Afb. h Het Markiezaatscoilege van de architecten Wentink en Van Dijk uit 1956 in Sint Maartensdijk van deze inleiding haal ik de treffende woorden van de burgemeester van Middelburg, Jan van Walré de Bordes, in diens nota uit 1940 over de wederopbouw aan: "dat van den nood een deugd gemaakt worden. Middelburg: sinds de intrede van het moderne verkeer sukkelend met onvoldoende verkeersstraten, kan uit de verwoesting schooner en doeltreffender geou tilleerd te voorschijn komen." Samenwerking van opdrachtgevers, architecten en beeldend kunstenaars Een ander belangrijk kenmerk van de weder opbouwperiode is de samenwerking tussen opdrachtgevers, architecten en beeldend kun stenaars.6 In april 1946 wordt door beeldend kunstenaars het tijdschrift 'Forum' opgericht dat als ondertitel heeft 'maandschrift voor ar chitectuur en gebonden kunsten'. Dit tijdschrift pleit voor een nauwe samenwerking tussen opdrachtgever, architect en beeldend kunste naar. In de wederopbouwperiode is er een nau welijks te verzadigen behoefte aan woningen en nieuwe gebouwen als postkantoren, kerken, wijk- en gezondheidscentra, winkels, kantoren, scholen, fabrieken, ziekenhuizen en stations. De beeldend kunstenaars willen deze nieuwe gebouwen van kunstwerken voorzien. In 1952 wordt de Vereniging van beoefenaars der monu mentale kunsten opgericht om bovengenoemd samenwerkingsverband concreet vorm te ge ven. Na veel druk wordt de percentageregeling ingevoerd: deze houdt in dat 1,5% van de totale bouwsom van overheidsgebouwen wordt ge reserveerd voor het aanbrengen van kunst. Dit kunnen glas-in-loodramen al dan niet in beton, geëtst glas, mozaïeken, reliëfs, schilderingen of fresco's, sgraffiti7 en tegeltableaus zijn. Vaak zijn deze kunstwerken vast in het gebouw aan gebracht. Ze worden architectuurgebonden kunst of monumentale kunst genoemd. Deze kunstwerken worden gekenmerkt door een heel De Waterschans 2 - 2013 66 eigen vorm- en beeldtaal maar ook door nieuw toegepaste materialen zoals beton, emaille, ge bakken en geglazuurde tegels, aluminium, cor- ten staal, bitumenverf, enzovoorts. Zoals hierboven reeds is gesteld, vindt er mo menteel een enorme vernietiging van kunst uit de wederopbouwperiode plaats.8 Veel wederop- bouwwijken of -panden worden gerevitaliseerd, vernieuwd of afgebroken. De kunstwerken die zich in of tegen deze gebouwen bevinden, wor den prijsgegeven aan de slopershamer mits er door betrokken burgers wordt ingegrepen. Wanneer na moeizame inspanningen de red ding van de kunstwerken een feit is, volgt vaak een lang traject om de benodigde financiën voor restauratie en/of conservering en herplaatsing bijeen te krijgen én een zoektocht naar een nieuwe locatie. Aan de hand van voorbeelden uit de praktijk zal deze problematiek worden toege licht. Ik heb dit proces tweemaal meegemaakt en wil er u in het navolgende deelgenoot van maken. Het Markiezaatscoilege in Sint-Maartensdijk In mijn hoedanigheid van kunsthistoricus word ik in het najaar van 2005 benaderd door Frans van Burkom, adviseur voor architectuurgebon den kunst van het Instituut Collectie Nederland (ICN).9 Hij vraagt mij om een urgente kwestie in Sint-Maartensdijk te volgen en te begeleiden. Hij komt bij mij uit omdat ik in de buurt woon en werk. Omdat Sint-Maartensdijk op het eiland Tholen in Zeeland ligt, benader ik Willem Heij- broek. Hij woont in Tholen, heeft daar een groot netwerk en is als bevlogen lid van Bond Heem schut actief in deze provincie. Bovendien is hij net met pensioen zodat hij iets ruimer in zijn tijd zit. Wat is er aan de hand? In 2004 ontstaan plan nen om het Markiezaatscoilege, een dependan ce van het ROC (Regionaal Opleidings Centrum] in Sint-Maartensdijk te slopen. Het schoolge bouw van de architecten Wentink en Van Dijk dateert van 1956 en is oorspronkelijk een FTS, Fagere Technische School. De directie van aan nemersbedrijf Hoppenbrouwers uit Bergen op Zoom dat de school heeft gebouwd, biedt bij oplevering een cadeau aan. De beeldend kun stenaars Peter Alma (1886-1969) en Lex Horn (1916-1968) krijgen opdracht om twee kunst werken in het gebouw te realiseren. Peter Alma brengt in de kantine een muurschildering aan van twee meter hoog en zeven meter lang. Fex Horn brengt over twee verdiepingen glasappli- quéramen aan met onderwerpen geïnspireerd op Zeeland.10 De muurschildering van Peter Alma laat vijf jonge mannen zien die in opleiding zijn voor hun ambacht van timmerman, metselaar, schilder, technisch tekenaar en bankwerker. Zij zijn in werkkleding gehuld en oefenen hun werkzaam heden uit. Op de achtergrond en tussen de man nen zijn attributen afgebeeld die met hun vak te maken hebben. Deze wandschildering uit 1958 maakt Peter Alma op 72-jarige leeftijd en deze is de laatste van de in totaal elf die hij heeft vervaardigd. Afb. 2: Detail van de muurschildering van Peter Alma 67 De Waterschans 2 - 2013 FAUSTD NU Ml NE BERQA VICTRIX

Periodieken

De Waterschans | 2013 | | pagina 14