dom van de hertog van Northumberland. Het
bevindt zich in Alnwick Castle, in het noorden
van Engeland,14 en behoort tot een beroemde
verzameling die aan het begin van de zeventiende
eeuw is bijeengebracht door een voorvader van
de huidige hertog, Henry Percy (1564- -1632),
negende graaf van Northumberland. Henry
Percy was in ongenade gevallen bij de koning,
Jacobus I, werd zeventien jaar in de Tower op
gesloten en daarna van het hof verbannen naar
zijn kasteel, ver weg, in een uithoek van het land.
Hij was bijzonder geïnteresseerd in allerlei vor
men van wetenschap en wist in de loop van zijn
leven een enorme bibliotheek aan te leggen,
naar verluidt destijds de grootste van Engeland.
Henry stuurde agenten naar het continent om
interessante boeken op te kopen. Percy's agenten
zijn ook in de Nederlanden geweest en zullen het
getijdenboek van Anthonis van Glymes hier bij
een handelaar of op de kunstmarkt hebben ver
worven. Enkele decennia eerder zal het manu
script vermoedelijk deel hebben uitgemaakt van
de goederen van de zoon van Anthonis, Jan IV,
toen deze in 1568 te Brussel werden geveild
ten behoeve van koning Philips II. Generaties
Bergse historici hebben zich afgevraagd wat er
gebeurd is met de objecten die een jaar eerder,
in 1567, uit het Markiezenhof zijn weggehaald.
We hebben geen flauw idee waar ze gebleven
zijn en of ze nog bestaan. Welnu, voor het eerst
in de geschiedenis hebben we hier zo'n object,
een stuk dat daadwerkelijk van het Markiezenhof
komt en dat hier thuishoorde.
Een paneelportret van Anthonis
Een andere vraag is, welke kunstenaar verant
woordelijk is voor het portret van Anthonis.
Het manuscript komt hoogstwaarschijnlijk uit
Antwerpen, maar we weten niet van welk atelier.
De naam van de schilder van het portretminia
tuur is niet bekend. Het was niet gebruikelijk dat
de opdrachtgever van een getijdenboek speciaal
poseerde voor een dergelijk miniatuur, maar dat
de miniatuurschilder naar voorbeeld werkte van
een al bestaand portret. Er moet dus een groter
portret zijn geweest van Anthonis, een echt
portret, een schilderij op paneel, zoals destijds
gebruikelijk. Naar dit schilderij is het miniatuur
gekopieerd.
Degene die dan in beeld komt als vermoedelijke
maker van de oorspronkelijke afbeelding, de pa
neelschildering, is Jan Gossaert. Hij wordt als
zodanig aangeduid in de tekst van de catalogus
en ik kan me daar helemaal in vinden.15
Een eerste argument is dat Gossaert in die peri
ode de belangrijkste schilder was van dergelijke
portretten van de hoge adel in de Nederlanden.
Een veel sterker argument is dat Gossaert in
die tijd in dienst was van de zus van Anthonis en
haar echtgenoot: er was dus sprake van contac
ten tussen de schilder en de Glymesen. Maar
het sterkst en meest overtuigende argument is
stilistisch: het miniatuur, dus ook het portret dat
als voorbeeld heeft gediend, is helemaal in de
stijl van Jan Gossaert.
Het meest opmerkelijke aan het portret is de
houding waarin Anthonis is weergegeven. Hij
steekt zijn hoofd schuin omhoog en kijkt de be
schouwer op een beetje vreemde manier aan.
Hierboven heb ik de invloed van de Italiaanse
renaissance bij Gossaert aangestipt, die zich
onder meer uit in bijzondere weergaven van het
menselijk lichaam. Schilderijen waarin de ge
portretteerde de kijker op dezelfde vreemde
Afb. 4: Portret van een koopman (Jan Jacobsz. Snoeck?],
olieverf op paneel, Jan Gossaert circa 1530; Washington,
National Gallery of Art.
De Waterschans 3 - 2013
94
wijze aankijkt, zijn er in overvloed in het werk
van Gossaert. De overeenkomst met Gossaerts
portret van een koopman, zogezegd Jan Jacobsz.
Snoeck, is wat dit betreft het meest treffend.16
In de tekst van de catalogus wordt ook gewezen
op de handjes van Anthonis, die vergeleken wor
den met die in een ander schilderij van Gossaert.17
Omdat Gossaert pas circa 1525 in dienst kwam
van Anna en Adolf, zal het portretpaneel van
Anthonis vermoedelijk niet vóór dat jaar tot
stand zijn gekomen. En dat betekent dat ook
het manuscript met het portretminiatuur nader
gedateerd kan worden: tussen circa 1525 en
december 1531.
Ondertussen is het bestaan van een portretschil
derij van Anthonis van Glymes door Jan Gossaert
niet bekend. We hebben het hier gereconstru
eerd aan de hand van het miniatuur, het moet
er ooit zijn geweest. Maar wie weet, misschien
bestaat het nog steeds. Misschien loopt u,
beste lezer, tijdens uw vakantie in Engeland of
Scandinavië, in Bordurië of Syldavië, in een of
ander landhuis of kasteel een dergelijk schilderij
ineens tegen het lijf. U weet nu hoe het er uit
zou moeten zien.
In dat geval mag ik u vriendelijk verzoeken een
foto te maken van het stuk en direct contact op
te nemen met de redactie van De Waterschans
en met de directeur van het Markiezenhof!
Noten
95
De Waterschans 3 - 2013
FAU STD N LIMINE
BERGA VICTRIX
1 Ik ben Dr. W.A. van Ham en Drs. Yolande Kortlever erkentelijk
voor de twee tips die geleid hebben tot het schrijven van dit
artikel. Tevens dank ik hen voor gesprekken over de iconogra
fie van de Glymesen.
Voor de meest recente literatuur over Jan Gossaert, zie:
Ainsworth, Maryan (EdMan, Myth, and Sensual Pleasures,
Jan Gossart's Renaissance, The Complete Works, cat. tent.
New York/London 2010-2011, The Metropolitan Museum/The
National Gallery.
2 Voor deze periode in het leven van Gossaert: zie Ainsworth
(noot 1), pp. 19-20.
Voor het bezoek van Christiaan aan Bergen op Zoom, zie: Van
den Bergh, R. en Huijbregs.G.A., "Onverwachts koninklijk
bezoek, Christiaan II van Denemarken in Bergen op Zoom",
De Waterschans 2001 no. 2, pp. 57-61. -
3 Chatelet, André (e.a.), Visages d'antan: le recueil d'Arras, Paris
2007, pp. 277 en 285, fig. 223.
4 Tekening en origineel ook afgebeeld in Ainsworth [noot 1),
pp.274-275.
5 Origineel: Williamstown (Mass.), Sterling and Francine Clark
Art Institute. Kopieën: Boston, Isabella Stewart Gardner
Museum; San Antonio, McNayArt Museum.
6 Overigens vermeldt Van Mander dat Gossaert Anna een
tweede maal geportretteerd zou hebben, samen met haar
zoontje Hendrik, als een Madonna met het Christuskind.
Mirande, A.F. en Overdiep, G.S., Het Schilder-Boek van Caret
van Mander. Het leven der doorluchtige Nederlandsche en
Hoogduitsche schlders, Amsterdam 1936, pp. 210-211.
7 Ook van de latere markiezen en markiezinnen is het aantal
portretten in Bergen op Zoom zeer minimaal. Hierbij speelt
de omstandigheid een rol dat pas na 1649 het hof opnieuw
werd ingericht, toen de markiezen in het Markiezenhof waren
teruggekeerd en dat in de jaren 1720 de belangrijkste onder
delen van de inboedel naar Duitsland zijn overgebracht, met
name naar het nieuwe paleis van de Sulzbachs te Mannheim.
Wat er daarna eventueel nog in het hof aanwezig was, zal in
1747 door de Fransen zijn weggeroofd. Eventuele stukken in
Mannheim zullen bij het bombardement door de Engelsen in
de Tweede Wereldoorlog mogelijk verloren zijn gegaan.
8 De laatste decennia is het gebruikelijk geworden om de
eerste markies Antoon te noemen. Dat klinkt heel Vlaams en
gezellig. Maar in contemporaine bronnen komt deze naams
variant nergens voor (met dank aan Dr. Van Ham). Daar heet
hij Anthonius of Antoine. Omdat Frans de taal was die door
de adel werd gebezigd, ook hier in het Markiezenhof, moet
Antoine beschouwd worden als zijn echte voornaam. Toch zal
er in de stad en bij het lagere personeel wel een Nederlandse
versie van zijn naam in gebruik zijn geweest. Maar dat was
zeker niet Antoon. Deze voornaam bestond in de zestiende
eeuw in onze streken helemaal niet, maaralleen in Duitsland.
In de Nederlands sprekende Nederlanden gebruikte men
Anthonis. Vandaar dat ik deze variant aanhoud en hierbij
bepleit om de markies in het vervolg Anthonis te noemen.
9 Ham, W.A. van, Het doorluchtig Huis van Bergen op Zoom,
Zaltbommel 1977, pag. 25. Naar Dr. Van Ham mij onlangs
mededeelde, bevindt de reeks van geschilderde Vliesridders
zich thans in de collectie van het Legermuseum in Brussel.
10 Kren, Thomas en McKendrick, Scot (Ed.), Illuminating the
Renaissance, the triumph of Flemish manuscript painting in
Europe, cat. tent. Los Angeles/London, The J. Paul Getty
Museum/The Royal Academy of Arts, 2003-2004.
11 Afbeelding: Kren en McKendrick (noot 10), pag. 501.
12 Niet bij dit miniatuur, maar mogelijk elders in het manuscript
afgebeeld. Er zal wel meer achter zitten, maar bij een poging
tot vertalen kom ik niet verder dan een letterlijke interpretatie:
"Tot mijn genoegen", en/of: "Naar gelang ik wil" (de man),
"Zal ik altijd zijn" [de vrouw).
13 Kren en McKendrick (noot 10), pp. 501-502, cat. no. 168.
14 Alnwick Castle figureert als de setting van een aantal scènes
in de Harry Potterfilms.
15 Kren en McKendrick (noot 10), pp. 501-502.
16 Bij Kren en McKendrick (noot 10) niet opgemerkt. Voor een
afbeelding van het portret van "Snoeck", zie Ainsworth
(noot 1), pag. 291.
17 Kren en McKendrick (noot 10), pag. 502 noot 1.