ZILVER EN ZILVERSMEDEN TE BERGEN OP ZOOM De oudste thans bekende edelsmid was „Olivier Janss. die goudtsmit", die in mei 1940 als poorter van Bergen werd ingeschreven 1). In de gehele 15de eeuw had Ber gen echter een drukke handelsrelatie met Antwerpen 2), en veel zilverwerk werd door het Bergense stadsbestuur te Antwerpen gekocht. Wie de ciborie maakte, die Jan II van Glymes, bijgenaamd „Metten Lippen", heer van Bergen, In 1440 aan de kerk van Wouw schonk, is niet bekend. Voor zijn huwelijksuitzet werden drie zilveren kandelaars en gouden sieraden geleverd door „Lieven den goutsmit t' Antwerpen", terwijl een goudsmid te Brugge voor hem een gouden collier vervaardigde. Verder bestelde hij nog zilveren gespen, valkenringen, kroesen, kannen, geldpotten en nachtspiegels; voor het hof te Bergen werd een zilveren Christoffelbeeldje gemaakt. De edelsmeden zijn niet met name bekend, maar in 1445-46 gaf de nieuwe Vrouwe van Bergen aan „Nyclaes van Stapele, goutsmit te Bergen" opdracht allerlei gouden en zilveren sieraden voor haar te maken. Verscheidene juwelen, zilveren potten, ver gulde kroesen, zilveren waterbekkens en een vergulde waterpot werden later door Jan II verpand, om zijn in 1468 gevangen genomen zoon vrij te kopen, maar in 1476 schonk de stad een dozijn verguld-zilveren schalen aan een van zijn zonen; zijn opvolger, Jan III, ontving van de stad in 1480 zes zilveren schalen 3). Tot het einde van die eeuw gingen telkens nieuwe bestellingen naar Antwerpen en Brugge. Te Brugge bestelde Bergen in 1488 kostbaar tafelzilver. De Antwerpse zil versmid Claus de Costere leverde in de jaren 1473-1475 zes zilveren prijskannen, verguld en van wapens voorzien, en hij vermaakte de „bossen" (waarschijnlijk be doeld „brotse"), „die Jan de Pottere der Stadtbode draeght". In 1498-1499 zorgde de Antwerpse juwelier Gheerde Willemssoon voor zes zilveren kroesen, die aan de kanselier van Brabant door Bergen werden aangeboden; dezelfde juwelier verving in 1508-1509 een dozijn oude zilveren stadskroesen en een dozijn oude zilveren scha len, die ingeleverd werden, door nieuwe 4). Toch werkte in die jaren te Bergen de zilversmid Jan de Costere. Deze werd in 1500 aangeklaagd omdat hij „webben" (weefsels), paternosters, goud en zilver verkocht zou hebben. Hij meende dit te mo gen doen als lid van het ambacht van de goudsmeden, maar de stad besliste, dat verkopers van weefsels en paternosters lid behoorden te zijn van het gilde „der Meersche", dat in 1440 was ingesteld 5); tot in de 18de eeuw behoorde het goud- smedenambacht tot het „gilde de Meersch" 6). Krachtens een resolutie van 1528 moest iedere nieuwbenoemde magistraat te Ber- 1) H. Levelt in Sinte Geertruydtsbronne 5, 1928, p. 125. 2) J. Cornelissen, Uit de geschiedenis van Bergen op Zoom in de 15de eeuw, 's- Gravenhage 1923. 3) C. J. F. Slootmans, Jan metten Lippen, Rotterdam 1945, p. 14, 16, 38-39, 41, 46, 50, 55, 208. 4) C. Slootmans, De verhouding Antwerpen-Bergen op Zoom in het verleden, Sinte Geertruydtsbronne 10, 1933, bijlage p. XXVI, XXXIV en XXXVI. 5) Slootmans, 1933, p. 60. 6) C. J. F. Slootmans in Taxandria 50, 1943, p. 262-263. 84 gen een zilveren kroes schenken, zodat het stadszilver van jaar tot jaar toenam; in Je jaren 1572-1577 is dit zilver echter gebruikt om geld te maken 7). Kort daarna vertrokken drie Bergense edelsmeden naar Antwerpen. Jacques Domis en zijn zoon Franchois werden poorter te Antwerpen op 28-9-1590, terwijl Andries de Keyser Peeterss, zilversmid van Bergen en meester geworden in 1590, op 1-2-1591 poorter van Antwerpen werd 8). Andere namen van zilversmeden zijn Cornelis Arnold, die in 1568 te Bergen woonde, en Jan de Clerck de Jonge, die in 1601 met een roos merkte 9). De voormalige gemeentearchivaris, H. Levelt, ontdekte in het archief „een register houdende keuren der Goudsmeden anno 1557" 10), die voor het onderzoek van de merken van groot belang zijn. In de stadsrekeningen van 1599 wordt een huis genoemd in de „Silversmidthstrate", begrensd door het huis „den gulden toren" en het huis „van den Juweherspant" 11). Deze laatste naam roept herinneringen op aan de „juwelier Nicolaas", door Albrecht Dürer getekend, toen hij in december 1520 enige dagen Bergen op Zoom bezocht. Het is opvallend, dat Dürer, die zelf stamde uit een geslacht van goudsmeden en in zijn jeugd op het goudsmidsatelier van zijn vader had gewerkt, niet alleen te Ant werpen maar ook o.a. te 's-Hertogenbosch, waar hij overigens maar kort verbleef, telkens spoedig contact had met goudsmeden ter plaatse; te Bergen is dit niet het geval. Wel kocht hij daar een Nederlandse hoofddoek voor zijn vrouw, drie paar schoenen, een ivoren kam en enige stukken tin, maar het schijnt, dat te Bergen toen geen grote meesters van het goudsmedenambacht woonden 12). De juwelier Nicolaas was waarschijnlijk commissionair voor Antwerpen en Brugge. Uit de 17de eeuw zijn enige stukken bewaard gebleven. Uit 1601 dateert een lepel met gegraveerd wapen, vervaardigd door de bovengenoemde Jan de Clerck de Jonge 13); waarschijnlijk kwam hij uit Antwerpen, waar een Jan de Clerck (zijn va der?) in 1565 in het goudsmedenambacht als meester werd aangenomen 14). Een tazza met het wapen van Bergen, gedragen door twee wildemannen op bergachtige grond, is door de inscriptie gedateerd „3 October 1622"; deze schaal, thans bewaard in het Rijksmuseum te Amsterdam, heeft een meesterteken, waarvan slechts drie bollen herkenbaar zijn 15). Een tweede tazza of offerande-schaal bevindt zich in het bezit van het kerkbestuur van de kerk van de H. Johannes de Doper te Roosendaal en dateert waarschijnlijk uit 1629 (jaarletter P); het meesterteken, een naar links ge wende zittende vogel in een schild, is nog niet aan een bepaalde goudsmid toe te 7) Slootmans, 1943, p. 254. 8) D. Schlugleit, Alphabetische naamlijst op de goud- en zilversmeden te Antwer pen vóór 1600, Bijdragen tot de geschiedenis 27, Antwerpen 1936, p. 21 en 38. 9) Catalogus van de tentoonstelling Brabants Zilver, 's-Hertogenbosch 1965, nr. 21 (J. de Clerck). Taxandria 39, 1932, p. 280 (C. Arnold). 10) H. Levelt in Sinte Geertruydtsbronne 7, 1930, p. 82. 11) H. Levelt in Sinte Geertruydtsbronne 10, 1933, p. 16. 12) P. T. A. Swillens, Albrecht Dürer. Zijn dagboek van de reis door de Nederlan den in 1520-1521, Maastricht z.j„ p. 102-106. Over de tekeningen van Bergen op Zoom zie Swillens, p. 275-276 en plaat 9, en Cornelissen, I.e., 18-20. 13) Zie nota 9. 14) Schlugleit, I.e., p. 17. 15) Rijksmuseum Amsterdam. Catalogus van goud- en zilveemerxen, Amsterdam 1952, nr. 95. Catalogus Brabants Zilver 1965, nr 19 met twee aïD. J. W. Frederiks, Dutch silver, dl. I, p. 45-46 en afb. 27.

Periodieken

De Waterschans | 1968 | | pagina 45