Een Ritueel vaatwerk uit Bergen op Zoom Het drielingvaatje met scrafitoversiering (zie foto's) mag tot een der zeldzaamste bodemvondsten van Bergen op Zoom worden gerekend (1969). Het vaatje bestaat uit drie kleine kannetjes, onderling verbonden terwijl de verbindingswanden van binnen opengewerkt zijn waardoor de kannetjes communicerend zijn. Het geheel is voorzien van een oortje. Het kannetje gelegen tegenover het oortje heeft allerwaarschijnlijkst 'n tuitje of sneb gehad. Dit ontbreekt echter. Het geheel is slechts 7 cm hoog. Hals openingen zijn 3V2 cm diamtr. Het werd gemaakt van roodbakkende klei, voorzien van lichtgeel lood-glazuur. Over functie en betekenis van drielingvateri bestaat weinig volledige informatie. Tot nu toe kon men slechts gissen, daar geen enkel vaatwerkje een of andere zinvolle versiering of symbolische tekening bezat. Het Bergse drielingvat mag daarom met recht een witte Raaf worden genoemd, daar voor het éérst een symboolrijke scrafito versiering mogelijk tot een functieverklaring kan bijdragen. Menigmaal is voor een betekenis gezocht in de richting van een drie-eenheid (b.v. man-vrouw-kina, twee groepen plus arbiter). Uit de préhistorie zijn reeds drielingvaten bekend. Het Chris tendom kent ook de Drie-eenheids gedachte. Volgens Prof. Timmersl) werd als een der oudste symbolen voor de Drie-eeriheid gebruikt de tekst uit Gen. 40.9 waarin Abraham bezoek krijgt van drie mannen. Vervolgens ook het verhaal van de Opperste der schenkers over zijn droom „Het was mij als of in mijn droom een wijnstok voor mij stond, hierin waren drie ranken. Hij begint uit te schieten, te bloeien en daar dragen zijn trossen al rijpe druiven". Op het Bergse drielingvat zien we drie tekens 1, (foto a), vervolgens een bloeiende bloem (b), en op het beschadigde kannetje enkele druiven (c). Wel een frappante overeenkomst met het beeld van de opperste der schenkers. Met reden kan men het kannetje zien als een RITUEEL vaatwerk. Maar bij welk ritueel werd het gebruikt Trimpe Burger vernam uit de mond van een oude geestelijke te Zeeuws-Vlaanderen, dat deze drielingvaten werden gebruikt bij het wijden van het water in de Katholieke eredienst tijdens de plechtigheden van de Goede Week. (Zie Liturgische tekst wijding Doopvont en Doopwater). Andere oude gebruiken vertellen ons, dat de stervende te drinken werd gegeven in de Naam van den Vader, de Zoon en de H. Geest. In dat geval zou het tuitje dus een drinktuitje kunnen zijn. (drinkvat). Menige broederschapdronk werd vroeger gedaan in naam van de H. Drieësnheid. Drielingvaatjes zijn over het algemeen zeldzaam. Te Aardenburg werd een vaatje ge vonden, groen geglazuurd en gemaakt in de 14e eeuw2). Bij opgravingen te Andenne trof men een koppelvaatwerkje aan bestaande uit vijf kleine kannetjes (14e eeuws) 3). In het Stadtisches Museum te Duisburg bevindt 'zich een tamelijk groot préhistorisch koppelvaatwerk bestaande uit drie schaalvormige nappen, horizontaal verbonden door holle pijpjes. Er zou uit gedronken zijn door twee partijen die door een derde (de rechter) tot eenheid of vrede werden gebracht. (Ook wel verbondsgedachte). Prof. Timmers vertelde mij, dat hij een koppelvaatje bezit, dat vermoedelijk afkomstig zou zijn uit Utrecht. Het is van pijpaarde en groen geglazuurd. Uit de nevenvondsten kon het Bergse drielingvaatje gedateerd worden omstreeks 1570—1580. F. Gieles. 1) Prof. Timmers Symboliek en iconografie", blz. 61. 2) Berichten ROB. 196263. Trimpe Burger Ceramiek uit Aardenburg, blz. 506. 3) Ceramique d'Andenne door R. Borremans en R. Warginaire 195565, blz. 55 en 56. 164 DRIELINGVAATJE BERGEN OP ZOOM EIND ZESTIENDE EEUW. Hoogte 7 cm. Diameter hals 3V2 cm. Foto's H. J van Beuningen. Collectie F. Gieles 165

Periodieken

De Waterschans | 1968 | | pagina 86