EEN ACHTTIENDE EEUWS OORLOGS BERICHT OVER BERGEN OP ZOOM De oud-Bergenaar Henri Overhoff, gelukkige bezitter van een der kost baarste krantenarchieven in Nederland, heeft in zijn collectie een krant uit 1747, waarin een stukje oorlogsjournalistiek dat ons interesseert. Het be treft hier een verslag van de belegering van Bergen op Zoom door de Fransen tijdens de zomer van 1747. De berichtgeving vermeldt de feiten aan het front tussen 16- en 30 juli. Wij publiceren dit origineel geschrift in zijn authentieke vorm. Nadat den Fransen Generaal, de Grave van Lowenthal den 16. van de maand July 1747, de loopgraven voor Bergen op Zoom had doen openen, en zoo voort op eene (France Vredelivende met hem in vrede zijnde bondgenoten overeenkomende) dog anders gezegt tirannische wijze, deze stad latende beschieten met bomben en gloei ende kogels de kerk, torens, en meest alle huyzen ruineerende. Maar door de zorg van zijn Dooriugtige Hoogheid den Prince van Oranjen, deze belegerde stad gestelt zijnde onder de manhafte directie van den grysen krijgsheld den Generaal Baron van Cromstrom en een groett aantal van regte patriotte, manhafte bevelhebbers, dappere officieren en onversaagde besoldelingen, welkeyder om t meest de eerkroon der oude Bataviers trachten te verkrijgen; onthalen deze ongenooyde Franse gasten op zulk een warme portie, dat zij t moede wordenden, bij dit geregt langer aan te sitten, sig begeeven na een lager vertrek en na enige duysent doden en gequetsten bij deze snoeprijs gekregen hebbende, zijn nu willens de schansen van Moermont, Pinsen of dRoverschans, te overmeesteren, doende te dien eynde op Zondag den 23 July een hevige attaque op 't Fort de Roover aanvoeren, dog die met soo veel beleyt en dapper- heyd, door den oversten Putkamer en zijn krijgshelden is afgeslagen, aat den Frans man genootzaakt was met eene grotere magt, tusschen den 26 en 27 July een veel swaarder attaque te ondernemen, doch die even vrugteloos en met grooter nadeel voor hun is uitgevallen; dus sy de loopgraven daar op tegens dit Fort openen en van 2 batterijen hevig t zelve beschieten, waar omtrent de besetting huri niet schuldig blijvenende, zij op den 3o dito s nagts een derde storm wagen en even manmoedig afgeslagen zijnde, heeft dat geresolveerde garnisoen een uytval op hun bespringers gedaan, daar van tusschen de agt en negenhondert afmakende en een kruytmagasijn door t geweldig schieten aan brand geraakende, heeft met een ijsselijke slag nog een goede party van dese ongenooyde, schrikkelijk spoedig na de eeuwigheid ge zonden. Om nu de Maagt van Bergen op Zoom egter te mogen verkragten, gaan deeze loose Vlijers een derde kans besoeken en formeeren een attaque tegens ae Linie welke 166 sorg cnbeleyt van den Krijgskundigen Prins van Saxen Hilburghause is aanbevolen; desen helt om te toonen dat hij voor de eer der Maagt hier waakt, doet in een uytval ontrent 1000 France sneuvelen, zijnde aan onze zijde omtrent 200 zoo gebleven als gequetst. De France den last en stank der doodden niet langer zoo voor de stad als voor de andere attaque gebleven, konnende verdragen, hebben verscheyde maaien versogt deselve te mogen begraven; maar is telkens afgeslagen, omdat zij niet volgens krijgs gebruik de stad behandelen, t getal hunne gekwetste is soo groot, dat alle kloosters en kerke in Antwerpen en daaromheen zijn opgevuld. Gelijk het nu den Fransen hier niet na de sin gaat, soo min lukt het hun ook Italien, daar sij de verschansing des konings van Sardinien, (onse getrouwe Bondgenoot) bij Exilles hebbende willen forceren, soo deerlijk wordende afgeslagen, dat sy hun be velhebber den Ridder van Bel Isle daar bij verliesen, beneefens nog een groot getal hooge en laage Officieren, en omtrent 3 a 4000 gemeene, derhalven 11 a 12 hondert gequetste en gevangenen; deese tijding sal den Grave van Lowenthal niet aangenaam voorkomen en mogelijk van besluyt doen veranderen; ziende een corps van ontrent 20.000 man der Hollandze Troepen uyt de groote Armee van den Hertog van Cumber land (die eer der Engelze keurbende) vast aan naderen; om, of de belegering moey- lijker voor den Fransman te maaken of de stad tóntsetten, dat wij van harte wenschen; opdat men hier de eerste vrugten mogen sien, vande sorg, en bescherming van dat Doorlughtige Hoofd, onsen Heer Prince van Oranjen en wij als regtaarde Nederlanders de Goddelijke Name, eer en dank toebrengen voor deeze en andere vijandelijke ver lossingen. in 's Gravenhage bij Daniel Langeweg, boek en kaartenverkoper in de Vlamingstraat. Titel van het onderschrift Tweede stuk der beleegering van Bergen op Zoom met de afbeelding der Franse Attaque op de Linie en Roversfort. 167

Periodieken

De Waterschans | 1968 | | pagina 87