Enkele verbeteringen betreffende de inhoud van het Gedenknummer van de Waterschans Amsterdam, 25 september 1945. Aan de Heer B. Duijvelaar. Met deze deel ik U mede als dat ik weer enkele weken in Amsterdam ben bij Vader en Moeder en dat ik het bijzonder goed stel, alleen mijn dijbeen is nog niet helemaal genezen, maar ik ben hier onder behandeling van de Dokter /enj ik geloof wel dat ik nu gauw geheel genezen zal zijn. Maar de hoofdzaak is de goede behandeling van u en u Cotega H. Kwaaitaal die mij zo goed behandeld hebben. Toen het pas gebeurt was op die nacht en bij het operere bij het kaarsje ja en toen dacht ik altijd o gaat toch niet weg wand het regende' gar nalen.. ik moet er nu niet meer an denken aan die tijd en dat u mijn op een ladder naar de Pastorie gebracht heeft en dat Jullie voor mijn zoveel eten gehaald heeft eri Noten en dan zo erg met dat schieten. Wij thuis konden het haast niet geloven dat Jullie er nog zo goed er doorheen ge- kropen zijn en ik ben u er hartelijk dankbaar als dat u mij in zo'n gevaarvollen toestand zoals dat toen in Woensdrecht was het leven gered hebt. En nu. zal ik u ook een Foto van mijn er bij doen. En LI wordt nog hartelijk bedankt voor de Foto die ik van u ontvangen heeftNu ik zal u nog wel eens schrijven. Doe de groeten aan U Moeder en Vader en vooral u zelf niet ver geien/ je Meisje, D aaaaag, De groeten van Vader, Moeder, Zusjes en Broer, Ria Wiltems, Bloemstraat 10, A'dam C In het gedenknummer heb ik medegedeeld dat de eerste Fransen reeds in de late morgen van de 10e mei 1340 te Korteven aankwamen 1). Dat is niet juist. Er kwamen op deze eerste oorlogsdag wel al Fransen te Floogerheide aan, doch dat was in de late middag. Deze Franse afdeling bestond uit een detachement motorrijders. Zij vormden de snelle voorhoede van een verkenningsgroep, die onder leiding van ko lonel de Beauchesne over Zeeuws-Vlaanderen naar Walcheren en Zuid-Beveland trok. De bestemming van deze groep was West-Brabant. Het detachement motor rijders was vooruit gezonden via Antwerpen 2). De stuk of vier Franse vrachtauto's, waarover ik sprak in mijn artikel, bevonden zich niet in de morgen van de 10e mei, maar in die van de 11e mei te Korteven 3). Dit 130 waren waarschijnlijk de kwartiermakers voor kolonel de Beauchesne, die zijn com mandopost vestigde te Korteven in de avond van de 11e mei 4). Een andere mededeling, welke verbetering behoeft, is die over de geschiedenis van de beiaard. In mijn artikel schreef ik dat de heer Slootmans de beiaard redde voor de verzamelwoede van de Duitsers. Dit geschiedde op een andere wijze dan door mij is weergegeven. Na overleg met de heer Slootmans, heeft de toenmalige burgemees ter, Dr. Mr. H. A. F. Lijnkamp, met behulp van een geschrift van de heer Slootmans, de Duitse autoriteiten overtuigd dat onze beiaard uit de middeleeuwen stamde. Dank zij deze voorgewende hoge ouderdom werd zij niet benut als grondstof voor de Duitse oorlogsindustrie. In werkelijkheid was onze beiaard slechts enkele jaren oud 5). Een derde geval van verbetering betreft de inhoud van de vergeldingsmaatregelen, die genomen werden na de aanslag op de alom bekende N.S.B.-er en Landwachter V. op de 29e juli 1944. Afgaande op gegevens uit de literatuur, deelde ik mede dat de Bergenaren als repressaille gedurende de gehele maand augustus 's avonds om zeven uur binnen dienden te zijn; bovendien moest men de ramen en deuren geslo ten houden 6). Inmiddels kon ik echter een groot aantal bescheiden uit de oorlogs jaren raadplegen. Dat heb ik te danken aan de speciale toestemming van de Burge meester en Wethouders onzer gemeente en aan de medewerking van Archivaris van Mosselveld en zijn assistent de heer van Flam. Uit de stukken komt dan het volgende beeld van de repressailles naar voren 1. De burgers van onze stad moesten 300 herenrijwielen afstaan. De Burgemeester, Dr. Mr. H. A. F. Lijnkamp, wist van de beruchte Polizeikommissar-General der SS, Rauter, gedaan te krijgen dat dit aantal werd verminderd tot 200. 2. De café's en bioscopen dienden voorlopig gesloten te blijven. Pas op de 29ste augustus mochten zij hun deuren weer openen. 3. Het begintijdstip van de gebruikelijke spertijd werd vervroegd tot 19.00 uur. Met ingang van 23 augustus werd de normale" toestand van vóór de 29ste juli her steld, hetgeen betekende dat men weer om 22.00 uur binnen moest zijn. 4. De vensters dienden gedurende de spertijd gesloten te blijven. Deze strafmaat regel werd op de 10de augustus reeds ingetrokken. Misschien hield dit „vriende lijk gebaar" verband met het in die dagen heersende hete weer. Dr. E. G. H. Hartel. 1) „De Waterschans", 2e jaargang, nummer 1, p. 94. 2) Nierstrasz, V. E. „De verdediging van Noord-Limburg en Noord-Brabant Mei 1940", 's-Gravenhage 1953, p. 374. 3) Waterschans, p. 94. 4) Nierstrasz, p. 398 en 399. 5) Waterschans, p. 105. 6) Waterschans, p. 108. 131

Periodieken

De Waterschans | 1968 | | pagina 69