WOLVEN IN WEST-BRABANT DE HOEVE TEN HOOGE Wij Drossaerdt en Scheepenen der Heerlijkheydt Hogerheijden verklaeren ende certificeren bij desen, dat op heeden aen ons is vertoont een wolft, sijnde een Teeif, desse morgen onder deese jurisdictie in de Plantagie aenkoomende den HoogEd. Welgeb. Heer van deese Plaatse geschooten door Cornelis Buurmans, in- gesetene van Woensdregt, volgens verklaeringe aen ons gedaen door Adriaen van Hees en Willem Perdaems, woonende onder deese jurisdictie en die van Woens dregt en meer andere persoonen, die bij het doodt schieten van gem. de Teeff-wolff sijn present geweest, weshalve worden alle ende een iegelijk, die deese soude mo gen worden vertoont versogt hier aen volkoomen gelooft te geeven verklarende wij Drossaerd en Scheepenen voornt. bereijt te sijn ten allen tijden aen de Ingesetene van sodanige Plaatsen, alwaar op het vertoonen deeser de premien sullen worden betaelt reciproquelijk in het voorz. cas het selfde te zullen doen; t' oirconde in ken- nisse der Waarheijdt hebben wij deese door onsen secretaris laeten onderteekenen. Actum Hogerheijden in Collegio deesen 19 Sept. 1755 1). w.g. J. F. Morin. W g Antonius Bogaerts. Dit is het handmerk gedekt bij Gommert Lenaerts. Dezelfde dag registreerde Drossaerdt en Scheepenen nog „een wolff sijnde een reu geschooten door Adriaen van Campen, ingesetene der Heerlijkheijdt Putte" 2). 7 Juni 1756 wordt aan Drossaerdt en Scheepenen „vertoont een wolff, zijnde een teeff, heeden onder deese jurisdictie in de Plantagie aenkoomende den Hoog Edel Wel Geb. Heer van deese plaatse, geschoten door Engelbertus van Opdorp, woo nende tot Esschen sijnde in geselschap van verscheijde ingesetene der Vrijheijdt Rosendaal 3). Waarschijnlijk is deze wolf de moeder van het nest jonge wolven dat enkele dagen later wordt gevonden. We lezen hierover Comparierden Cornelis Adriaensen en Adriaen van Oevelen beijde ingesetene die- ser Plaatse, van competenten ouderdom dewelke ter requisitie van Jan Brouwers, woonende tot Roosendaal, onder presentatie van eede des gerequireert wordend te presenteeren hebben verklaart waar en waaragtig te weesen dat sijlieden heeden morgen door den voorn. Brouwers syn versogt te komen in de Plantagie onder deese Heerlijkheijdt, aenkomende den Hoog Edel Wel Geb. Heere van deese Piaatse en aldaar omtrent twaalff uuren gekomen zijnde, hebben sijlieden gezien een nest met ses jonge wolven, namentlijk vier teeven en twee^ reuen, nog maar eenige dagen oudt, sijnde nog blint, en sijnde apparent de jongen van seekere teeff-wolff, eergis teren alhier in de gende. plantagie geschoten en welk nest met jonge wolven den genoemde Jan Brouwers, geassisteert met meer andere ingesetene der Vrijheijdt Rosendael voors aen ons hebben verklaert deesen morgen omtrent tien uuren in de meergen. plantagie te hebben ontdekt, sluijtend de Deponenten hiermeede deese hun verklaeringe voor reedenen van wel wetenschap gevende als in deese text en dat het selve als op heeden gepasseert haar is in goede memorie sonder arg off list. Actum Hogerheijden deesen 9e Juni 1756 4). 1) Reqister van Inventarissen. Contracten etc. begonnen met den jare 1721. Hoogerheyde, bldz. 116 verso. 2) Idem, bldz. 117 recto. 3) Idem bldz. 119 verso. 4) Als voor. 70 Onder de titel „Enkele bijzonderheden over het voorkomen van de wolf in Noord Brabant, vooral in de periode 1692-1766 geeft J. J. Kazus in „Natura" Juni 1968 een overzicht van de wolvenvangsten in die periode waaronder heel wat uit West-Noord- Brabant. De wolvenvangsten zijn vrij nauwkeurig geregistreerd omdat op het ver tonen van een wolf door de overheid een premie werd uitbetaald. In mijn aanteke ningen trof ik nog de navolgende wolvenvangsten aan die niet in het artikel van Kazus zijn verwerkt. In 1612 vindt Cornelis Maelderije van Moerstraten, een nest met 9 jonge wolven. Overigens vermelden de stadsrekeningen de gehele 18e eeuw door geregeld uitkeringen voor het vangen of schieten van wolven. Soms wel tien per jaar 2). Zelfs tot op het laatst van de 19e eeuw komen zij in Noord-Brabant voor 3). 1) Stadsrek. 1612 Gem. Arch. B.o.Z. 2) Zie stadsrek. vanaf 1710 hfdst. Diverse zaken R 1749. 3) Nieuws- en advertentieblad van Bergen op Zoom over 1859 m 336. K. v. d. Watering De hoeve ten Hooge is, minstens in het begin van de 18e eeuw, gelegen onder de Heerlijkheid Hoogerheide. De vraag is waar? Er is geen exact bewijs, dat de huidige hoeve 't Hooghuis recht tegenover de hoeve Lindonk op den rug, ten zuiden van de Prins Karelpolder gelegen, dezelfde is als de hoeve ten Hooge maar zowel naam, ligging als aard van deze hofstede sugge reren sterk in die richting. Als we de inventaris van deze hoeve vergelijken met die van Lindonk dan blijkt dat het bedrijf groter en de inboedel rijker is. Overigens is het ook een gemengd bedrijf. In het woon- en slaapvertrek valt de grote schouw onmiddellijk op. Er hangt een hangijzer boven de stookplaats en in een nisje staat de lamp. Verder vinden we twee brandijzers, een tang, een kebi, twee kleine hangeltjes een koekepan en vier ijzeren potten, terwijl aan de hanebalken het spek en de hammen hangen. Daarnaast treffen we drie bedsteden met „toebehoorten" aan met bovendien een „beddeteijk", een „hooftpeulene" drie paar lakens en twee paar „kussensakken". Vier tafeldoeken, zes manshemden, een mansbroek completeren de textielinventaris De meubilering bestaat uit een kast, een tafel met zeven stoelen, twee bankjes, eer kist, een trog en twee spinne-wielen met vier haspels en een hekel. In de hoek een boog en koker. Her en der verspreid „een kopere ketel, twee kleijne kopere ketels, twee kopere kandelaars, een viurpan, een schuijmspaan met een viur keteltje, ses tinnen schotels, een sout- 71

Periodieken

De Waterschans | 1968 | | pagina 38