De Draak en St. Joris geven geheimen prijs toch een mooie Markt. Als kinderen zagen wij niet, dat de twee monumentale huizen, de pastorie en het huis van mijnheer Laane, zo iets als symbolen waren van clerica- lisme en feodalisme. Voor ons, jongens, bleef De Draak een bewonderenswaardig iets. Hoe modern in 1903 Tiest Trimbos, de eigenaar (ja, Tiest van de Markt niet Toine, de biljartmaker uit de Wouwsestraat, naast fotograaf Magnée, waar de boeren „d'r eigen uit laten portretteren") heeft bij de laatste verbouwing iets heel nieuws ingevoerd een leestafel, waar ge allerlei kranten kunt lezen, net als in de grote café's in Den Haag of Amsterdam. Ge wilt misschien wel eens even (al zijt ge een brave Katholiek) in de liberale Nieuwe Rotterdammer neuzen Deken Muskens behoeft het niet te weten! Maar voor ons was aardiger het winkeltje van Léonie Meyvaert (waar nu de slijterij „Onder den Toren is), waar ge zulk mooi gekleurd papier kunt kopen om daar rozen van te maken. En we gaan langs de winkel van Michel Lafontijn (de heren kopen daar modieuze „piteierkes") de Fcrtuinstraat in. Rechts zitten de heren achter net hekje van De Gouden Leeuw rustig hun borreltje te drinken. Daartegenover op de hoek van de Molstraat kopen op Donderdag (de marktdag) de boerinnen uit Tholen „baai" in de winkel Van den Branden (waar nu de rotanzaak is) en drinken er koffie in de opkamer (in de Molstraat is er nog iets van te zien). En nu dan de Steenbergse- straat in, waar de tram dikwijls moeite heeft om de helling op te komen. Aardig in die straat rechts de geweermaker Segers en daartegenover, bij het huis van mijnheer Van Hasselt hét hotel van Bergen ,,Le Prince de Liège". Hebt ge het gelezen in „het Zoomke" van gisteren de commissaris der Koningin :n Noord-Brabant is afgestapt in „Le Prince de Liège". En nog wat verder ho, we mogen niet verder gaan dan de Zoom dat is het consigne voor ons, kinderen. Hier eindigt Bergen. Maar laat ik mij toch eens aan u mogen voorstellen. En dat is juist op dit punt heel gemakkelijk. Ik ben geboren in 1896 even over de Zoom in één der oudere huizen, die daar nu nog staan, tussen de Zoom en het vroegere café ,.de Koperen Doos". Op 28 januari van het jaar 1896 vermeldt het doopregister van het oude kerkje in Halsteren „gedoopt Petrus Hendrix, zoon van Johannes Baptista Hendrix en Maria van Meer. Peter en meter waren Machiel Moerbeek en Maria Hopmans". Mijn grootmoeder van moeders kant heette Elisabeth Hopmans. Brabantser kan het toch al niet. 'K zijn dus genen Bergenèr, 'k zijn d'r enen van Aaltere. Over de Zoom begon de gemeente Hal steren. Die prachtige Thoolse weg er is door afschuwelijke lintbebouwing niets van over. Het was een, door geweldige beukenbomen overwelfde laan met bijna geen be bouwing tot aan het Vogelenzang. Het laatste huis van onze rij was het café van Tibe rius („bij vrouw Deberris" aldus de boeren spannen de boeren uit, die niet willen doorrijden tot de uitspanning van Doruske Stevens in de Steenbergsestraat). Ietwat verder de speeltuin van Hazen, de brouwerij van Siebeling Bij de w/eg naar de Spinola- berg, nog verder rechts de Sint Antoniusmolen en dan net „Vogelgezang". Verder vrij wel geen aaneengesloten bebouwing; aan beide kanten kreupelbosjes van eikenhout en daarachter de tuinen van de hoveniers, aspergebedden en akkers. Ik herinner mij het prachtige vergezicht vanuit onze bovenkamer over de tuinen en de Bergse polder tot in de verte de blinkende Schelde. Links, bij de uitmonding van de Zoom het Slinger- bos. Het is hier 's zomers wel mooi, maar in de winter te eenzaam en te donker. En daarom verhuisden wij in 1901 naar een ruim „herenhuis" in de Wouwsestraat tegen over het open terrein, waar bakker Joosen gaat bouwen. Wat een gezellig punt, zo midden in de stad. Grootmoeder krijgt haar plaatsje bij het raam, waar zij door het spion tot bij het Kantongerecht kan kijken en ieder kan volgen, die naar het station gaat, of met de trein is meegekomen. P. Hendrix. 172 De panden De Draak en St. Joris gelegen aan de Grote Markt, behoren tot de oudste van onze stad. De Draak overieeide zelfs de stadsbrand van 1397. Onze oud-archivaris Cornee' Slootmans ontdekte onlangs in de Bergse archieven een stuk dat onomstote lijk bewijst, dat de Draak al heel vroeg een herberg of taveerne was. Dit document da teert uit 1462. De huidige eigenaar van het pand, de heer Arnoldus Oirbans, is zich met zijn enthousiaste echtgenote, van de historische betekenis van hun huis in hoge mate bewust, temeer daar zij anno 1971 de eeuwen oude „herbergiunctie", voort zetten. Plannen voor verbouwing van de oude St. Joriszaal leverde, dankzij een zorgvuldig af- bikken der muren een menigte aan gegevens op van veertiende eeuwse bouwsporen. (zie Brabants Nieuwsblad 1971). De kelders van het pand St. Joris brachten eveneens verrassingen aan het dagiicht. In de voorste kelder, grenzend aan de Marktzijde, werd onder de keldervloer een batterij van vijf, ten dele overwelfde keldertjes gevonden. De vraag wat ooit de functie van deze ruimtes zou zijn geweest, kon niet duidelijk worden beantwoord. Voorlopig wordt gedacht aan een soort looikuipen vooi schapen- en geitenvellen. Maar deze interpretatie is nog niet definitief. Het achterste gedeelte van de kelder leverde een hoeveelheid gipsen beelden, gipsen mallen, gebakken bouw- Iragmenten (bouwceramiek), gebakken beeldjes etc. op. De Bergenaar Antonissen was omstreeks 1860 vervaardiger van tuinbeelden, tuinvazen, heiligen beelden (madonna's, H. Familie, St. Jozef, H. Rochus), geveiplastieken en plafondornamentiek, schoorsteen- beelden etc. etc. Toen deze zaak werd opgeheven heeft men al deze spullen, inclusief zijn klei, als ophoging of egalisering van de keldervloer gebruikt, en er toen tegels overheen gelegd. Een van de boeiendste vondsten was een fragment van een gipsen mai, welke werd gebruikt voor het vervaaidigen van de ornamenten welke zich bevin den op de grote ingangsdeur van de St. Gertrudiskerk aan de Marktzijde. De tekst daarop luidt Godts berch is vruchtbaer. (zie foto). Veel gipsen mallen waren met zwarte verf genummerd. De belangrijkste stukken wor den momenteel zorgvuldig door mevr. Oirbans bewaard en staan uitgestald op een drietal tafels in de St. Joriszaal. U moet beslist eens een kijkje gaan nemen I Aan de hand van bijgaande foto krijgt U enigermate al een indruk van de grote diversiteit van het ambachtelijk kunnen uit de vorige eeuw 173

Periodieken

De Waterschans | 1968 | | pagina 90