Het huis Cranenborch Bij de brand van de huizen Grote Markt 8 en 9 op 24 januari 1973 liep ook „Cranen borch", Grote Markt 11, flinke schade op. Vooral de zijgevel werd hierbij getroffen. Het herstel van de brandschade vormde de aanleiding tot een gedeeltelijke restauratie van het huis. Het eerste onderzoek, maar vooral het reinigen van de zijgevel maakten duidelijk, dat Cranenborch tot de meest belangwekkende laatmiddeleeuwse huizen van Bergen op Zoom gerekend kan worden. De oudste, zij het zijdelingse, vermelding van het huis in de stadsregisters dateert van 13971). In dat jaar verkoopt Wouter de Brouwer zijn huis met erf (Grote Markt 12) aan Janne Wayen de Kersmaker. Als noordelijke belending wordt opgegeven huis en erf van Arne Reynboutssoen. In 1407 verkoopt Arnout Rombouts zijn huis en erf „aan de merct bide roester van de kercke aan Jan van Goirle. Ook in die tijd was kennelijk het voorplein van de kerk al met een „roester" van de Markt afgescheiden. In de twee de helft van de 15de eeuw is de eigendom van het huis nogal verdeeld. Wel heeft de familie Van Goirle een belangrijk aandeel hierin. In 1494 en 1505 verkopen Jacob van Gendt en De tafel van de H. Geest hun aandelen, groot 1/22 en 1/10, aan Matheuse van Goirle, een juwelier. Mogelijk kwam hij daarmee in bezit van het volledige huis. In 1653 is de eigendom van Cranenborch samen met die van het Sweert (Grote Markt 12) in handen van de accijnsmeester van Bergen op Zoom, die een der panden zelf bewoont. Vijftien jaar later worden de huizen weer gescheiden verkocht. De kelders van het Sweert blijven bij Cranenborch, een situatie die tot voor een vijftal jaren is blijven bestaan. Cranenborch is dan in gebruik als tabakswinkel. De eerste vermelding van de cafébestemming, zoals die ook nu nog bestaat, dateert van 1737. Het nieuwe gebruik bracht ook een nieuwe naam mee: het Bredasch Koffijhuis. Deze naam bleef tot in het begin van de 20ste eeuw bestaan. Zoals het huis zich thans vertoont, is het het resultaat van een eeuwenlange bouwge schiedenis. Het ongetwijfeld oudste onderdeel is de met het Sweert gemeenschappe lijke bouwmuur. De muur is ca. 70 cm dik en opgetrokken van kloostermoppen. In de vierde travee vanaf de Markt is fragmentarisch de ontiastingsboog van een dichtge metselde venster- of deuropening zichtbaar geweest. Het was door de beperkte om vang van de werkzaamheden niet mogelijk dit verder te onderzoeken. De boog da teerde wellicht uit de tijd dat Cranenborch nog niet bestond of tenminste veel kleiner was. De conclusie, dat het hier een voormalige vrijstaande zijgevel van het Sweert betreft, lijkt gerechtvaardigd. Meer naar voor, in de tweede travee, bevindt zich een uitkraging voor een schoorsteen op natuurstenen consoles. Dit bouwfragment, gemet seld van kleinere bakstenen (23x11 x 5,5 cm), verdween bij de bouw van het thans bestaande huis achter de nieuwe schoorsteen. Nu is het weer zichtbaar in de vorm waarin het aangetroffen is. Omstreeks 1500 moet er een grootscheepse verbouwing hebben plaatsgehad. Daar wijst tenminste de detaillering van de zijgevel en de verdiepingsbalklaag op (tek. 3, 4 en 5). Met gebruikmaking van de oude zijgevel van het Sweert werd Cranenborch geheel nieuw opgetrokken, mogelijk in opdracht van Matheus van Goirle de juwelier, die het omstreeks die tijd bezat. Waarschijnlijk kreeg het huis toen de vorm, die het in 1739, toen Abraham de Haan de oostwand van de Markt tekende, nog bezat 2). Cranenborch, dat tegen de stadstoren is aangebouwd, is een vijf traveeën diep zaal huis met een kelder, twee verdiepingen en een zolder. Aan de noordzijde van de steun beer van de toren is er een uitbouw, mogelijk een traptoren, die in de 17de eeuw in gewijzigde vorm herbouwd moet zijn. (tek. 1). Merkwaardigerwijze geeft De Haan deze uitbouw niet aan, terwijl die wel voorkomt op de maquette van Nézot uit 1751. De on derbouw van de gevels is geheei van hout geweest. Het uitzonderlijk gevolg hiervan 43

Periodieken

De Waterschans | 1968 | | pagina 178