w.jordans
ENKELE HISTORISCHE AANTEKENINGEN
OVER DE BERGSE TINBEWERKERS
muziekhandel
zuivelstraat 31 - tel. 3461
bergen op zoom
grammofoonplaten
bladmuziek
muziekinstrumenten
afspeelapparatuur
52
Ter gelegenheid van de eerste tintentoonstelling in het Gemeentemuseum
(1940) toen nog ondergebracht in de O. L. Vrouwepoort schreef de toenmalige
stadsarchivaris, de heer C. Slootmans, een korte instructieve verhandeling
over de Bergse tingieters die in een brochurevorm aan de bezoekers van
deze tentoonstelling werd uitgereikt.
Sedertdien is er heel wat over tin gepubliceerd, meestal in fraai geïllustreerde
boekwerken en tijdschriftartikelen, maar aan het meest essentiële is zo goed
als niets toegevoegd en zeker niet aan de historische Bergse gegevens. Van
de duizend brochures zijn er niet veel meer bewaard.
Met toestemming van de schrijver herdrukken wij nu in ons mededelingen
blad, vooral ten behoeve van onze vele leden die belangstellen in tinnen
voorwerpen, het meest belangrijke uit bedoelde verhandeling.
De tingieters in 1480
Tegen het eind der 15e eeuw, als de meerdere welvaart, groter gebruik van
tinnen voorwerpen toelaat, wordt het noodzakelijk op deze nijverheid, in de
geest der gildewetgeving van stadswege toe te zien. Derhalve wordt 27 januari
1480 een keure uitgevaardigd, waarvan het hoofdbestanddeel, naar mij bij
vergelijking bleek, is ontleend aan de Antwerpse keure op de tinnegieters
(als onderdeel van de meersche) van 1422.
Voor het Bergse tinwerk worden dan drie uiterlijke kentekenen of merken
ingevoerd:
le. een meesterteken, dat op ieder product moest worden aangebracht, on
verschillig welke kwaliteit tin het was. Iedere tinnegieter, die als zodanig
lid van het gilde der meersche (kleine kramers) moest zijn, was verplicht
een dergelijk teken te voeren;
2e. het stadswapen;
3e. een gekroonde hamer.
Voorschrift was, dat geslagen of gedraaid tinnen schotelwerk, fijn tin moest
zijn.
't Gedraaide schotelwerk diende op de rand van het stadswapen en op de
bodem het meesterteken te voeren, terwijl het geslagene daarenboven op de
rand de gekroonde hamer moest vertonen.
53