Fa. A. J. DE KOK EN ZOON VOOR KWALITEITSWERK NIEUWBOUW RESTAURATIE VERBOUWINGEN AANNEMINGSBEDRIJF WOUWSESTRAATWEG 66b BERGEN OP ZOOM TELEFOON 01640-3547 RONDOM DE KREEKRAKPOLDER Tussen de Belgische grens, de polders van Ossendrecht en Woensdrecht en die van Bath ligt ruim 250 ha rijpe schorren. Dit buitendijks gebied doorsneden van diepe killen en kreken is een schoolvoorbeeld van natuurlijke landaan- winst. Als men zo'n terrein nog nooit heeft gezien raad ik u aan dit zowel van de Brabantse als van de Zeeuwse kant te bekijken. Maar waagt u er zich niet in zonder betrouwbare gids want het is levensgevaarlijk. Een veelvoud van dit terrein vormde in voorhistorische tijden de Schelde- delta waar doorheen de Schelde beneden Antwerpen recht naar het Noorden stroomde om ter hoogte van het huidge Hollandse Diep zich met het water van Maas en Rijn te verenigen. Wie het nog woeste schorrengebied heeft bekeken kan zich gemakkelijk indenken dat de oude Schelde geenszins door een mooie scherp afgetekende bedding naar het Noorden stroomde maar een groot aantal smalle en brede kreken volgde Eeuwen lang was de huidige Westerschelde, zo rond 1400 nog de Ottogracht ge heten, niet veel meer dan een brede poldersloot met het Hontemeer als boezem. Er is een legende die verhaalt, dat het water zo smal was dat er ter hoogte van Bath een brugje over lag. Jacobus Ermerins, een bekende en voor zijn tijd betrouwbare Zeeuwse ge schiedschrijver op het einde van de 18e eeuw, vertelt in zijn boek over Reimerswaal dat hij in een handschrift van wijlen zijn vriend „den Eer waarden en geleerden J. van Iperen" deze legende vond opgetekend. 2) „In den ouden Doel is als eene ontwijfelbare overleveringe aangenomen dat van Bats, een dorp in het Verdronke Land van Rommerswale in oude tijden eene brug over de Hont geweest zij, zoodat de Batse Boeren te Hulst hun koorn ter markt bragten, en alsdan eene bede vooruit zonden, om de kinders te Hulst van de straat te weren, alzoo de Batsche Boeren die zeer dol kwamen aan stuiven, op reis derwaarts waren." Dr. J. C. de Man deelt ons een gelijksoortige overleveringe mee: :i) „dat er in zeer oude tijden te Bath eene brug lag over de Schelde. En toen de vrede tusschen Holland en Vlaanderen geteekend werd, vergaderden de Hollandsche heeren te Rilland en de Vlaamsche te Saaftingen, en er was zeer weinig water tusschen beide." Het Scheldewater door de vele inpolderingen in de loop der eeuwen in nauwe kanalen teruggedrongen heeft het armtierig kreekje ten Zuiden van Bath geleidelijk aan verruimd door de venige ondergrond los te slagen en weg te spoelen. Inmiddels hadden gedurende een proces van eeuwen wind en water de duinenrij die de grens vormde met de Noordzee zo ernstig aangetast dat op twee plaatsen de beschermende zandrug was teruggebracht tot een ondiepe drempel waarover het zeewater telkens naar binnen gulpte. 4) Eens is de bres zo groot geworden dat het Scheldewater naar buiten kon stromen. Toen de doorgang er eenmaal was verliep het proces vanzelf sprekend veel sneller en al spoedig ontstond er een geul die aan de schepen gelegenheid bood uit en in te varen. 5) 39

Periodieken

De Waterschans | 1968 | | pagina 22