I - - T 1 qW° r-!r.ai.n-i-- Afb. 8: Een doorsnede en het funderings- en kelderplan op de ontwerptekening van Piet van Genk, behorende bij de bouwvergunning nr. 1873 uit 1892. Het 'goede volk' dat door de voordeur aan de Steenbergsestraat binnenkwam, kwam terecht in een 15 meter diepe en 4-,60 meter hoge gang, rijk gedecoreerd met stuc- en schilderwerk. Rechts van de gang was de ontvangstruimte ge situeerd (op de ontwerptekening van Van Genk als 'zaal' aangeduid) met en suite de tuinkamer. Links van de centrale gang waren de woonkamer, de kinderkamer, de personeelsingang, de toilet ten, de keuken, bijkeuken en de toegang tot de kelders (afb. 9). Een royale trap van 25 treden voerde naar de slaapverdieping, waar de indeling rondom de grote overloop precies beantwoordde aan de samenstelling van het huishouden anno 1894-: de grootste slaapkamer aan de voorzijde voor Euphrasia zelf, drie iets kleinere kamers (voor, midden en achter langs de noordgevel) voor haar zuster en de twee grootste kinderen en twee kinderslaapkamers aan de tuinzijde. Voorts een ruimte die waarschijnlijk als linnen- of badkamer dienst deed, een serreachtig kamertje aan de tuinzijde en nog een balkonkamer aan de straatkant. Op de tweede verdieping bevonden zich een bergruimte en vijf kamers, sommige met (thans nog aanwezige) bedstee, voor het personeel. 1 1*1-- Afb. 9: De indeling op de begane grond op de ontwerptekening van Piet van Genk De Waterschans 4 - 2013 132 Afb. 10: Nog functionerende blinden met de negentiende-eeuwse verflagen er nog op. Links ingeklapt aan de tuinzijde, rechts uitgeklapt aan de kant van de Steenbergsestraat, na reparatie van de granaatinslagen uit de laatste oorlogsdagen. De inrichting was zeer luxueus voor de tijd. Om te beginnen was er gasverlichting, waarvan de len van het leidingwerk tijdens de restauratie zijn teruggevonden. In de grootste vertrekken van het huis, de ontvangstzaal en de tuinkamer, hingen naast de kroonluchter onder het centrale rozet nog armaturen in elke hoek van de ruimte. Dat is vandaag de dag nog zichtbaar aan de onge schonden hoekrozetten van het plafondlijstwerk. Er waren haarden in bijna alle woon- en slaap vertrekken, gescheiden inpandige gemakken (voor familie en personeel) en een eigen water voorziening met een welput in de kelder. Op het aantal gemetselde wijnschappen dat daar aan wezig was (en deels nog steeds is) zou menig wijnhandelaar jaloers zijn: in totaal ruim 4-0 strek kende meter schaplengte! Via een kelderluik aan de zijde van het rijpad konden voorraden binnen gebracht worden, zodat men kolen en dergelijke niet door het huis hoefde te dragen. Op de benedenverdieping konden de ramen ver duisterd worden met in de gevels ingebouwde rolluiken en op de slaapverdieping met in de dagkanten van de raamkozijnen wegklappende blinden (afb. 10). Veel aandacht was er besteed aan de decoratie van de vertrekken met sierstuc- en schilderwerk. Niet alleen de ontvangstruimtes, waaronder de gang en de zaal, waren voornaam en uitbundig gedecoreerd, ook in de privé-ver- trekken en de slaapkamers trof men marmer- en houtimitatiewerk aan, veelkleurig beschilderde panelen en flamboyante plafonddecoraties. De houten vloeren van overlopen en slaapkamers waren voorzien van tapijtimitaties die opgebracht waren door middel van sjabloon- en tamponneer- techniek. Ook de vloeren van de kamers van het huishoudelijk personeel waren zo uitgevoerd, zij het eenvoudiger, maar wel tot in de bedsteeën toe. Bloemen- en plantenmotieven waren favoriet, op plafonds en vloeren en ook op de wanden, die gedecoreerd of behangen waren (afb. 11). Zelfs de stalen deur van de ingebouwde kluis was zo geschilderd, dat het leek of deze met Frans notenhout was gefineerd. Al is het zo dat over smaak niet te twisten valt, het is onbe twistbaar dat Euphrasia de Meulemeester-van Hasselt een dure smaak had. Het enige vertrek waarvan wij thans geen idee hebben hoe dat was uitgevoerd, is de badkamer, maar we kun nen veilig aannemen dat de familie in weelde gebaad heeft! Van de mate van de weduwe's welstand vinden we vandaag nog twee stille getuigen in de collec tie Kerkschatten die sinds 2001 permanent ten toongesteld is in het zuidoostelijke transept van de Gertrudiskerk. Bij gelegenheid van de Grote Communie van oudste dochter Sophia in 1896 schonk zij de parochie twee zilveren altaarschel len die ze in Eindhoven had laten vervaardigen. De Waterschans 1 - 2013 133 De Waterschans 4 - 2013 MUMINEj /.CTR.XJ xa. -P .Ji. - V- t - mihAbiiU'^

Periodieken

De Waterschans | 2013 | | pagina 7