5
Een niet alledaagse Bergse bodemvondst
u
l
-=
I
Tijdens graafwerkzaamheden aan de Westzijde van de Fortuinstraat1) kwam uit het
zwarte zand een stukje metaal te voorschijn, dat er nogal groen-geoxideerd uitzag.
Om dit kopergroen te verwijderen werd het voorwerpje enkele dagen gelegd in wei
(het waterig deel van karnemelk), waaruit het stralend te voorschijn kwam. Het „stukje
metaal" blijkt het koperen slot te zijn van een oud Evangeliarium.
Deze kostbare boeken, met zo mogelijk nog kostbaarder boekbanden, werden dicht
gehouden met versierde koperen lippen, die aan het uiteinde halfrond waren omge
bogen; daarmee grepen ze om een horizontaal koperen staafje, dat op de rand van
het bovenplat zat vastgemaakt.
Het Bergse boekenslot is lang 8,5 cm, onderaan 3,5 cm breed en bovenaan 1,9 cm.
Het bestaat uit twee dunne koperen (bronzen) plaatjes. Daartussen wordt de leren lip
vastgeklemd middels drie kleine koperen klinknageltjes; waarvan het hoogstgelegen
versierd is met concentrisch gegraveerde lijnen. Van onder is het voortreffelijk ver
sierd met zeer beheerst gestoken lijnen: twee palmetbladvormen in het midden en twee
halve, dubbelzogrote palmetmotieven aan de linker en rechterzijde. Vlak daarboven
zijn drie evengrote doorboringen aangebracht, ieder met een diameter van drie mili-
meter. Naar boven toe is ook een vaardige versiering gegraveerd. Doordat het boven
ste plaatje aan de linker- en rechterzijde een schuin opstaande kant heeft wordt de
dikte van het leer gemaskeerd en volledig opgesloten. De achterzijde van het slot ver
toont twee klinknageltjes en het wat hoger gelegen derde. Voorts zijn er, nauwelijks
zichtbaar, twee andere cirkeltjes, waarvan niet met zekerheid gezegd kan worden dat
het oude sporen zijn van een vroegere funktie.
256
Het geheel ademt de perfektie en het vakmanschap van een voortreffelijk edelsmid,
die bijzonder in het graveren bedreven moet zijn geweest. Tijdens het verwijderen van
zandresten tussen de plaatjes kwam er een leer- of perkamentrestant uitvallen. Jam-
mergenoeg is dit stukje tijdens het oppoetsen kwijt geraakt. Maar er zit, diep in het
slot, nog leer of perkament opgesloten.
De eerste vraag die oprijst is: waar werd dit werkstuk vervaardigd en hoe oud kan het
eventueel geschat worden? Zijn er soms kenmerken of stijlmotieven, waaruit een mo
gelijke datering valt af te leiden?
Zonder er voorlopig conclusies aan te verbinden, was het opvallend, dat op de expo
sitie „Rijn en Maas" kunst en cultuur tussen 800-14002) een boekband lag met prac-
tisch identieke sloten. Deze zaten aan het Sacramentarium uit Sankt-Vitus te Mön-
chen Gladbach (catalogus no. E 19 blz. 212) waarvan de catalogus eveneens meedeelt
dat dit boekwerk tussen de jaren 1070 en 1080 te Keulen gemaakt is. Zie bijgaand
schetsje van voor en achterzijde slot.
5
Overeenkomsten zijn: het type van de sluiting,
het materiaal, de concentrische gegraveerde
lijnen rond het klinknageltje. Graveerlijnen
aan het bovendeel van de sluiting en de
speelse onderrand van de voorzijde.
Niet-aanwezig zijn: de drie gaatjes en de paI-
metlijnen. Het Bergse boekenslot bezit een
grotere aristocratie in de afwerking en is
wat langwerpiger. Het moet gezeten hebben
aan een boek, dat versierd is geweest met
gegraveerd koper, edelstenen, emailwerk, zil
verdrijfwerk en mogelijk een ivoren relief. Wie de expositie te Brussel heeft gezien,
vermag zich een beeld te vormen van het kostbare boek dat zich te Bergen op Zoom
kan hebben bevonden. Dat we met een vroeg werk te doen hebben bewijzen de aarde-
werkscherven welke ongeveer terzelfder hoogte gevonden werden.
Een klein randfragment van een pot bezit een profiel, dat heenwijst naar zeer oude
tijden. Qua vorm vertoont het overeenkomst met Pingsdorfer ceramiek uit de jaren 1100.
Eerst wanneer vergelijkende vormstudies zijn gemaakt kunnen we iets naders over de
anciënniteit zeggen. Blijft ook de vraag hoe het Bergse boekenslot op één diepte van
85 centimeter in de grond terecht kwam. Ging het soms verloren tijdens het trekken
van de jaarlijkse Kruis-Ommegang door Bergens' middeleeuwse straten? Deze vraag
heeft dan pas zin, als de route bekend is, die in de 14e eeuw werd gevolgd. Welke
kostbaarheden werden zoal meegedragen?
Een tweede vraag: stond er ter hoogte van waar nu de Fa. W. Asselbergs is geves
tigd, in de 11e of 12e eeuw 'n klooster of kerkje? Zou het voorts mogelijk kunnen zijn,
dat bij het uitbreken van de godsdiensttwisten, de kerkschatten uit de Grote Kerk in
veiligheid werden gebracht in panden, gelegen aan de Fortuinstraat? Of heeft het ko
peren slot gezeten aan 'n boek uit de kapel van het Markiezenhof? Weet men, welke
kostbare boeken daar toen berustten? Vele vragen rijzen. Voor speurders is er werk
aan de winkel.
Fons Gieles.
n) oktober 1972.
2) van 15 sept. tot 31 okt. 1972 in de Koninklijke Musea voor Kunst en Geschiedenis
te Brussel.
257