Duitsland wint voor Europa op alle fronten. De N.S.B.-ers zorgen voor het aanbren
gen van spandoeken en plakkaten met de nieuwe leuze. Men ziet bekende W.A.-
lieden met ladder, stijfselemmer, bezem en een rolletje plakkaten door de straten
der stad trekken. Niet zelden werden de opgeplakte leuzen achter hun rug weer
verwijderd. Om dit te voorkomen gingen de N.S.B.-ers er toe over met rode menie
V's op muren te kladden. Burgers van nu, U kunt ze nog zien op de gevel van de
synagoge in de Koevoetstraat 7).
In diezelfde zomer van 1941 moeten de burgers hun sier- en gebruiksvoorwerpen
welke bestaan uit koper, nikkel, lood en tin, inleveren 8). Op verschillende plaatsen
in onze stad bestaat daartoe de gelegenheid, o.a. in het patronaat van het Fort. Veel
stadgenoten brengen niets weg of staan voor de vorm een onbeduidend voorwerp af.
In september 1941 bepaalde de bezetter, dat Joodse kinderen niet meer op gewone
scholen de lessen mogen volgen 9). Niet zo lang daarna mochten de Joden ook geen
openbare gelegenheden meer bezoeken.
Op 11 december 1941 verklaarden Duitsland en Italië de oorlog aan de Verenigde
Staten. Een golf van opluchting en entoesiasme ging door de bezette gebieden. Ook
in onze stad heerste er vreugde over de toetreding van het land der onbegrensde
mogelijkheden tot het Geallieerde Kamp. Menigeen dacht zelfs aan een snelle af
loop van de oorlog.
Op het eind van hetzelfde jaar 1941, nJ. op de 2e Kerstdag, ontdekte een Duitser
een tijdbom in een café op de Bosstraat. Hij kneep de lont uit en daarmee voor
kwam hij een groot succes. Het café in kwestie was café Tivoli, dat zich bevond op
de plaats, waar nu Stoppelman's Stoffenhuis is gevestigd. Deze lokaliteit was in die
dagen druk beklant met N.S.B.-ers en Duitsers. De door een plaatselijke verzets
groep bedreven „terroristendaad" werd beantwoord met represailles. Een tiental
vooraanstaande Bergenaren werd opgepakt en voor enkele maanden als gijzelaar
naar Vught gezonden 10). Hierna werd door de verzetsgroepen voorlopig afgezien
van daden, die represailles konden uitlokken. De verschillende verzetsgroepen wer
den gecoördineerd tot een gewestelijk apparaat met als centrum onze stad. De na
druk wordt gelegd op de organisatie van de verbindingsdienst en de inlichtingen
dienst 11).
In het begin van 1942 komt de „Arbeitseinsatz" op gang 12). Vanaf dat moment moe
ten steeds meer Bergse gezinnen hun vaders en grote zoons afstaan voor arbeid in
Duitsland.
Op de 2e mei 1942 wordt de Jodenster ingevoerd 13). In onze stad woonden toen-
aertijd een dertigtal Joden. Enkele maanden later begon de deportatie van de Joden.
Een twaalftal van hen heeft de gruwelen niet overleefd. Enkele gezinnen zijn er in
geslaagd onder te duiken en aldus een vrijwel zekere dood te ontlopen 14).
In dezelfde maand mei moesten de officieren van het voormalige Nederlandse leger
zich melden. Het Bergse verzet, dat inmiddels was opgenomen in de landelijke O.D.
(Ordedienst) spoorde de officieren aan onder te-duiken. In het midden van 1942
slaagt het Bergs verzet er in de eerste inlichtingen (per brief) naar Engeland te
7) Momenteel is deze synagoge een opslagplaats. Is het niet mogelijk, dat het
gebruik van deze synagoge beter wordt aangepast aan zijn vroegere bestem
ming Is dat geen plicht tegenover onze omgekomen Joodse stadgenoten
8) De Jong, dl. 2, p. 77. 9) De Jong, dl. 3, p. 15. 10) Juten en Sloff, p. 7 en 8.
11) Idem, p. 8 e.v. 12) De Jong, dl. 2, p. 81. 13) Idem, dl. 3, p. 15.
14) Naar mededelingen van de Heer B. Wolf, die zelf tot de bevrijding ondergedo
ken was bij een kapper op Het Fort.
104
krijgen 15). Dergelijke inlichtingen betroffen o.a. de grootte van het Duitse garni
zoen, de ligging der opslagplaatsen en versterkingen.
In de herfst van 1942 werden de kerkklokken gevorderd. Hieraan vielen ook de
kerkklokken van onze stad ten offer, behalve de beiaard van de Peperbus, welke
door onze stadsarchivaris werd gered. Hij verklaarde plechtig dat de klokken uit de
Middeleeuwen dateerden. In werkelijkheid waren ze vijf jaar oud 16).
Het jaar 1943 werd voor onze stad een bewogen jaar. Het verzet zou een geduchte
slag krijgen en het landschap aan de rand van de stad zou diepgaand worden ge
wijzigd.
In april moesten de onderofficieren van het voormalige Nederlandse leger zich mel
den. Velen van hen kregen vrijstelling en mochten in Nederland blijven. De overigen
werden teruggevoerd in krijgsgevangenschap 17). Een klein gedeelte dook onder.
Ook in onze stad bestond er een kern van verzetsmensen, welke onderduikers hielp,
o.a. door clandestiene geldinzamelingen 18).
In de zomer van 1943 werd er een grote activiteit ontwikkeld langs de rand van de
stad. Bossen en vruchtbomen werden gerooid en huizen afgebroken, o.a. aan de
Wouwseweg en onderaan de Balsebaan. Dit alles geschiedde ten dienste van de
aanleg van een tankgracht 19), welke moest aansluiten bij de Zoom. Dit toendertijd
zeker gigantische project is nooit klaargekomen. Langs een deel van de Zoom vin
den we nu nog aan de zijde van het stadscentrum een rij betonblokken, welke het
de tanks onmogelijk moesten maken de Zoom vanaf de overzijde te overschrijden.
Vanaf de Wouwseweg tot de Balsebaan is de gracht wel klaar gekomen. De uit de
gracht vrijgekomen waardeloze grond werd aan weerszijden verspreid over de aan
grenzende percelen. In de loop van tientallen jaren hadden onze tuinders deze per
celen bewerkt en de kwaliteit van de grond aanzienlijk doen toenemen. De resulta
ten van dit werk werden in korte tijd grondig vernield. Van de Balsebaan af tot aan
de Huybergsebaan ten zuidoosten van de Cort Heijligerskazerne, ongeveer waar nu
de Warandeflat zich bevindt, kwam de tankgracht slechts gedeeltelijk klaar. Ook
daar werd veel goede tuinbouwgrond opgeofferd. Voorts werd druk gegraven in het
zuidelijk deel van de Augustapolder, waar de tankgracht de Antwerpseweg bij Scha-
liehoef kruiste; vanaf dit punt liep hij dan verder tot even voorbij Groot Molenbeek.
Tussen dit punt en de Huybergsebaan (Warandeflat) kwam er niets klaar. Dit gat in
de „Festung" Bergen op Zoom zou bij de bevrijding van betekenis worden. De slik
ken werden in het systeem niet vergeten. In die dagen konden de Bergenaren ge
heimzinnig baggermateriaal zien liggen achter de Borgvlietse Kreek. De bedoeling
was wellicht om de Kreekrakgeul door een kanaal te verbinden met de tankgracht
in de Augustapolder.
In het kader van de aanleg van deze verdedigingsring om onze stad werd het sterk
heuvelachtige duincomplex tussen de Balsebaan en de Huybergsebaan (thans tus
sen de Pastoor Jutenlaan en de Churchilllaan) versterkt met bunkers, prikkeldraad
versperringen en rembeddingen voor geschutsopstellingen. Voorts werden loopgra
ven en prikkeldraadversperringen aangelegd aan de Zeekant, o.a. bij Oud-Borgvliet.
Midden tussen al die vervloekte bedrijvigheid door kregen de verzetsmensen van
15) Juten en Sloff, p. 53 en 48.
16) De Jong, dl. 2, p. 77. Het verhaal over de redding van de beiaard van de Peper
bus door de Heer C. J. F. Slootmans werd mij verteld door zijn opvolger de
Heer J. H. van Mosselveld.
17) Idem, dl. 4, p. 118. 18) Juten en Sloff, p. 106.
19) In de volksmond „de tenkval" genoemd. 20) De Jong, dl. 3, p. 137.
105