EEN GLASWERKPLAATS AAN HET BLEEKVELDJE (2) Gaan we het geborgen glas nader beschouwen, dan dienen we antwoord te geven op de vraag hoe komt een dergelijke hoeveelheid glas zo compact in de grond bijeen Bij het beantwoorden laten we ons leiden door het feit, dat de glassnijder het afval zorgvuldig bewaarde voor de glasblazer. Wanneer nieuwe glasspijs werd gemaakt, moest daar altijd een zekere hoeveelheid oud glas aan worden toegevoegd. De glas snijder aan het Bleekveld wierp z'n glasafval in een soort keldertje. De resten van een gewelfje en wanden, die in leem waren gemetseld, begrensden aan één zijde het glaspakket. Daar zich boven het glaspakket een dikke brandlaag bevond, is het niet uitgesloten, dat de glaswerkplaats is afgebrand. Om deze reden is het onzeker, dat dit huis werd gesloopt, toen men op het eind der zestiende eeuw ter plaatse een aantal huisjes verwijderde voor het aanleggen van nieuwe aarden wallen om de stad. Het zal er hoogst waarschijnlijk niet meer gestaan hebben. Een tweede vraag kunnen we opwerpen was het wel de bewaarplaats van een glas snijder Want ook de glasblazer beschikte over een voorraad oud glas In dit ver band is het dienstig op te merken, dat tussen het afvalglas geen enkel felkleurig scherfje werd aangetroffen. Geen rood, blauw of diepgroen I Het ontbreken van dit bontkleurig glas wijst in de richting van geselecteerd glas. Voor het verkrijgen var, blank glas smelt men geen rood, blauw, geel of groen glas bij. Dat zou de kleur troubleren. Gaarne hadden we ons meer zekerheid willen verschaffen omtrent deze vragen. Ondanks het feit, dat men stellig beloofd had dit onderzoek te mogen doen, werd de sleuf op het Bleekveldje dicht geworpen. Een waarlijk unieke kans om meer te weten te komen betreffende kunstzinnige ambachtslieden uit oud-Bergen op Zoom ging hiermede verloren. Dat aan één zijde enkele oude pijpekopjes, alsmeae scherven van geringeloord aardewerk werden aangetroffen, geeft geen houvast voor de datering. Het eeuwen lang kunnen woelen in een stuk grond maakt determinering op deze gronden zeer aanvechtbaar. Ik herinner me nog goed, dat bij het graven in de Hallstad laag te Halsteren plotsklaps een porceleinen kippetje uit de negentiende eeuw naar boven kwam. De cultuurlaag was hier doorgraven. Er zat een trog in de 18 eeuwen oude laag. Daarom geeft de midden-moot van het glaspakket meer houvast voor een be scheiden determinering. Ons rest derhalve de geborgen scherven zo exact mogelijk te bekijken. Wel wil ik voor ogen houden, dat er in de middeleeuwen grote continuïteit bestaan heeft in de situering van de ambachtwerkplaatsen. Te meer, daar deze gelegen waren op punten, waar de geografische omstandigheden het uitoefenen van het beroep logi scherwijs mogelijk maakten. Dat zich naast de glasblazer de glassnijder vestigde, alsmede de mandenmaker, is niet zo vreemd. Het glastransport via Grebbe of stads gracht naar de haven lag voor de hand. De geborgen glasscherven zijn als volgt gesorteerd 1. Glas, dat duidelijke sporen van de loodsponning vertoont. Destijds werd het verwijderd door de glassnijder om allerwaarschijnlijkst door nieuw glas te worden vervangen. Het lood varieert van 2-2,5 tot 3,5 mm. over lapping. 64 •jaw

Periodieken

De Waterschans | 1968 | | pagina 35