Een Franse ervaring aan een Brabantse Douane-Grens in 1857. gestapeld worden. De bovenste zijn de kapspanten, waarbij de stijlen schuin ge plaatst zijn. 4) Constructie van „stenen huizen": bouwwijze, waarbij de balken rechtstreeks ge dragen worden door stenen muren. De balken zijn vaak met sleutelstukken en kraagstenen in de muur opgelegd. 5) Tekening door Hans Bol van de Markt te Bergen op Zoom, aanwezig in de collectie F. Koenings te Haarlem. 6) Foto van de oostzijde van de Markt omstreeks 1870, eigen collectie. 7) Bouwvergunning aanwezig in het Gemeentearchief van Bergen op Zoom. afb. 2 46 De douane is nog steeds een noodzakelijke instelling in onze huidige samenleving. Het „grote publiek" neemt tegenover douanebeambten veelal een gereserveerde hou ding aan. Persoonlijk kunnen wij ons slechts lovend uitlaten over de wijze waarop wij bij onze talrijke reizen naar Frankrijk door de Roosendaalse douanebeambten zijn be handeld. Deze lof valt echter in het niet bij die welke een Franse reiziger diezelfde douane - maar dan in de 19e eeuw - toezwaaide. Die reiziger was de Franse auteur Maxime du Camp, geboren te Parijs in 1822 en gestorven in Baden-Baden in 1894. Hij schreef gedichten en romans, benevens studies op politiek en sociaal gebied. Maar het meest van belang blijven zijn Souvenirs littéraires (1882-1883, 2 vol.). Tweemaal maakte hij grote reizen door Oosterse landen, in 1849 (-1851) samen met Gustave Flaubert, de auteur van Madame Bovary. In 1857 bezocht Maxime du Camp ook Holland. Zijn reisindrukken publiceerde hij in de Revue de Paris1), waarvan hij mede-oprichter was. Hij behoorde tot de „romantiques attardés"2) (romantici van het laatste uur). Inderdaad kon alleen iemand van een der gelijke geaardheid een instituut als dat van de Roosendaalse douane bezingen in de hier volgende warme bewoordingen: „Terwijl de locomotief onder het rijden witte wolkjes uitstootte tegen de blauwe lucht, bereikten wij Roosendaal, waar de trein België verliet om Holland binnen te gaan.3) Ik kan u niet zeggen hoezeer ik bekoord was door de beleefdheid, of beter gezegd door de exquise hoffelijkheid der Hollandse douanebeambten; ter wijl bij ons de ondergeschikte gezagsdragers doorgaans lastig, laatdunkend en agressief zijn, heb ik aan deze grens slechts goede manieren en welwillendheid aangetroffen. De beambten, gekleed in de korte uniformjas, op de linkerschou der versierd met twee zilverkleurige, eikelvormige kwastjes, beijverden zich ron dom ons met duizend vriendelijkheden en innemende manieren, die nog meer 47

Periodieken

De Waterschans | 1968 | | pagina 180