reeds planken voor de ramen gespijkerd en de ruimte tussen de planken en de rui ten opgevuld met proppen papier. Andere burgers, die niet over planken beschikten, plakken stroken papier op hun ramen teneinde bij verbrijzeling de samenhang te behouden. Veel Bergenaren gaan er toe over de nacht in de kelder door te brengen. De inmiddels ingetreden stilte in het verkeer op de zuidelijke toegangsroute was een teken van het naderend front. De betrekkelijke rust op deze weg werd geregeld on derbroken door enkele Rode Kruis-auto's, welke snel heen en weer reden tussen het lazaret Vrederust (het Juvenaat was inmiddels als zodanig niet meer in dienst) en het front. Vrijwel alleen als de duisternis was ingevallen, gebruikten de Duitsers de weg voor de ravitaillering, die plaats vond met behulp van paard en wagen. Maar ook diende het front geregeld aangevuld te worden met nieuw mensenmateriaal, want de harde strijd in de omgeving van de Kreekrakdam verslond mensenlevens. En zo kon men menigmaal bij het invallen van de duisternis de parachutisten naar het front zien trekken. Zij liepen dan als de ganzen één voor één achter elkaar, be hangen met linten van mitrailleurkogels en goed voorzien van snelvuurwapens en pantservuisten. Terecht maakten zij een martiale indruk. Nog steeds kan men zich verwonderen over het feit, dat deze lieden het zo lang uithielden tegen een in ma terieel opzicht oppermachtige vijand. De Canadezen beschikten over een ontelbare hoeveelheid tanks; Duitse tanks zag men uiterst zelden. Onderwijl werden de belangrijkste bedrijven van onze stad verder leeggeroofd. Ook in deze zaak moesten de burgers assisteren. Zo werden ze ook gedwongen vaten alcohol te rollen van de Spiritusfabriek naar het station 43). Het gebeurde menig maal, dat onderweg zo'n vat met man en al naar binnenrolde bij iemand, die tevoren de deur van zijn huis reeds voor dit doel geopend had. De aldus gewonnen alcohol werd later tegen hoge zwartemarktprijzen verkocht. Op de 21ste oktober moesten de burgers, die ten zuiden van de Oude Huybergse- baan, de Rembrandtstraat en de Langeweg woonden, hun huizen verlaten. Dit wees er op, dat het front langzaam maar zeker dichterbij kwam. Overigens waren we al sinds weken gewend aan het onophoudelijk gebulder der kanonnen. Het was tot een vast patroon van ons armzalig bestaan geworden. Op de 26ste oktober vertoont het „Sprengkommando" weer tekenen van activiteit. Er worden grondige vernielingen aangebracht bij het station, de spoorlijn, het tele foonkantoor en de meeste fabrieken 44). Ook de Zoombrug in de Moerstraatsebaan gaat de lucht in; de prachtige brug aan het eind van de Van Overstratenlaan was enkele dagen tevoren reeds vernield. Op de morgen van dezelfde dag eist (of drong hij er alleen maar op aan de com manderende Duitse generaal van de burgemeester dat de stad wordt geëvacueerd. De burgemeester brengt naar voren, dat dit in de huidige omstandigheden onmoge lijk is geen transportmiddelen en bovendien is de stad overvol door de évacué's en vluchtelingen 45). Inmiddels werd op de 25ste oktober reeds gevochten in de omgeving van Roosen daal. Bij Wouw woedde een ware tankslag. Om een doorbraak te voorkomen en krachten te sparen staat het Duitse opperbevel toe, dat wordt teruggetrokken op de lijn Bergen op Zoom-Roosendaal-Breda. De Duitsers hadden met een groot gebrek aan mensen en wapens te kampen 46). In allerijl voerden zij nog troepen aan uit de omgeving van Tilburg. Deze Ersatz- 43) Idem, p. 145. 44) Idem, p. 138 tot en met 140. 45) Idem, p. 14C. 46) Schramm, p. 192. 112 troepen werden in de avond van de 26ste oktober nog aan de Antwerpsestraat inge kwartierd. In de nacht vertrokken zij naar het front en waren bepaald pessimistisch over de afloop van de strijd. Op dezelfde 26ste oktober moet ook bij het Duitse oppercommando de beslissing gevallen zijn, dat de verdediging van Bergen op Zoom als geheel weinig zin had. Het bestaan van de enorme opening in de tankgracht moet bij de overwegingen een belangrijke rol gespeeld hebben. De evacuatie ging niet door. De ochtend van de 27ste oktober staat in het teken van de laatste vernielingen. Tus sen zeven uur 's morgens en half een 's middags worden achtereenvolgens opge blazen de toren van de Antonius Abtkerk, de toren van de Lourdeskerk en de toren van de Martelarenkerk. Dat was het werk van de Fallschirmjager, die tenslotte ook nog wel een soeveniertje uit Bergen op Zoom wilden meenemen en de burgers o.a. in de kelder van het stadhuis van hun ringen en horloges beroofden. Onderwijl was op alle daartoe geëigende plaatsen in de stad de volgende bekend making opgehangen 47). Bevel Aan de bevolking van Bergen op Zoom 1. Het is in het belang van de bevolking van Bergen op Zoom ook verder rust en orde stipt te handhaven. Onruststokers worden doodgeschoten. 2. Samenscholingen en het blijven staan op straat zijn ten strengste verboden. 3. Elke soort wapen, munitie en springstof, die nog in handen der bevolking zijn, onverschillig van welke herkomst, moeten vóór 28 oktober 1944 des middags 12 uur op het stadhuis worden afgegeven. Hetzelfde geldt voor militaire uitrustings stukken (uniformstukken, linnengoed, dekens, enz.). Overtreders hiervan worden doodgeschoten. 4. Bij onlusten, ook in den geringsten vorm, wordt de gehele stad Bergen op Zoom in brand geschoten. De Kampcommandant van Bergen op Zoom get. SCHMIDT Kapitein en Weermachtscommandant. 47) Juten en Sloff, p. 141 tot en met 147. 113

Periodieken

De Waterschans | 1968 | | pagina 60