BoS
XX
RENOVATIE
miste Anneke Kuypers, die werkzaam was in het potbakkersbedrijf van haar vader,
die „Delfgouw" exploiteerde aan de Spiegelstraat te Bergen op Zoom. Anneke
Kuypers, thans Mevr. Plompen-Kuypers, woont in Dohaa-Quatar. (Arabische Golf).
Potbakkerij Delfgouw (opgeheven 1971) was een voortzetting van de potbakkerij
van Gillissen.
Uniek is het potmerk no. 8. Het werd met de hand ingekrast (dus n.et gestempeld)
op de onderzijde van een braadpan. Dit fragment werd gevonden in de Klaver
straat. Eerst bij wassen van de zwartgeblakerde bodemscherf kwam de signatuur
heel dunnetjes te voorschijn. Het is zeldzaam dat een pot gesigneerd werd op de
onderkant van een bodemvlak.
Potmerkteken no. 5 is uniek in zijn soort. Zowel de B als de Z staan omgekeerd.
F. G.
1. Diam. 27 mm. Drie vertikale kruisjes. Daaronder letters BoZ. Boekdrukletters
(hoogte 6 mm) even groot. Daaronder WM. letterhoogte 4 mm. eig. F.G.
2. Diam. 27 mm. Letters BoZ boven. Letterhoogte 7 mm. Verschoven tijdens stem
pelen. Tussen andreaskr. staat letter M. Eig. Hr. van de Loo te Eindhoven.
3. Twee andreaskruisjes, waarvan balklengte 10 mm. Daartussen, hoger geplaatst,
letter T. Eveneens 10 mm. Onder BoZ. Hoogte 10 mm. LetSerdikte en kruisbalk
dikte 1 mm. Ongebruikelijk zwaar stempel.
Betwijfel voorlopig de Bergse „origine". Misschien een product uit De Leur
Eig. Hr. Aben te Eindhoven.
4. Ovaal stempel van C. A. Verkouteren. Korte as 30 mm. Lange as vermoedelijk
35 mm. Letterhoogte 5 mm. In binnenveld boz. Daaronder nog spoor van kruisje.
5. Middellijn 22 mm. Sluitcirkel rechts afgeplat. Drie Andr.kr. Middelste hoger.
Letters BoZ totaal „verkeerd". Lintletter Z. Eig. F. G.
8. Uit de hand ingekraste letters en kruisjes. Staat BoS. (phoenetische schrijf
wijze). Andreaskruisjes excentrisch en onder letters geplaatst. Letterhoogte
BenS 6 mm. O 3 mm. Geen sluitcirkel. Eig. F. G.
8
Op 17 januari jll. werd in de Markiezenzaal van het stadhuis eer. voorlichtingsavond
gehouden betreffende Renovering van de Bergse binnenstad.
Wethouder Dr. E. Hartel ontvouwde zijn vizie daarop in een reden, welke alleszins
verdient te worden vastgelegd.
Kennis van het verleden alsmede respect voor het historisch authentieke, vormen
de pijlers, waarop een hoogwaardig beleid kan steunen.
Wij hopen van harte dat deze vizie nog meer gemeengoed gaat worden van onze
burgerij.
240
In DE MAAND AUGUSTUS VAN HET JAAR 1944 BEGONNEN DE BEWONERS
van Polen's hoofdstad Warschau een opstand tegen de gehate Duitse bezetters. Zij
verwachtten dat de Russen, die voor de poorten van hun stad stonden, hen wel zou
den helpen. Maar de Russen hielden zes weken op de plaats lust. In die afschuwe
lijke zes weken waren de opstandelingen aan hun lot overgelaten en werd het vuur
van de opstand geblust.
Niet geblust echter werden de in lichterlaaie staande gebouwen van het historische
stadscentrum. Alles wat er tenslotte overbleef, besfond uit een onmetelijk grote
rokende puinhoop. Na de oorlog hebben de Polen met grote offers en koppige vast
houdendheid hun hoofdstad weer opgebouwd en zij deden dat letterlijk precies het
zelfde zoals hij geweest was. Of zij daar gelukkig mee zijn, zal ik U straks verklappen.
Ook van onze stad kunnen we zeggen dat hij min of meer door een ramp getroffen is.
Oorzaken van deze ramp zijn o.a. miskenning van historische waarden en het niet
tijdig inzien van de belevingswaarde van de kleinschaligheid van onze binnenstad.
Voorts is de huurpolitiek van vorige regeringen, vooral van die van vlak na de Tweede
Wereldoorlog, funest geweest. Dit heeft geleid tot sloop en verval van veel dat thans
een wezenlijk bloeiende en boeiende functie gehad zou kunnen hebben.
Als diepere oorzaak van de ramp zou ik de Industriële Revolutie willen noemen. Onze
stad wordt voor het eerst met dit fenomeen geconfronteerd omstreeks 1830. In de
tijd voorafgaand aan de Industriële Revolutie, en dan bedoel ik de periode van het
begin van de Middeleeuwen af tot omstreens 1800, werd de opbouw en uitbreiding
der steden beheerst door een patriarchale conceptie. De machthebber, of dat nu een
vorst, een bisschop of een handelsoligarchie was, het doet er niet toe, wist bewust
schoonheid te verenigen met een bescheiden streven naar doelmatigheid. De doel
matigheid was dus onderworpen aan het criterium van schoonheid. De Industriële
Revolutie bracht een omkering van dit principe teweeg. Als criterium gold niet langer
de schoonheid, maar de efficiency, de doelmatigheid. De gevolgen waren rampzalig
en wel het meest in de steden die een snel groeitempo aannamen. Het gebrek aan
ruimte, dat er in de kernen van deze snelgroeiende steden ontstond, werd gecom
penseerd docr afbraak van oude panden en nieuwbouw in de hoogte.
Gelukkig is onze stad niet snel gegroeid na de opkomst van de moderne industrie.
Daaraan is het te danken dat we nog betrekkelijk veel uit het verleden bewaard
hebben.
Een van de grootste moderne bedreigingen van de oude binnensteden is (of was
het verkeer, waarvan de ontwikkeling uiteraard ook is terug te voeren tot de Industri
ële Revolutie. Vooral weer in de snelst groeiende steden werden de grootste conces
sies gedaan aan het opkomende gemotoriseerde verkeer.
Het is een bekend feit dat onze Gevangenpoort tegen het eind van de vorige eeuw
bijna gesloopt is teneinde het verkeer van de Haven naar het Centrum en omgekeerd
ter wille te zijn.
in de sneller groeiende steden waren vooral na de Tweede Wereldoorlog doorbra
ken aan de orde van de dag. Ook voor onze stad is er in de loop van de jaren vijftig
een groots doorbrakenplan ontwikkeld. Wederom heeft de langzame groei van onze
stad, en later het verzet van onze burgemeester van de Laar tegen deze snode plan
nen, voorkomen dat de sinistere doorbraken verwezenlijkt werden.
Men heeft in het algemeen de ervaring opgedaan dat elke concessie aan het verkeer
weer nieuwe eisen om verdergaande concessies oproept. Ons nieuwe verkeerscircu
latieplan betekent duidelijk een grote vooruitgang in het behoud van onze binnen-
241