r r. elf mpfe
Sa
"r i r r. r ir r cir; riff J
f r r. nr j M I l cirj^
T r r;
1. Daar gingen drij ruitertjes uit om jagen
Buiten de poorten van Berg op Zoom.
Wat hebben zij gevonden
In een zeer korte stonde
Ze hebben daar gevonden een nieuwgeboren kind.
2. Zijder hebben dat kleine kind opgenomen,
Zij zijn daarmee naar de herberg gegaan
„Weerdin al van de Viere
Tapt ons een kanne biere
Me hebben daar gevonden een nieuwgeboren kind".
3. De weerdin heeft de kan in de hand genomen,
Zij issere daarmee naar den keldere gegaan;
Ze heeft 't biertje wel getapt,
Maar ze 'n heeft 't niet wel geschonken
't Biertje was veranderd in den rooden bloed.
4. De ruitertjes in het kannetje keken
„Weerdinnetje, en houdt gij den zot met ons
„Ba, neen ik," zei zij, „heeren,
En wilt aizoo niet schreeuwen
't Zijn der al de teekens van onzen grooten God".
5. De ruitertjes tegen dat kleine kind spiaken
„Zijt gij van God, en spreekt tegen mij,
Of zijt gij van den boozen,
Wilt zeere van ons scheiden
't Kinnetje heeft zijn mondetje wijd opengedaan.
6. Het sprakker drij woordetjes achter malkander
„Menschen, bekeert U, t is meer als tijd;
Want God zal overzenden
Drij straffen van allenden
Oorlog en pest en dieren tijd."
7. Maar tsnachts omtrent den elven of den twaalven,
Daar zijn deze drij mannen in de lucht vertoond
Den eersten met een roeie
Den tweede met een zweerde
Den derde met zijn dierbaar kruisje gelaan
God heeft zijn mirakel in de lucht gedaan.
8. Groote hagelstenen zijn deze gevallen
Tusschen den regen al en den sneeuw;
De hagels die der lagen,
Me woegen ze in een schale
leder woeg omtrent een half vierendeel.
Var. 1, 2. Berg op Zoom Berg op Zee
5, 4. ons mij 7, 5, zijn een
8, 5. In plaats van de herhaling van nr. 5 hoort men bij
wijlen De ander, woegen elk een heel vierendeel.
214
Deze veel jongere tekst vol typisch West-Vlaamse uitdrukkingen is min
der gaaf dan die wij volgen.
Blyau en Tasseel vermelden dat zij tekst en melodie hebben opgetekend in
leperen uit de mond van de kantwerksters, vrouw Gadeyne (tekst) en vrouw In-
gelaere (muziek).
Deze melodie minder mooi dan die bij de Coussemaker maar wel interes
sant luidt dan
het wonder van bergen opzoom.
Dear gin-gen drij rui-tertjes uit om je-gen
Buyten de poor-ten van Berg op Zoom. Wet heb-
ben zij gevonden In een zeer korte stonde?
Ze_heb-ben daar gevonden een nieuw-ge-bo-ren kind
1/ \s
Zs^heb-ben daar ge-von-den een nieuwgeborenkind.
6) De Cousemaker, Charles Edmond Henri geb. 19 april 1805 Bailleul, t 1876
te Lille. Een zeer veelzijdig man vrederechter, historicus en als musicoloog
een van de belangrijkste pioniers op muziek-wetenschappelijk gebied. Zijn
voornaamste werk „Chants populaires des Flamands de France, Gand 1856.
7) Hazebrouck (vl. Hazebroek), hoofdstad van het voormalig arrondissement
H. (1790-1926) in het huidige departement Nord in Frans-Vlaanderen. De stad
werd Frans bij de Vrede van Nijmegen 1678. Beroemd is de keure van 1336, die
een van de volledigste beelden geeft van de zeden en gewoonten in het 14e
eeuwse Vlaanderen. De stad telt momenteel een 19.000 inwoners en werd tij
dens de twee wereldoorlogen zwaar beschadigd, aldus J. v. Overstraeten, De
Nederlanden in Frankrijk, Antwerpen 1969.
8) Mei-vieren o.a. in Vlaanderen en Brabant kende men eertijds Meigilden, d'e
een Meigraaf kroonden, waarna de Meiboom werd ingehaald en de Meigravin
werd gekozen. Op het dak of voor de woning van ongehuwde meisjes werd op
Mei-avond de „mei" geplant. Met behulp van symbolen gaf de jeugd zijn oor
deel over die jongedames berketwijg „goed en schoon", buks „steeds
groen"; brem, hagedoorn en kersetak waren bepaald niet vleiend. In West-
Vlaanderen betekende populier onstandvastig, vlier kwaadaardig, els
praatziek, spar hoogmoedig, notetak ontrouw.
Meerdere oude Meigebruiken zijn in kinderspelletjes overgegaan.
215