Jan Weijts Inleiding Het huis het Reecalf ligt aan de noordzijde onge veer in het midden van de Korte Meestraat (afb. 1). Aan de achterzijde grenst het aan de Franse Tuin van het Markiezenhof. Tussen de erven aan de Korte Meestraat, die vroeger de Brouwerstraat heette, en het Markiezenhof stroomt de nu over kluisde Grebbe. Het huis behoort in zijn karak teristiek tot de grote ongedeelde zaalhuizen. In zijn omvang is het een uitzonderlijk groot huis van dit type in Bergen op Zoom. Aan de oostzijde ligt een open gang, ongeveer 90 cm breed, toe behorend aan het belendende huis St. Niclaes, nummer 17. De aanleiding om dit artikel te schrijven is de onlangs voltooide restauratie van het huis. Historie In de vijftiende eeuw heeft het huis geregeld de zelfde eigenaar gehad als nummer 13, het wes telijk daarvan gelegen huis de Bock. In 14-35 ver kocht Jan van Heyligenlande een huis en erve aan Cornelia Godewertz van Achere.1 Hij hield toen de Bock zelf nog in eigendom. In 1446 verenigde Berthelmeeus Crane beide panden weer.2 Dit bleef zo tot 1465, toen Matthijs de Wayere beide panden verkocht.3 Nummer 15 werd toen de Grote Scoercaproen genoemd en verkocht aan Pauwels van Akeren. Nummer 13 werd den Cleynen Scoer caproen genoemd en verkocht aan Gheerde van Rysighen, die ook nummer 11 in bezit had.4 Toen Pauwels van Akeren in 1470 het huis verkocht was de naam veranderd in het Reecatff. De koper was Wouter Weelde. Bij de verkoop werd vermeld dat die ook "eenen halve muer dair dit voirs. huijs en erf ende desselfs Geerdt huijs beide op staen" omvatte.5 Het huis van Geerdt van Rysighem, die ook Geert in den Spieget werd genoemd, lag aan de westzijde. Het betreft hier dus de weste lijke gemeenschappelijke bouwmuur. Aanneme- Afb. 1: Kadasterkaart uit 1825; geel gemarkeerd 'het Reecalf'. lijk is dat het huis tussen 1446 en 1465 door Berthelmeeus Crane of Matthijs de Wayere ver nieuwd en verbreed is. Het in gebruik nemen van de bouwmuur van een belendend huis is vrijwel alleen mogelijk in een periode van gezamenlijke eigendom. De erfgenamen van Weelde verkochten het huis al weer in 1472. Lang heeft Wouter er dus niet van kunnen genieten. Eigenaarwerd toen Rase de Cupere en later, in 1496, de droochscaerdre Cornelis Allaertss.6 Vermeld werd toen, dat er een gemeenschappelijke goot was vanaf de straat tot aan de Grebbe. Een buis, hangende aan de west zijde, moest door de eigenaar van de Bock ge doogd worden.7 Ook bij de verkoop in 1498 aan de droogscheerder Antheunisse van Ghendt werd dat vermeld. In 1592 kon Franchois Degens de lasten niet meer opbrengen en werd het huis executoriaal verkocht.8 Koper was mr. Robbert Daniels Engelman. Delen van het huis waren verhuurd. De huurders geno ten huurbescherming tot Pinksteren, de vorige De Waterschans 4 - 2013 150 eigenaar niet. De koopprijs was 1090 gulden. Driejaar later werd het huis aan Jan Marinussen verkocht voor 1900 gulden. De koopprijs bleef stij gen: in 1616 was die zelfs al 4100 gulden. Dierck van Wesenbeke wilde het toen verkopen aan de lakenkoper Jan van der Kreeke.9 Het werd echter "genaast" door de schoenmaker Cornelis van Brielle, de eigenaar van de Bock (nummer 13).10 De naasting werd met succes gevraagd op basis van bestaande servituten, wellicht de voormelde gemeenschappelijke muur en goot en de afwa teringsbuis. Blijkbaar ging het hem om het bezit van dit grotere huis omdat hij liever hier zijn be drijf wilde uitoefenen, dan in zijn naastgelegen huis de Bock. Dat verkocht hij twee weken later al aan de lakenkoopman Jacob Israëls Turcq.11 De vetterij uit de Bock werd naar het Reecatf overgebracht.12 Zo'n bedrijf was overigens in 1595 ook in het naastliggende St. Nictaes ingericht. In 1621 werd het huis aan de bakker Dignus Janssen verkocht. Verkoper Jan van Brielle mocht alle "cuypen, calckbacken, waterbacken, cassen en andere gereetschappen, het huydevetten en de schoenmaecken eenigsins raeckende" uitbre ken, mits hij alles herstelde.13 Voor het laatst in 1616 werd de Grebbe als noord grens aangegeven. In 1654 was dat "het hof van mevrouwe de marquise".14 De Grebbe zal in de tussentijd overwelfd zijn. In 1656 werd de "galde- rije vant hoff" als noordelijke begrenzing vermeld.15 Aan de oostzijde werd toen het huis St. Nictaes ende ganck aangegeven. Dat is de eerste vermel ding van de gang die toen toch al lang bestaan moet hebben. De maquette van 1750 laat het huis zien met een vrijwel volgebouwd erf, waarbij er op de Grebbe een pakhuis of bijgebouw te zien is (afb. 2). Aan de oostzijde is ook de open gang zichtbaar. In 1656 werd het huis verkocht aan Cornelis van Heusden, handelaar. Zijn kleindochter Catharina van Uffelen verkocht het in 1730 aan Maximiliaan van den Bergh. Doorzijn zoon Hendrik, overleden in 1792 en woonachtig in het Swarte Anker in de Steenbergsestraat, werd bij testament bepaald dat zijn huishoudster levenslang de revenuen van het Reecatff zou genieten.16 De erfgenamen kon den haar ertoe brengen dit om te zetten in een levenslang jaargeld van 100 gulden. Zodoende konden zij het verhuurde huis in 1793 verkopen aan Johannes Verhaard. Huurder Johannes van de Vijver had de voorvloer in gebruik, evenals de grote keuken, een zijkamertje, de kelder en het klein kamertje boven de keuken. De overige ruim ten waren verhuurd voor een gulden per week.17 Het huis is tussen 1654 en 1812 waarschijnlijk nooit door de eigenaren zelf bewoond, maar steeds verhuurd geweest. In 1952 was A. Thewes eigenaar, die op nummer 27 woonde. Het pand was toen verhuurd aan de kleermaker Evers. Na hem vestigde A. Maas zich hier met een elektrawinkel. In 1965 kwam er de schoenenwinkel van Van Unen. In 2008 werd R. van Meer de nieuwe eigenaar. Hij was opdracht gever van de daarna uitgevoerde restauratie. Afb. 2: Detail van de maquette in het Musée des Plans Reliëfs te Parijs. Afb. 3: Plan van de parterre en de 1ste verdieping vóór de restauratie. 151 De Waterschans 4 - 2013 7~Ceé l ca. 1450 begin 19-de eein% begane grondplan 1-sle verdiepingsplan

Periodieken

De Waterschans | 2013 | | pagina 16