„We hebben ons verborgen op de tweede verdieping, 's Nachts werd de fabriek bezet door Duitsers die beneden op de eerste verdieping sliepen. Ze zijn nooit op de tweede verdieping gekomenDe volgende morgen werden de Franse slapers gewekt door een grote drukte bij de Duitsers. Deze maakten zich gereed voor een prise d'armes", en vanuit de ramen van hun verdieping hebben Luitenant de Montalembert en zijn groepje deze wapenschouwing op hun gemak kunnen zien „De Duitsers zijn toen waarschijnlijk dadelijk naar België vertrokken en ik heb toen een der manschappen uitgezonden om zo mogelijk levensmiddelen en kleren te vinden. Hij is naar het klooster 31) gegaan, waarvan wij de klok hadden ontdekt. De paters hebben ons voedsel gegeven maar geweigerd ons burgerkleren te verschaffen, 's Nachts hebben wij de spoorbaan overschreden en door de velden zijn wij op kompas naar het zuiden gelopen, 's Ochtends hebben wij halt gehou den in een bos bij Korteven. want we wilden overdag niet lopen en gezien worden. In de middag kwam een Duits detachement vliegeniers zich er installeren, en een Feldwebel, die zich wilde „afzonderen", vond ons verborgen in de struiken. C'était fini". Commandant Michon zelf heeft eveneens geprobeerd de Franse linies in België te bereiken. Ook hij werd gevangen genomen, bij Korteven, en naar Breda ge bracht, naar de Duitse Generale Staf, waar hij zeer correct werd behandeld. Eén der Duitse officieren (die goed Frans sprak), wilde hem de hand drukken. Com mandant Michon weigerde. „Heeft U minachting voor het Duitse leger vroeg de officier. „Neen", antwoordde Commandant Michon, „maar bij een voetbalwed strijd, bijvoorbeeld, drukt men elkaar de hand na afloop van de match, niet tijdens de match"32). Zo komen we dan aan het einde van het Bergen op Zoomse avontuur. Generaal Giraud, de opperbevelhebber van het VIIe leger, schijnt (de inmiddels overleden) Kolonel de Beauchesne te hebben verweten bevel te hebben gegeven weerstand te bieden in Bergen op Zoom. De plaats van zijn groep was in Korteven. Kolonel de Beauchesne heeft gevonden dat Commandant Michon zijn order zich in Bergen op Zoom in te sluiten, te letterlijk had opgevat. Commandant Michon achtte een order een order en heeft deze zo goed en zo lang mogelijk uitgevoerd. Volgens Lerecouvreux 33) hebben de Fransen de vijand meer verliezen aan doden en gewonden toegebracht dan omgekeerd. De Service Historique de l'Armée de Terre kon ons geen lijst verschaffen van Franse gesneuvelden en gewonden in Bergen op Zoom, daar alle documenten op de dag van de 14e mei zijn vernie tigd 34). De heer C. P. van Tilborg vertelde mij het volgende: „Toen ik dinsdag 14 mei tegen 5 uur 's middags terugkeerde van de Wouwseweg, waar ik mijn dochter had opgezocht, zag ik op de helling van het Volkspark bij de Jan van As- bank, twee gesneuvelde Franse soldaten iiggen (ik stond er vlak bij). De Duitsers waren bezig de Franse pantserwagen, die recht op de Wouwseweg gericht stond, leeg te halen (o.a. haalden zij er geld uit)". 31) Het Juvenaat. 32) Commandant Michon werd later door de Duitsers vrij gelaten hij had tijdens de strijd in Marokko in 1S23 een arm verloren. Hij kreeg in Frankrijk een an dere post Kolonel van het 1e Regiment Marokkaanse spahis (1943). Als zo danig vocht hij aan het Atlantische front. Hij werd gepensioneerd met de rang van Generaal. 33) p. 250. 34) De rapporten zoals die van Commandant Michon en Kapitein Pacaud werden later (ongeveer na een jaar) samengesteld. 154 Dokter Guiguet schreef ons nog dat hij aan het einde van de dag, toen de Fransen probeerden aan de Zuidkant van de stad te ontsnappen, vier gewonden moest be handelen (waarvan 3 licht- en 1 zwaar gewond). „Ze konden niet naar het zieken huis gebracht en bevonden zich in mijn rode-kruiswagen, toen wij bij de zuid-uit gang van de stad door Duitse tanks werden gestopt en ons over moesten geven". Dr. Hartel maakte mij er op attent, dat in het Hofstraatje een burger is gedood, nl. een zekere Piet de Groot De heer C. P. van Tilborg, die toen in het Hofstraatje woonde, zei ons dat dit dinsdagochtend 14 mei gebeurd is, op ongeveer 3 meter afstand van de plaats waar nu het kapelletje staat, en gerekend in de richting van de Steenbergsestraat. Het moet volgens hem gebeurd zijn door een Duitse gra naatscherf). (De Duitsers schoten inderdaad met mortieren in de richting Zoom- dam). De heer van Tilborg zelf heeft op zijn „wandeling" heen, naar zijn dochter, in de Klaverstraat twee scherfjes geïncasseerd in een van zijn handen.... De heer C. K. Leman, cineast, die een functie had bij de Geneeskundige Dienst Luchtbescherming, heeft op dinsdag 14 mei in de loop van de dag een gesneuvel de Franse soldaat aangetroffen onder het bruggetje in het Volkspark. Daar de Duitsers 's avonds de „militaire zaken" overnamen, werd de soldaat door hen be graven. Gewonde Franse militairen, die in het ziekenhuis waren binnengebracht, werden door de Duitsers naar elders vervoerd. De op 15 mei door wijlen arts van Zelm van Eldik gedane mededeling aan onder getekende en zijn vrouw (die onbekend waren met de politieke gezindheid van deze arts), als zou Commandant Michon in het ziekenhuis zijn gestorven 35), be rust op geen enkele grond. De gewonde die naar het veldhospitaal in Vrederust werd overgebracht, was een Franse soldaat, C. A. E. Riblier, die daar gestorven is op 18 november 1940 36). Tot slot nog een terugblik op de gebeurtenissen van de 13e en de 14e mei. Het oorspronkelijke plan van de legerleiding de terugtocht van het Franse leger naar de vesting Antwerpen te vergemakkelijken door de vijand in Bergen op Zoom op te houden, heeft Commandant Michon verwezenlijkt. De Duitsers werden ge dwongen een aanval tegen Bergen op Zoom op te zetten, zij het dan slechts met flankbedekkingstroepen (de hoofdmacht trok recht op de vesting Antwerpen aan). Op weg naar Bergen op Zoom bestookt door Stuka's in duikvlucht een gevechts handeling waarmee zelfs de meest ervaren Franse strijders onbekend waren slaap ontberend, sinds 12 mei niet geravitailleerd, zonder bescherming uit de lucht, zonder voldoende munitie en zonder uitzicht op hulp, hebben Commandant Michon en zijn manschappen hun taak in een schier onmogelijke situatie op be wonderenswaardige wijze vervuld. Dr. H. van der Tuin (met medewerking van Dr. E. Hartel). 35) Zie het reeds geciteerde hoofdstuk in De Waterschans, Nr. 1, 1969, p. 99, noot 24. 36) Hij werd begraven op de Katholieke Begraafplaats te Bergen op Zoom. Daar staaf ook ingeschreven Dedier 16-5-40 (datum van de begrafenis). Beide stoffelijke overschotten werden later overgebracht naar de Franse militaire begraafplaats te Kapelle. 155

Periodieken

De Waterschans | 1968 | | pagina 81