I K het Brabants Hertogelijk Domein, evenals Oudergem, versterkt onze mening. Toen in 1397 een felle brand het merendeel van Bergen in de as had gelegd, stond Hen drik van Boutershem voor de zware opgave de herstelwerkzaamheden ter hand te nemen. De representatieve gebouwen en kerken dienden weer zo snel mogelijk voor functioneren gereed gemaakt te worden. Nu we weten, dat Lodewijc kerkven sters beglaasden, kan het goed mogelijk zijn geweest dat Hendrik van Boutershem II onze Lodewijc naar Bergen nodigde voor het maken van glasvensters voor de Grote Kerk. De brand zal het schip en priesterkoor zeker niet onberoerd hebben gelaten. Of Lodewijc assistenten met zich mee naar Bergen voerde, kan uit de poorterslijst niet met zekerheid worden afgeleid. Wel zien we, dat enige maanden later, op 30 augus tus 1398, Pieter Willems sone van Akeren poorter wordt. Het geslacht van Akeren vermeldt omstreeks 1450 enkele glazeniers. WILLEM. Dat in de gevel van het hof te Bergen glaswerk was aangebracht, weten we met ze kerheid. Onze betrouwbare gids in deze materie vormt het boek Jan Metten Lippen van oud-archivaris Corneel Slootmans. 7) Dit boek, dat een schat aan moeizaam opgespeurde gegevens bevat inzake de geschiedenis van onze stad, gaat steeds meer waarde krijgen voor verdere studieën betreffende facetten van ons middel eeuws Berghen op ten Zoem. We vinden er vermeld, dat omstreeks 1440 de vernieuwde voorgevel van het huis te Bergen beglaasd wordt. Een zekere Willem, ghelaesmaker, levert de vensters. Aan nieuw glas mag hij dertig en een halve voet glas leveren, terwijl diezelfde Wil lem 25 vt oud glas repareert. Een brandende vraag is nu waar haalde die Willem dat nieuwe glas vandaan Werd het te Bergen op Zoom vervaardigd of werd het geïmporteerd Doornik en Rouen produceerden veel glas. Rouen bezat destijds de grootste industrie. Per schip werd het glas in manden vervoerd. Glas, dat verwerkt werd, kon eventueel afkomstig zijn uit Hessen, Meckelenburg, Bronswijk, Holstein. Maar ook uit Frankrijk, wel genaamd Frans of Bourgonjens glas. In de ordonnantieën van het St. Lucasgilde te 's Hertogenbosch (1546) lezen we ,,dat de gelaesmakers noch en sullen egeen Hessens gelass moegen leveren onder Borgoens gelass". Protectie of kwaliteitsverschil Wanneer er in den Bosch glas werd aangevoerd en te koop aangeboden, dan „mach een yegelick van den ghelaesmaeckers mede comen deylen, soeverre hy ghelt by leegt ende aenpaert mede betaalt ende intyts spreecken voir den coop" 4). Of er in de Bergse haven glasmanden op de wal zijn gezet, is tot nu toe niet onder zocht. Voor onze studie is momenteel van belang te weten, dat sedert 1398 tot 1440 in Bergen op Zoom een glaswerkplaats gevestigd is. Gezien de noodzakelijkheid van het branden van ovens, zal deze werkplaats zich aan de stadsrand en bij het water gevestigd hebben. De omgeving van de Verloren Costpoort, waar stadsgracht en Grebbe stroomden, voldeed aan deze eisen van veiligheid. 7) C. Slootmans „Jan Metten Lippen". 1945. 78 Maar er zijn nog meer kostelijke gegevens In het jaar 1436 vinden verbouwingen plaats aan het kasteel van Wouw. De kapel ondergaat een verandering. We lezen In de voirscrevene capelle maakt Pieter van Rijmerszwale twee gerasen vensteren van dubbele werke ende heeft int meeste (het grootste) gemaect een crucifix Onse Vrouw ende sente Jan ende int andere sente Joris beelden". PIETER VAN RIJMERSZWALE Het totaal oppervlak bedroeg 123 voet glas. Hoe groot één voet genomen moet wor den, is een variabele zaak In zijn boek „D'algemene Bouwkunde volgens d'Antyke en Hedendaagse manier" spreekt Willem Goeree (1681) over de „glazemaekersvoet, die in zommige steden vrij klein is". Nemen we als gemiddelde een voet op 28 cm. dan leverde Pieter van Rijmerszwale negen en een halve vierkante meter glas-in- lood. Beschilderd en wel I Graag hadden wij Pieters' Calvarieschildering gezien. Pieter moet wel een meester zijn geweest. En het treft ons, dat een goede zeventig jaar later (1509) Marinus van Reimerswalen eveneens het glasschilderen gaat leren. Allerwaarschijnlijkst wordt hier een ambacht in de familie gecontinueerd. De vader van Marinus, genaamd KLAAS van ZIERIKZEE, is n.l. in 1475 opgenomen als meester schilder in het St. Lucasgilde te Antwerpen. En misschien zijn ook Daneel van Rommerswale (leerjon gen bij Jasper van Kikxem) en Jacob van Rommerswale (vrij meester in 1478) zonen van Pieter. 8) Hoe de Calvarie, door Pieter ge maakt, eruit gezien zal hebben is maar moeilijk vast te stellen. Maar gaan we uit, van het veel voorkomende feit, dat de glasschil der zich inspireert op bestaande af beeldingen, dan gaan we voor de tijd waarin Pieter leefde te rade bij de z.g. DOEK- DRUKKEN. Dat zijn uit notenhout ge sneden lineaire ta- frelen in hoogdruk, bestemd voor het bedrukken van stoffen. Zulk een Kruisberg, daterend uit circa 1400, drukken we 8) P. H. Rombouts en Th. van Lerius „De Liggeren van het Antwerpse St. Lucas Gilde". Deel I. 1453-1629. 79

Periodieken

De Waterschans | 1968 | | pagina 42