gedenkwaardige Eerste Pinksterdag. Bij menige Bergenaar zullen de droeve beel den hiervan in het geheugen gegrift staan. Eindeloze, maar dunne rijen militairen, veelal te voet, druppelden vooral via de Wouwseweg de stad binnen. Hun schoen zolen waren vaak doorgelopen; sommigen liepen zelfs zonder schoenen en de ver schrikking der afgelopen dagen stond op hun ongeschoren gezichten te lezen. Tel kens als er een vliegtuig overkwam zocht menigeen snel dekking langs de huizen. Van onze stad uit trokken zij verder naar Zeeland, waar zij gehergroepeerd en op nieuw bewapend zouden worden. Dat is er echter nooit van gekomen. Een Franse militaire vrachtwagen op de Antwerpseweg vermoedelijk door een Duits vliegtuig in brand geschoten tussen Mattemburg en Korteven. (foto E. W. D. Hartel, copyright E. G. H. Hartel) Diezelfde Eerste Pinksterdag kregen de burgers van Breda de opdracht te evacu eren en trokken de Duitsers Tilburg binnen. De belangrijkste militaire gebeurtenis was ongetwijfeld dat het wegtrekken van het gros der Franse troepen uit onze pro vincie een aanvang nam. Zij weken in het algemeen terug in zuidelijke en zuidweste lijke richting. Zij hadden nauwelijks vaste voet op Nederlandse bodem gezet, toen de situatie in Midden-Brabant reeds zo verward was, dat hun hulp weinig effect meer kon sorteren 10). De samenwerking met de Franse strijdkrachten liet overi gens nogal te wensen over. Dat is niet zo verwonderlijk; men was wat dat betreft op niets voorbereid 11). Nederland was tot op het moment van de Duitse inval neu traal geweest. Er had nauwelijks enig contact bestaan tussen de Generale Staven van Nederland. België en Frankrijk. Bovendien dreigde de verdediging van Frankrijk zelf reeds ineen te storten en werd de aanwezigheid van de Franse troe pen in het eigen vaderland dringend gewenst. Mede daarom was hun vertrek uit Nederland reeds begonnen. Niettemin trokken dezelfde dag enkele gemotoriseerde 10) Brongers, E. H. „De oorlog in Mei '40", Utrecht, Antwerpen, 1963, p. 93. 11) Overzicht, p. 198. 96 Franse patrouilles, begeleid door gevechtswagens, door onze stad in de richting Steenbergen en Roosendaal 12). Ook de volgende dag tegen 4 uur 's morgens trok ken Fransen door onze stad in noordelijke richting. Ongeveer tezelfdertijd werd Breda door de Duitsers bezet 13). Overigens gaf deze Pinkstermaandag (13 mei) in menig opzicht eenzelfde beeld te zien als de vorige dag uit het oosten komende Nederlandse militairen, die in de richting van Zeeland trokken. Zij trokken ook in de richting van Antwerpen. Op de zelfde Tweede Pinksterdag kwamen Nederlandse militairen, waaronder velen te voet, vanuit het Noorden, vooral via de Zandstraat, de stad binnen. Zij hadden bij Steen bergen met een aantal Fransen in stelling gelegen. Tengevolge van hevige lucht aanvallen waren eerst de Fransen en daarna de Nederlandse militairen op de vlucht geslagen. Zij trokken verder in zuidelijke richting naar Antwerpen 14). Ook Roosen daal werd in de loop van de dag door de Fransen ontruimd 15). Langs de overgangen van de Zoom werden 's avonds zwakke afdelingen Franse militairen opgesteld 16). Dit geschiedde in onze stad bij de Zoomdam aan het begin van de Halsterseweg, bij de brug aan het eind van de van Overstratenlaan en bij de brug bij wasserij de Zoom. Bij de Zoomdam en in de buurt van de van Overstratenlaan stond luchtaf weergeschut opgesteld. Bovendien bevond zich bij de afdeling aan de van Over stratenlaan een pantserwagen. Ook langs de Wouwseweg en bij de Stalenbrug ston den Franse afdelingen opgesteld. De Fransen hadden hun hoofdkwartier gevestigd in het gebouw van het Kantonge recht, dat zich toendertijd bevond op de hoek van de Stationsstraat en de Arnoldus Asselbergsstraat. In de nacht van 13 op 14 mei omstreeks half twee kregen de be woners van de Noordzijde en de Zuidzijde Zoom het bevel hun huizen onmiddellijk te verlaten. Zij werden naar de kelder van het stadhuis gezonden. De Fransen verwachtten ieder moment de nadering van Duitse patrouilles vanuit het noorden. Zij waren tot het uiterste gespannen. Toen dan ook over de Zoombrug bij de van Overstratenlaan twee figuren kennelijk militairen uit het nachtelijk duister opdoemden, werden ze onmiddellijk neergeschoten. Het waren gevluchte Nederlandse militairen 17). Dergelijke tragische vergissingen zijn in de meidagen ook elders in Brabant en Zeeland voorgekomen 18). Voor de Franse militairen, die zelf bruine uniformen droe gen, waren de grijsgroene Nederlandse en Duitse uniformen moeilijk van elkaar te onderscheiden. De laatste morgenuren van dinsdag, de 14de mei, vielen op door de onheilspellende stilte, welke zo kenmerkend is voor een naderend front. De etappe van het leger, bestaande uit op de vlucht geslagen en geen frontdienst 12) Bakker, p. 7. 13) Overzicht, p. 65. 14) Brongers, p. 136. Hieruit mag men niet de conclusie trekken dat de Franse mi litairen het in het algemeen eerder opgaven dan de Nederlandse. In Zeeland hebben de Fransen meer „fighting spirit" getoond dan de Nederlandse troepen (Overzicht, p. 195). 15) Overzicht, p. 66. 16) Bakker, p. 8. 17) Volgens mededelingen van Dr. H. van der Tuin, die de Franse commandant van advies heeft moeten dienen omtrent de toestand van het terrein ten noor den van de Zoom en de terugtochtmogelijkheden naar Woensdrecht. Het kaartmateriaal waarover de Franse commandant beschikte, bestond uit niet meer dan een Michelinkaart. 18) Overzicht, p. 200. 97

Periodieken

De Waterschans | 1968 | | pagina 52