HEEREN VAN BERGEN ALS SCHENKERS VAN GLASRAMEN seeckere affreeckeninge tusschen haer comparante ende Johannes Oort als gemachticht van ende wegen de gemelte Coninginne van Bohemen opden XVI meij 1654 gesloten Het Huijbergse archief laat ons in de steek aangaande de definitieve afwikkeling van de financiële kwestie Boshuijsen-Bogaerts en, dat menen wij tenminste, óók inzage de vervulling van de plichten die er voor Koningin Elisabeth uit de claim van het klooster op haar bezit voortvloeiden. Intussen kan het feit, dat de koningin aan een slager in de stad vijfduizend gulden schuld had, het getuigenis van de historici, die Elisabeth een weelderig levende dame noemden, aardig illustreren. Br. Clemens van de Walle. Op mijn speurtocht naar glasvensters, op een of andere wijze historisch verband houdend met Bergen op Zoom, vond ik een aantal in de omgeving van Brussel 1). Temidden van ,,de groten der aarde" zoals men dat pleegt te zeggen, ontmoeten we 0.a. Jan van Glymes III en zijn zoon Anthoine als edelmoedige schenkers van kerk en kloosterramen. Of het nu allemaal zó edelmoedig was, lijkt me, gezien het poli tieke spel aan het Brusselse hof, nogal discutabel. Relatiegeschenken zijn de eeuwen door niet altijd belangeloos verstrekt. Voorop stond het bevestigen en continueren van de goede verstandhoudingen. (De mooiste vorm van monumentenzorg). In het kader van deze glasstudieën ga ik echter aan bovenvermelde aspecten voorbij. Mijn interesse richt zich op het zovéél mogelijk verzamelen van gegevens op het gebied van glazenierskunst waar onze stad, direct of indirect, bij betrokken is. Hetzij via glaswerkplaatsen of ontwerpers van ramen, hetzij via schenkingen etc. Door het aanleggen en samenstellen dezer documentatie, kan mettertijd een groter kunst historisch geheel worden opgebouwd. GUNSTEN Vanzelfsprekend moeten wij de schenker van glasschildervensters zoeken bij de man, die „goed bij kas zat". Dat waren doorgaans de vorsten van kerk en staat. Daartoe behoorden in het eerste kwart van de zestiende eeuw Jan van Glymes en zijn Luikse, politieke medestanderBisschop Evrard de la Marck. Laatstgenoemde was voor de Luikse glazeniers een ware maecenas, die rijkelijk met opdrachten strooide. De Brusselse glazenier Nicolaas Rombouts mocht eveneens delen in zijn gunsten. De figuur van Nicolaas Rombouts zal derhalve ook aan Jan lil bekend zijn geweest. In volgende plaatsen kwamen we vensters tegen 1. Roo-clooster; 2. Alsemberg; 3. Luik; 4. Meer (bij Herenthals); 5. Gouda. ROODE CLOOSTER 1. Vlak bij Brussel stond een abdij van de Augustijnen. Om precies te zijn waren het de reguliere kanunniken van de Augustijnerorde. De plaats van vestiging heette 124 Roo-clooster ofwel Roode Clooster. Het jaar 1520 was voor deze kanunniken een bijzonder jaar. Het nieuwgebouwde priesterkoor van de tot de abdij behorende kerk was zojuist gereed gekomen. Nu haastten zich de koninklijke familie en de voor naamste figuren van het Hof de vensters in dit koor te voorzien van prachtige glas ramen. leder neemt een raam voor zijn rekening. De archieven vermelden volgende namen Karei V, zijn broer Ferdinand, Philibert van Savoie, de Graaf van Kleef, Hen drik van Nassau, de bisschop Evrard de la Marck, Willem van Croie, aartsbisschop van Toledo, de graaf van Egmont, en tenslotte Jan van Bergen en diens zoon An- thonie. Voorwaar een indrukwekkend gezelschap Het is niet zo, dat vader en zoonlief tesamen één raam geven. Uitdrukkelijk wordt vermeld, dat Antoon, markgraaf van Bergen en zijn gemalin, Jacqueline de Croy elk een raam bekostigden. Bergen op Zoom was dus met twee ramen vertegenwoordigd. PORTRETTEN Behalve met de gangbare iconografische voorstellingen, werd ieder venster verrijkt met het portret van de schenker, en diens wapenschild. Jammer, dat deze vensters in 1796 vernield werden. Vanwege de grootscheepse kloostervervolgingen werd de kerk gesloopt. De maker van de ramen is bekend gebleven. Het was de Brusselaar JAN OFHUYS. In 1527 heeft Karei V een tweede raam geschonken. De stadsrekenin gen vermelden dan „qu'il fut payé 60 livres a Jean Ofhuus, verrier, resident a Bruxelles". Het zou interessant zijn na te gaan, waar Jan Ofhuus het portret tekende van onze Bergse heren en Vrouwe. Kwam hij daarvoor speciaal naar Bergen op Zoom Ik ge- ioof van niet. Slootmans tekent aan, dat Heer Jan in 1518 reeds op Roode Clooster verblijft voor besprekingen met de Breede Raad over de regeling van de macht der gilden 2). Voorts is Heer Jan vaak aan het hof te Brussel. Jan Ofhuus zal hem daar wel snel „geconterfeyt" hebben. Wanneer men in die dagen als artiest werd geïntroduceerd voor het portretteren van dergelijke, gezagrijke persoonlijkheden, is het niet onwaarschijnlijk, dat Jan Ofhuus een kunstenaar moet zijn geweest, uitgerust met specifiek diplomatieke gaven, om zich in dergelijk gezelschap te kunnen bewegen. Rubens zal later het proto-type worden van de „kunstenaar-diplomaat". WAPENVENSTERS 2. We komen Jan lil van Glymes vervolgens tegen bij het klooster Sept-Fontaines, geiegen te Alsemberg bij Brussel. Het aldaar gelegen kloostergebouw met zijn vier vleugels moest worden beglaasd. Meer dan vijfendertig personen schonken een raam. We dienen deze ramen te zien als wapenvensters zonder meer. Ik vind het een kostelijke gedachte, te zien hoe men de plaats van de vensters zeer symbolisch voor de schenkers reserveerde. Ik leid zulks ten minste af, wanneer we ontdekken, dat in de noordelijke vleugel de wapens geplaatst worden van die heren, welke benoorden de kloosterlijke domeinen gevestigd zijn. Jan III is dan in gezelschap van de bisschop van Utrecht, de heer van Veere en Beveren de markies van Brandenburg. Enkele namen uit de lijst van schenkers wil ik vermelden o.a. Hendrik van Wittem, heer van Beersel, Jacques de Fienne, Evrard de la Marck, Hyronimus van der Noot, kan selier van Brabant. 125

Periodieken

De Waterschans | 1968 | | pagina 66