orjêim
c
CD(
Publiekaties betreffende Bergen op Zoom
Document Humain van
de Slag om Woensdrecht
CU lZJ?VERTIKAAL. QEPLAAT5TB
L Sfetók,-ULje/s
In de vijftiende eeuw deed men dit anders. Op de bekende piaats in de kelder-
hoek werd in de tegelvloer een plekje opengelaten. In het zand werden dan leien
gezet om deze plaats poreus of open te houden. Tijdens de opgraving in Thalia werd
deze constructie in de kelder gevonden. (1964). Tek. 2.
De potten, die Jan van de Berg vond, bezitten het graapmodel. Drie pootjes en twee
zware oren. De potten zijn niet gestempeld. Ze zijn dus vermoedelijk van voor vóór
1795. Bijgaande tekening geeft een afbeelding van de pot alsmede de afmetingen.
Tek. 1.
DR. SN SCHUUR.PUTJG
TBQELVLOéE/^
j KB LDBR
ZA,\/P
Bij de Europese Bibliotheek te Zaitbommel verscheen van de hand van assistent-ar
chivaris. de heer W. A. van Ham, een studie onder de titel „Het D..orluchtig Huis
van Bergen op Zoom".
Op overzichtelijke en rijk gedocumenteerde wijze wordt een brok bestuursgeschie
denis van Bergen op Zoom tot een voortreffelijk sluitend geheel opgebouwd. Welis
waar had de Heer C. Slootmans deze gegevens in menige brochure en in zijn boek
Jan metten Lippen" reeds „illustratief" verwerkt, maar voor diegenen, welke zich in
de geschiedenis van Bergen op Zoom willen verdiepen, is het strak-geordende ge
heel, dat de heer van Ham concipieerde, een bijzonder welkom en goed hanteerbaar
naslagwerk. Zowel genealogisch als heraldisch rijk gedetailleerd.
128
(door MARTIN VENSELAAR)
Toen de „Slag om het Kreekrak" in 1944 op het hoogtepunt was vertrok een kleine
groep Rodekruishelpers uit Bergen op Zoom naar Hoogerheide, om daar de zwaar
getroffen bevolking medische hulp te gaan bieden. De mannen slaagden er echter
niet in door het zware vuur op de Antwerpsestraatweg heen te breken. Ze weken
daarom van de voorgenomen weg af en kwamen in Woensdrecht terecht, waar zij
zich in de kelder van de pastorie installeerden. Hun hulp bleek hier al even noodza
kelijk te zijn, maar door de krijgshandelingen raakten zij gedurende lange tijd het
contact met Bergen op Zoom zo volledig kwijt dat men daar weinig hoopvol was over
het lot van de mannen.
Voor het uitvoeren van hun taak hadden de Rodekruishelpers geen ander materiaal
dan wat zij in hun verbandtassen hadden meegedragen.
Op een dag werd in het dorp een meisje aangetroffen dat door een
granaatontploffing zwaar gewond was. Zij had splinters in benen
en gelaat, een grote wond in het rechter bovenbeen en een wond
van 20 cm. in de zij, waardoor de milt zichtbaar was.
De Rodekruishelpers B. Duyvelaer en H. Kwaaitaal droegen haar
op een ladder naar de pastorie en namen de zorg op zich. Dat
moest beperkt tot het leggen van verbanden, maar met grote onge
rustheid werd vastgesteld dat in de zijwond versterf optrad, waar
door voor een noodlottige afloop moest worden gevreesd.
Er waren geen doeltreffende en pijnstillende medicijnen, geen
desinfecterende middelen en geen instrumenten. Zij stonden voor
een dramatische beslissing en de spanning hiervan valt af te leiden
uit een lakoniek verslag, dat Bertus Duyvelaer hierover later aan
het bestuur van het Bergse Rodekruis uitbracht. Hierin komt de volgende passage
voor
„Beraadslaagden en aldus geredeneerd. Bij voort
during versterving dood aan vergiftiging. Sneden
wij de aangetaste plaatsen uit met aanwezig mete-
riaal (zakmes en kaarsvlam) zonder jodium of an
derszins, kans op sterven door infectie, maar kleine
re kans. Dus, met instemming van slachtoffer „ge
opereerd".
Totale afloop prachtig.
Verder behandeld door dr. v. d. Kamp. Beenwond
prima genezen".
Het meisje van toen is nu een rustige huisvrouw in
Amsterdam, vanwaar zij ook afkomstig was. Kort
na haar behouden terugkeer schreef zij een dank-
briefje aan Bertus Duyvelaer, dat wij hier in haar
eigen woorden als een ontroerend Document Hu
main laten volgen.
129