GESCHIEDKUNDIGE KRING VONDSTMELDINGEN GESCHIEDENIS VAN STAD EN LAND VAN BERGEN OP ZOOM IN RECENTE PUBLIKATIES INHOUD: MEDEDELINGEN Het Slot van Halsteren Vooruitlopend op de te verwachten publicatie van de Rijksdienst voor Oud heidkundig Bodemonderzoek over de resultaten van de opgraving van het Slot van Halsteren in de wei achter de hoeve, 't Slot van de familie Bogers aan de Slotweg onder Lepelstraat, onder leiding van dr. J. Renaud, kasteel- deskundige van de R.O.B. in de laatste weken van juli en begin augustus j.l., vestig ik nu reeds de aandacht op deze deskundige ontgraving waarbij be langrijke gegevens aan het licht zijn gekomen. Tussen de bouwresten zijn veel scherven van aardewerk gevonden, alsmede een vrij gave waterkan uit ongeveer 1400. K. v.d. W. Tonput Enige jaren geleden werd ik door een van de directieleden van de Fa. G. de Leeuw, draineerbuizenfabriek te Halsteren, gewaarschuwd dat de leemgraaf- machine op een perceel grond ten westen van de Waterstraat onder Halsteren op een houten waterput was gestoten. Het restant kon slechts enkele uren worden gespaard. In de stortregen heb ik de hierbij afgedrukte schets ge maakt. De put die uit vijf zware eiken duigen was samengesteld, rustte op een 50 cm dikke leemlaag ongeveer 3 meter onder het maaiveld. In de put bevonden zich geen scherven. In de wand op korte afstand van de bo dem was een gat gemaakt ter grootte van een rijksdaalder. Het grondprofiel rondom de put was maagdelijk. Ik ben op dit gebied niet deskundig genoeg om de vondst te dateren, noch om hem juist te determineren, maar ik acht hem belangrijk genoeg om hem hier te vermelden. Wellicht kan men er later op teruggrijpen. K. v.d. W. In verband met plaatsruimte moet de copy tot het volgende nummer blijven overstaan. K. v.d. W. 56 Br. A. v. RIJCKEVORSEL FONS GIELES W. H. Th. KNIPPENBERG K. v. d. WATERING Over twee schilderijen van Frans Floris. Glaswerkplaats aan het Bleekveldje. Tin en tingieters te Bergen op Zoom. Wolven in West-Brabant. Het complete derde nummer van „de Waterschans" geheel gezet, gecorrigeerd en voor het drukken gereed, is in de brand in de vooravond van Donderdag 9 Januari 1969, die het pand Bosstraat 16 te Bergen op Zoom met de daarin gevestigde N.V. Drukkerij „de Zoom" geheel verwoestte, met man en muis vergaan. Is deze brand voor de drukker van ons mededelingenblad een volledige ramp, voor ons nog zo jong tijdschrift komt de klap niet minder hard aan. Wij willen hier klaar en duidelijk stellen, dat zonder de volledige medewerking van de heer W. van Bladel, directeur van de N.V. Drukkerij de Zoom, ons blad in de uitvoering en vorm waarin het zich aan onze lezers heeft gepresenteerd nooit van siart zou zijn gegaan en het spijt ons daarom destemeer, dat de heer van Bladel thans zó aan handen en voeten gebonden is, dat hij ons slechts strikt zakelijk kan behandelen. Dit betekent zonder meer het einde van „de Waterschans", omdat wij nu eenmaal moeten roeien met de riemen die we hebben. Er is echter een oud Nederlands spreekwoord, dat zegt „Als de nood het hoogst is, is de redding nabij". Welnu, dankzij het volledig begrip voor onze moeilijkheden bij onze oude drukker en de welwillendheid waarmede onze nieuwe drukker Drukkerij Juten N.V. te Bergen op Zoom op onze noodkreet reageerde, zijn wij thans in staat U het derde nummer aan te bieden en wel zodanig uitgevoerd, dat U nauwelijks enig verschil met de voorgaande nummers zult opmerken. Geslagen, maar niet verslagen, werken we opnieuw voort aan het verwezenlijken van de hoop, die de voorzitter van de Historische Kring onder „Ter Inleiding" in het eerste nummer neerschreef „dat dit blad een goed, gezond en lang leven bescho ren moge zijn". Het zij zo. Een tweede tegenslag wachtte de vereniging Toen onlangs de meerderheid van een bijzondere ledenvergadering zich overduide lijk uitsprak inzake het door de Gesch. Kring indienen van een bezwaarschrift tegen de bebouwing van het „Ravelijn op den Zoom", meenden de heren Aug. Laane, K. van de Watering en het pas benoemde bestuurslid Dr. C. J. J. van Schaik, hieruit de konklusie te moeten trekken, hun functie en lidmaatschap der vereniging neer te leggen. Wij betreuren dit besluit ten zeerste. Van de andere kant gezien is het voor de histo rische vereniging, inzake het realiseren van haar doelstellingen, echter van groot belang, dat men eendrachtig kan besturen. 57

Periodieken

De Waterschans | 1968 | | pagina 31