Afb. 6 Dit fragment van een foto van een vooroorlogs glasne gatiefvan B. Wosyka toont details die op andere foto's niet te zien zijn. Rechtsonder is te zien hoe oud-burgemeester Van Hasselt zijn stoep keurig vrij houdt van obstakels, terwijl zijn eigenzinnige dochter voorbijlopend volk nog steeds met palen en kettingen de trambaan opdwingt. tram en stoep gevaarlijk zijn, mijns inziens de afsluitkettingen en palen niet te laten plaatsen, en alleen toestemming te geven beide hard stenen palen weder aan beide einden van het woonhuis te mogen plaatsen met ijzers of ket ting in den voorgevel verbonden'.6 Wat het gemeentebestuur ook besloten heeft, het is zeker dat de palen en kettingen gewoon volgens Van Genk's ontwerp zijn geplaatst; de stoep met palen en kettingen zijn op een foto van B. Wosyka goed te zien. Afbeelding 6 toont een klein gedeelte van deze mooi gedetailleerde foto die tevens als bijzonderheid heeft dat het een van de weinige oude opnames is die de Steenbergsestraat in zuidelijke richting toont. Bouwtijd Was de bouwvergunning snel beklonken, de bouwplanning was ook niet mis, want eveneens op 27 April werd aan C. Verbraak uit Wouw ver gunning verleend tot het plaatsen van een stei ger ter breedte van 1,25 meter uit de voorgevel 'voor de tijd van vier maanden'.7 Als de bouwwerk zaamheden aan de straatkant eind augustus al klaar zouden moeten zijn geweest, kan het bijna niet anders zijn dan dat er al veel werk verricht was voordat de bouwvergunning verleend was. Het terrein moet zeker al bouwrijp zijn geweest en de zware bewerkte hardstenen elementen waarmee de voorgevel is opgebouwd moeten ook al klaargelegen hebben ten tijde van de vergun ningverlening. Hoe lang de bouw (en afwerking!) uiteindelijk geduurd heeft, is niet exact meer na te gaan, maar enkele werklieden hebben hun naam met datum achtergelaten in een kruip ruimte die toegang geeft tot de lichtkooi boven het trappenhuis. Thans nog leesbaar treffen we hier J. de Waal en een zekere Jozef aan, die hun namen dateerden op 4 en 8 mei 1894 (afb. 7). Om dat de namen met verf zijn aangebracht waren ze blijkbaar schilders. Wellicht is deze J. de Waal dezelfde als de voorvader van de tegenwoordig nog altijd actieve schildersfamilie. Het lijkt er dus op dat de bouw en de afwerking meer dan twee 130 Afb. 7: Jozef M.../8 Mei 1894 en J De Waal/4 Mei 1894: de schilders signeren hun werk in een afsluitbare kruipruimte die toegang geeft tot het daklicht. Vaklieden die hun handtekening achterlieten J de WaaU Mei 1894 Jozef M... 8 Mei 1894 Onleesbaar 1894 WEYTS 1905 WME 1905 J. v.d. Bergh Halsteren 24 jan 1922 C. van Aert 10 april 1923 E de Nijs (komt tweemaal voor, vermoedelijk jaren 1920) L.J. Klaassen Timmerman Dorpstraat B75 Halsteren 12 Aug 1941 P.A.C. Meeuwesen Spoorstraat 158 Roosendaal (NB) 12 Augustus 1941 10 december 1958 W. v. Bergen Edisonstraat 108 Roosendaal (Electriciën) (bij dezelfde datum) L. v. Gastel Raadhuisstr. 12B Roosendaal Loodgieter J de Bruijn 17-8-66 F Vleghels 17-8-66 C. Reijchler 19-9-67 A v. Eekelen 6-5-1969 B. v. Heerde 7-8-1970 cv monteur Peter+Gerard Timmerlui October 1977 Aannemer Gebr. v/d Berg John Bergs 9-12-94 Jan Bruys Loodgieter P. Jansen 10 okt 1998 J Geluk Uitvoerder okt 1998 J. v.d. Male 19 jan 1999 Timmerman Frank de Nijs Decoratieschilder 21-5-1999 HCL Dogge Welberg (ongedateerd) WEYTS (ongedateerd) jaar geduurd hebben en we mogen wel aannemen dat het pand niet eerder bewoond is geworden dan het late voorjaar of de zomervan 1894. Een aardig detail is, dat J. de Waal en Jozef bepaald niet de enigen zijn die hun handtekening in de licht kooi hebben achtergelaten. In krijt, potlood of in het hout gekrast treffen we nog 25 stille getuigen aan van verbouw-, reparatie- en restauratieacti viteiten uit vrijwel alle decennia van de twintigste eeuw (zie kader). Indeling, voorzieningen en afwerking Zo namen Euphrasia de Meulemeester-van Has selt, toen inmiddels 34 jaar, haar zuster Othilia van 31, de drie dochtertjes van 14, 13 en 5 en het zoontje van 8 (Joseph, de latere Pastoor De Meule- meester] hun intrek in de nieuwe villa, die ontwor pen en uitgemonsterd was als een Italiaans re- naissancepaleisje. Het moet gezegd worden dat zo'n voorname gevel van 16 meter breed (nog zon der inrijpoort) en 17,5 meter hoog aan een piazza beter tot zijn recht zou komen dan in de 7,5 me ter smalle Steenbergsestraat. Daar staat tegen over dat men aan de achterzijde volop de ruimte had, want het pand was gebouwd op een nieuw gevormd perceel van ruim 3000 m2 (afb. 8). Achter het huis gaf een op fundering gebouwde veranda over de volle breedte van het pand uit op een diepe, parkachtige tuin in L-vorm met rechts achterin een serregebouw, dat als theehuis of als oranjerie dienst zal hebben gedaan. Als men door de nu nog bestaande inrijpoort ging, passeerde men eerst aan de rechterkant het huis en na 35 meter trof men aan de linkerkant ook nog een groot dienstgebouw aan, opgetrokken uit dezelfde baksteen als het huis met een met pannen ge dekt schilddak. Hierin bevonden zich het washuis, de paardenstallen, de remise voor de koetsen, een bergruimte en diverse kleinere ruimten voor de opslag van hout, water en mest. Het gebouw had een eigen welput en een gemak (naast de mest- bak!). De ruimte opzij en achter dit gebouw be hoorde bij de tuin en liep door tot aan de achter erven van de huizen aan de Steenbergsestraat en de Moeregrebstraat. Uit de overlevering is nog bekend dat zich in het rijpad bij de dienstingang wekelijks een tafereel afspeelde, dat bij oudere Bergenaren wel bekend stond als de vrijdagse n'ööp. Hiermee werd de groep minderbedeeld volk bedoeld die zich daar elke vrijdag verzamelde, omdat er dan door het huispersoneel namens de familie brood werd uitgedeeld aan de armen. 131 De Waterschans 4 - 2013 FAUSTQ NUMINE BERQA VICTRIX

Periodieken

De Waterschans | 2013 | | pagina 6