worden. Allereerst een rechthoek rnet een verhouding van 3ix4 (b). Vervolgens een
met verhouding 3x5 (c) en tenslotte een met de proportie 4x5 (d)
U.
In de Gothische bouwkunst komen deze drie types rechthoeken vaak tegelijkertijd
voor aan één bouwwerk. Dat was mogelijk omdat de verhoudingsrelatie een har
monie wetmatig garandeert. Na de schouw in zijn totaliteit vanuit verschillende ver
houdingsbeginselen te hebben nagemeten (o.a. gulden snede, cirkel, vierkant) kwam
ik uileindelijk tot de bevinding, dat Keldermans de proporties ontleende aan de drie
hoek met verhouding 3:4:5. De schuine zijde 5) gebruikte hij als hoogtelijn. Voor
het bepalen van de breedte 4) werden de twee onderste delen van de hoogtelijn met
de passer naar links en rechts uitgezet. Dit leverde tevens de hoogte van de stooknis
op. Het boezemvlak plus draaglijst kreeg de verhouding van 3x4. Het totaal werd
4ix 5 e). Uitgaande van dit proportieskelet deelt Keldermans de vlakken verder door.
Hoe verder men de tekening nu geleedt, hoe meer men bevestigd ziet, dat alle vor
men en afmetingen van het lijstwerk mathematisch bepaald werden. Om vervolgens
te bemerken, hoe ook het figurale relief zich nauwgezet houdt aan de getrokken
kaders.
De overlevering zegt omtrent Rombout Keldermans. dat hij in 1487 een studiereis
naar Italië heeft ondernomen. Veel kunstenaars trokken daar heen, om zich te voe
den met de kennis der antieken. In die dagen had de architect Leon Battista Albert)
(14041472), een der eerste genieën van de Italiaanse Renaissance, zijn theoretisch
werk over de architectuur geschreven. ,,De Re Aedificatoria", waarin hij een propor
tieleer ontwikkelde, ontleend aan de harmonieregels van de muziek 7). Hij trachtte
de verhoudingen, welke wij als schoon ervaren, langs mathematische wegen te fi
xeren. Aldus kwam hij tot het vaststellen van zeer eenvoudige verhoudingsregels.
Of Rombout omtrent deze materie in Italië wat vernomen heeft, is mij onbekend. Wel
is vastgesteld kunnen worden dat, terwijl overal de geest der Renaissance duidelijk
baan brak, bij de Keldermansen de geest der gothiek het langst vitaal en creatief is
gebleven. De kennis van de middeleeuwse proportiebeginselen is bij de familie Kel-
dermans vanaf circa 1400 van vader op zoon overgeleverd.
Bekijken we de Christoffelschouw vanuit steenhóuwersoogpunt, dan zijn er duidelijk
tekenen aanwezig, die er op wijzen, dat meerdere mannen hun bijdragen geleverd
hebben. Daar zijn allereerst de vaklieden, die het lijstwerk verzorgden, (bundelpilas
ters, spits- en rondbogen) profilering draaglijst etc. Vervolgens is er een ongeloof
lijk knap beeldhouwer aan het werk geweest, die het wapen van Jan III vervaardigde.
De twee gaande leeuwen bezitten een strakke en gespannen plastiek. Vermoedelijk
zijn de beide staande leeuwen uiterst links en rechts, een toernooilans met banier
vasthoudend, van dezelfde man. De plastische zeggingskracht is n.l. in beide onder
delen identiek. Tenslotte is er de beeldhouwer, die de mensfiguren voor zijn reke
ning nam. Hij maakte de panelen waarop de Christoffellegende werd vereeuwigd in
steen. Deze artiest lijkt mij een meer spiritueel man. Waarschijnlijk is hij ook ouder
dan het merendeel zijner assistenten aan de schouw. Hij kapt hoekiger vormen, is
160
Proportie-skelet Christoffelschouw te Bergen op Zoom
161