toeliet, gelijkmatig over de stad te spreiden.
In 1977 werd 6,3 van het aantal woningen
toegewezen aan buitenlandse gezinshoofden, in
1980 was dat opgelopen tot 11,4-%.
Personen met een niet-Nederlandse
nationaliteit in Bergen op Zoom in 1982.6
Nationaliteit aantal
"1
Een eigen moskee
In 1980 kocht de Turkse gemeenschap een
leegstaand fabriekspand om het in te richten
als moskee. De gemeente subsidieerde met een
bedrag van f 37.000.
Jaballah: "In het begin ben je niet met je geloof
bezig, je bent jong en je vergeet je geloof.
Niemand was daar erg mee bezig. Het hoorde
wel bij je, maar als je er niks aan deed was het
ook niet erg. Ik was zelf in die tijd ook niet zo
erg gehecht aan de Marokkaanse gemeenschap
als nu. Ik wilde er ook niet mee vereenzelvigd
worden. Ik wilde vooral opgenomen worden.
Toen mijn vrouw naar Nederland kwam, droeg
ze een hoofddoek. Ik wilde niet met haar de
straat op als ze die om had. Daar hebben we
jaren strijd over geleverd. Maar nu je ouder
wordt ga je zoeken naar de groep waar je bij
hoort. Ik zal nooit voor honderd procent bij
de Nederlandse groep horen. Dan zoek je
automatisch je eigen mensen op. Mijn dochter
die in 5 havo zit, is nu weer begonnen met het
dragen van een hoofddoekje. Op een gegeven
moment deed ze dat gewoon. Mijn vrouw doet
het nu ook weer."
Cultuurschok
Voor de vrouwen en kinderen betekende
de overgang naar Nederland vaak een hele
cultuurschok, vooral als ze al wat ouder
waren. Veel vrouwen voelden zich erg alleen.
Ze bleven veel binnenshuis. Ze waren in een
vreemd land, waarvan ze de taal niet spraken.
Voor de mannen en kinderen was er nog wel
aandacht, maar vrouwen en hun problematiek
bleven veel meer onzichtbaar. "In het begin was
boodschappen doen moeilijk, en koken ook,
maar dat wende snel. Nu kun je trouwens overal
Turkse dingen kopen," zegt mevrouw Sahin.
"Ik kwam in april 1977 hier aan", vertelt Abida
Abali, "ik was toen twaalf jaar. Ik was nooit naar
school geweest. Hier ging ik wel naar school.
Voor het eerst hield ik een pen in mijn hand. Ik
moest in de eerste klas beginnen, ik was heel
oud voor die klas. Ik zat de eerste dag voor een
wit blaadje, ik verstond niets, ik dacht: wat moet
ik doen met deze pen, met dit witte blaadje? De
volgende dag ging ik naar een aparte groep met
Turkse en Marokkaanse kinderen, jongens en
meisjes. Ik leerde woorden: 'ik ben'".
De vader van Hassan Idrissi, sinds 1966 in
Nederland, liet in 1986 zijn gezin overkomen.
Idrissi was toen al 23 jaar. "Ik wist weinig over
Nederland. Alleen dat jullie een koningin hadden
en de gulden. We kwamen hier in maart aan. Het
was koud en alle huizen waren met glas dicht.
Dat was ik niet gewend. Wat me ook opviel,
waren de vrouwen. Je kwam ze overal tegen.
In Marokko zag je alleen vrouwen op school en
in het ziekenhuis. En ook dat omgaan met de
agenda was vreemd. In Marokko stapte je binnen
als je iets nodig hebt. Hier had iedereen haast,
tijdsplanning was heel belangrijk."
Ook de kinderen gaan jong aan het werk
Mustapha kwam als achttienjarige in 1980 naar
Bergen op Zoom. Zijn vader werkte al sinds 1968
in Europa, sinds 1974 in Bergen op Zoom. "Ik
vond Nederland heel goed, heel leuk. Ik kreeg
snel werk bij Leidekkers, een bakkerij. Er was
nog veel werk toen, het was gemakkelijk een
baan te vinden."
De Turkse mevrouw Golpunar kwam ook hier
omdat haar vader hier werkte. "Mijn vader
kwam uit een klein Turks dorp, er was daar
niet genoeg werk. Hij wilde een paar jaar naar
Nederland, sparen en dan terug, een tractor
kopen. Later ging mijn moeder ook naar
Msje/rtaoo?
UH.HQ
pfrne T>fw
20Ct,m HOMP
Nederland om te werken en bleven wij, zes
kinderen, bij oma in Turkije wonen. Nog weer
drie jaar later kregen ze een huisje en konden
wij overkomen." In 1978, met haar ouders op
vakantie in Turkije, ontmoette ze haar man.
Ze verloofden zich nog dat jaar en trouwden
in 1979. Golpunar was toen ambtenaar op het
postkantoor in Ankara. Het paar besloot zich
toch in Nederland te vestigen vanwege de
betere vooruitzichten daar. "Ik vond werk bij
Synthese Akzo, net als mijn schoonvader, in
de verfproductie. Hars scheppen, breken en op
de lopende band scheppen. Stoffig werk was
het, zwaar ook, veel zweten. We werkten met
een verseluchtkap op met een slang er aan; we
waren net astronauten. Als ambtenaar was ik
dat zware werk helemaal niet gewend. En ook
niet om in de drie- en later vijfploegendienst te
werken. Ik had grote blaren op mijn handen en
was verschrikkelijk moe. Het was heel moeilijk
voor mij."
Niet iedereen probeerde zijn gezin zo snel
mogelijk naar Nederland te halen. Sommigen
vonden het beter dat de kinderen opgevoed
werden in het thuisland. Bouchiha, in Nederland
Stoomsmederij Fa. P.J. van Mechelen op de hoek Hermes-
straat, 1979. Fotograaf C.D. Vanwesenbeeck. Collectie MHC.
Turkse
1386
46
Marokkaanse
905
30
Spaanse
36
1
Belgische
181
6
Italiaanse
27
Britse (Hong Kong)
145
5
Chinese
31
1
Surinaamse
34
1
Vietnamese
75
3
Overige
170
6
Totaal
100
De Waterschans 4 - 2008
84
De huisbaas vraagt 110 gulden in de maand per persoon.
Pensions voldoen niet meer. Cartoon, maker onbekend.
In: Jan Stads e.a., Werken, werken, werken! De geschiedenis
van de gastarbeiders in Tilburg en omstreken 1963-1975.
Utrecht 2004.
85
40 jaar 1968 - 2008