I
I
GHELAESMAKERS
TE BERGEN OP ZOOM
van 1398-1586
l
H ET was op de eerste lentedag van het jaar 1398, dat Lodewijc Wareman, van
beroep „ghelaesmaker" zijn intrede deed binnen de muren van Bergen op Zoom.
RESTAURATIE VAN DE GROTE KERK
Het bijzonder heugelijke nieuws, dat, onze Grote of St. Gertrudiskerk gerestaureerd
gaat worden, is al geen nieuws meer voor de Bergenaar. Door de brand van druk
kerij de Zoom, kunnen wij er eerst nu melding van maken, en wij doen dit met grote
vreugde.
Door de bijzondere inspanningen welke de Burgemeester, de heer Drs L. v.d. Laar,
zich getroostte, kon de kerk Gemeentelijk bezit worden. Ook de financiële aspecten
van de restauratie werden bekeken en door hem rond gemaakt.
Dat eerst in 1969 deze erbarmelijk vervallen tempel van de ondergang wordt gered,
moge ons tot nadenken stemmen. Van de andere kant kunnen we zeggen, dat door
de grote ervaring van Monumentenzorg, opgedaan bij menige Kerkrestauratie sedert
1945, Bergen op Zoom mag rekenen op een zeldzame restauratie. Ook voor
de Geschiedkundige Kring kunnen hier hopenlijk studieaspecten naar voren komen,
zodat meerderen onder U zich eens kunnen verdiepen in nog onbetreden gebieden
van het Bergse Verleden.
RESTAURATIE POORTGEBOUW TE HUYBERGEN.
Van geheel ander karakter is de restauratie van het Poortgebouw, welke thans in
alle stilte te Huybergen plaats vindt. Géén subsidie, weinig spectaculair van archi
tectuur en tamelijk verscholen liggend, wordt een brok geschiedenis met liefde be
houden voor onze streek.
De Broeders van Huybergen, die met hun voorgangers, de Wilhelmieten, ge
durende vele eeuwen voor Bergen op Zoom grote betekenis hebben, namen de res
tauratie zelf ter hand. Hier past een woord van lof voor dit, wat men zou mogen noe
men, particulier initiatief.
BESTUUR
REDACTIE
ABONNEMENT
i
BETALINGEN
ADMINISTRATIE
Fons Gieles, voorzitter
Br. A. van Rijckevorsel, sekretaris
Dr. E. G. H. Hartel, lid
C. H. J. van Niftrik, lid.
Br. A. van Rijckevorsel.
Brieven en stukken voor de redactie gelieve men
te zenden naar Hoogstraat 23
Het abonnementsgeld bedraagt voor niet-leden
voor vier nummers 10,— per jaar. Voor België en
overig buitenland 11,
Abonnementen van niet-leden, advertenties, enz.
te betalen via de Algemene Bank Nederland nr.
11 20 357.
Adreswijzigingen enz. te zenden aan de sekretaris
Br. A. van Rijckevorsel, Hoogstraat, Bergen op
Zoom.
De glasvondst aan het Bleekveldje (1968) wierp
o.m. de vraag op, welke aktiviteiten Bergen op
Zoom op het gebied van glasverwerking in het
verleden heeft gekend.
Dit artikel wil hier nader op ingaan.
De beroepsaanduiding „ghelaesmaker" doelt op een bekwaamheid, te vergelijken
met die, weike heden ten dage wordt toegekend aan de kunstenaar-glazenier. In
Frankrijk spreekt men, sedert de dertiende eeuw, nog steeds van „maitre-verrier"
in Wallonië van „voirier", terwijl in het middeleeuwse Vlaanderen de term „glase-
werker" werd gebezigd. In het hertogdom Brabant was de gangbare benaming
„gelaesmakere". Oude kerkelijke documenten, alsmede die, uit latiniserende peri
odes, noemen hem plechtig „vitrifex". Ook Dirc Crabeth, werkende in Gouda en
Utrecht, noemt zich in een eigenhandig schrijven uit 1540 nog „glaesmaker" 1).
Glaesmakers waren vaklieden, die hun métier volledig beheersten. Zij sneden en
beschilderden het glas. Stookten de ovens, waarin het glas gebrand werd. De con
tourverven vervaardigden zij zelf. De loodstrippen trokken ze eigenhandig en ze
soldeerden en kitten het samengestelde glaspaneel. Hun breekbare geesteskinde
ren werden dan tenslotte in de gapende vensteropeningen geplaatst waardoor het
licht zijn toverspel beginnen kon. Zij waren voortreffelijke ontwerpers. Een perfect
geschoolde tekenhand vormde, met een fijn gevoel voor kleur en maat, hun kost
baarste bezit.
Naast de term „ghelaesmaker" komen we (voor het eerst vermeld in 1514 te Gouda)2)
de „glaesscrivers" tegen. Zij zijn specialisten in het schilderen op glas met penseel
en ganzeveer. Kenmerkend is aanvankelijk het zeer kleine formaat waarop zij werk
zaam zijn. Miniaturisten op glas zouden wij hen kunnen noemen. In het Schnütgen-
Museum te Keulen worden prachtige specimen van dit soort vroege glasschrijvers
kunst bewaard.
Wanneer voor het eerst in 1514 te Gouda de term „glasscriver" wordt gesignaleerd,
Geraadpleegde Literatuur.
1) Dr. A. v. d. Boom „Monumentale Glasschilderkunst in de Nederlanden".
2) Bulletin v.d. K. Ned. Oudheidkundige Bond Speciaal nummer over Glasschil
derkunst 1953. Blz. 126.
75