r slibrijk water meer in de Oosterschelde komen en kwam er ook een einde aan de doorstromingen die talrijke kreken op diepte hielden. Een en ander veroorzaakte een complete revolutie in de wordingsgeschiedenis van het polderland voor de pleistocene zandige Westkust van Noord Brabant. In de zuidoostelijke zak van de Oosterschelde verzandden de kreken en killen en doordat er geen slib meer werd aangevoerd wasten de schorren niet meer aan. Op vele plaatsen ging de oorspronkelijke aanwas over in afslag. Ouderen onder ons in het westen van Noord Brabant zullen zich nog de Zeekant van de Gebrs. Touw herinneren met op de grazige schorren een kiosk en Scheve- mngse strandstoelen en een schorrenstrook van honderden meters breed23) Door stroomverlegging zijn deze schorren in amper vijftig jaar door de staag vretende werking van het vloedwater verdwenen. Ten zuiden van de spoorwegdam ontwikkelde zich een ander beeld. Daar in de grote stille vlakte buiten de stroombedding van de Westerschelde kreeg het uit Frankrijk en België aangevoerd slib ruimschoots gelegen heid tot bezinken. Daarbij ijverig geholpen door een specifieke zoutminnende vegetatie met het strandzoutgras als pionier 24). Vandaar dan ook de snelle inpolderingen en als België en Nederland elkaar beter hadden kunnen vinden zou hieraan in de vijftiger jaren nog ruim 250 ha vruchtbare grond voor landbouw- en veeteelt-doeleinden zijn toegevoegd door de inpolderingen van de slikken van Hinkelenoord. K. v. d. Watering Verantwoording en verklaringen: Covadewa „Hoe de Markiezaatsgronden ontstonden". De Wandelaar, 10e jrg., blz. 200-205 en 230-237. 2) Jacobus Ermerins. Eenige Zeeuwsche oudheden, uit echte stukken opge helderd en in het licht gebragt; behelzende eenen beschrijving van de gewezene stad Rommerswale, blz. 180-181. Middelburg 1788. Dr. J. C. de Man. Twaalf schedels van Reimerswale en de bevolking van Zeeland, blz. 56. Middelburg 1893. 4) Vgl. de overigens minder juist getekende kaart van Zeeland rond 1274 in Smallegange. Nieuwe Cronijk van Zeeland, blz. 71. 1696. Vrijwel tegelijkertijd zou een andere belangrijke doorbraak, het enkele kilometers naar het zuiden gelegen Zwin, waaraan het rijke Brugge in de Middeleeuwen vooral zijn opkomst dankte, langzamerhand gaan ver zanden. Op de dag van vandaag is de duinenrij daar nog onderbroken. Gemiddeld is het verschil in zoutgehalte tussen de Wester- en Ooster schelde 0.5 en 3 °/o Nacl. C. Slootmans Wat de Oosterschelde verzwolg, Avondster 6 en 7 juni 1934. 3 G. C. A. Juten. De Parochiën van het Bisdom Breda, afl. Hildernisse (Hil hoogte, nisse schorren) Emaus en Borgvliet, blz. 153. 9) C. Slootmans, Oud Ossendrechtse Sprokkels (1939). 44 10) Tolkaart van Fillips de Schoone, waarschijnlijk uit de jaren 1494-1504 gedeeltelijk gereproduceerd in J. Denucé. De loop van de Schelde van de Zee tot Rupelmonde in de XVe eeuw. Originele kaart berust in het Rijksarchief Brussel. Zeer duidelijke kaart. 31) Omtrent dit noodweer vinden wij in het Register Breeden Raad, Bergen op Zoom. 1526/57. Gemeente archief Bergen op Zoom, los bij blz. 84: Op ten Saterdach den 6 en dach van Novembris in het jaar 1530 is ge- commen een groote deerlick vloet met eenen noortoester wint, die im- petuees was ende begonste des nachts daer te voeren, ende duerde den geheelen saterdach tot des ander daechs toe ende zijn innegegaen met den selven vloede, 'tZuytlant van Bergen, Borchvliet, Hildernisse, Woens- drecht, Ossendrecht, Santvliet, Lillo ende voirts all dwaeteslant tot Ant werpen toe item, daer tegens over Antwerpen is ingegaan al dlant van Waes in Vlaanderen, Beveren etc. ende over die Hont, all Zuytbeveland met allen den steden int selve lant, die voll waters staen dmeeste deel. Item, meest Noortbevelant al Walcheren, dlant van Schouwen met hueren steden die al meest int water oft rontomme int water staen. Duvelant, Sint Annenlant, Volffertsdyck, Cats, Coeckene ende meer andere land etc. Item al Noortlant van Bergen, Derjannenland, Onzer Vrouwenlant, beyde Boyemoers, dlant van Glymes, die Noortpolder. 12) 4 November 1532; Allerheiligen 1537; 3 januari 1542; 22 februari 1543; 13 januari 1552; 1 en 2 november 1570. 13) A. Loosjes. Ewoud van Lodyke of de ondergang der Zeeuwsche stad Romerswaal blz. 4 Haarlem 1808. 14) Zie detailkaart Heerlijkheid Calfenne anno 1652. Gem. Arch. Bergen op Zoom nr. 1516. Zie ook kaart nr. 1554 Gem. Arch. Bergen op Zoom anno 1654. Hierop staan de dijk en zelfs de percelen aangegeven. Zie de hierbij afgedrukte kaart van de landmeter Moyses anno 1661. 1R) Zie kaarten Gem. Arch. Bergen op Zoom nrs. 1554, 1563 en 1564. 17) Zie kaart Gem. Arch. Bergen op Zoom nr. 1584. 15) Zie kaart Gem. Arch. Bergen op Zoom nr. 1564. 19) Zie kaart Gem. Arch. nr. 1571. 20) Zie kaarten Gem. Arch, nr.s 1581 en 1584. 21) Blikken zijn hooggelegen nog niet begroeide slik of zandplaten. Met Kattenstaarten worden zowel strandzoutgras als zeekraal bedoeld. De eerste een pionier van de slappe slibgronden, de tweede van de meer zandige slikken. 22) Zie kaart Gem. Arch. Bergen op Zoom nr. 1586. 2S) Ook ten noorden van de stad Bergen op Zoom, op het huidige Noord- land, waren toen nog de schorren honderden meters breed. 24) Jan G. Sloff, Planten langs de Schelde, Natura, 35 jrg. blz. 168-185. W. Feekes, A. Scheygrond en D. M. de Vries, Botanische landschapsstudies in Nederland, Bibl. NNV, 1940, blz. 47 e.v. 45

Periodieken

De Waterschans | 1968 | | pagina 25