8. Maar Woensdrecht -zijn oxide rechten indachtig- nam het niet langer. Het wilde een eigen kerk en een eigen pas toor. De bisschop echter weigerde. Toen zette Woens drecht door. Het bouwde zijn eigen kerk, ook in 188J» De bisschop was het met dit eigenzinnige optreden niet eens, en Woensdrecht kreeg geen pastoor. Ook nu zetten de Woensdrechtenaren door en kerkten van toen af schis- matisch in de eigen kale, ongemeubileerde kerk, onder leiding van het oude vrouwtje Barbarientje. da£ rozen krans na rozenkrans voorbad. Het duurde een jaar. Toen zette de eerste r.k, priester een voet in het ongewijde gebouw. In opdracht van de bisschop hield hij er een vervaarlijke donderpreek...... maar gaf tussen de regels door deze goede raad; Breng geld bij elkaar voor meubilair in de kerk en voor een pastorie. Deze priester was "Pater" Mens. Zelf betaalde hij een aanmerkelijk deel van het be nodigde geld en droeg op 1 novemoer 1884 de eerste Mis op in de kerk van Woensdrecht. Het Schisma was voorbij, maar de zonde diende geboet te worden. De Woensdrechte- naren kregen op die feestelijke dag te horen, dat ze voortaan in Hoogerheide te biechten moesten gaan. Maar ook deze straf eindigde een jaar later, toen "Pa-, ter" Mens tot pastoor benoemd werd. Nu telt de gemeente 9000 inwoners. Ze heeft goede scho len, een vliegveld (aangelegd in "De Eendekooi" en het "Zwartven"met betonbanen van 3 km.) en een flinke in dustrie. Het gaat Hoogerheide en Woensdrecht (ondanks minieme tegenstellingen, die ook heden ten dage nog bestaan) voor de wind. (v, R. Willem van Oranje Voor een gehoor van 26 van onze leden hield prof. Dr. 9. R. van Roosbroeck op maandag 14 oktober, in De Koren beurs, een indrukwekkende lezing over Willem van Oranje De geschiedschrijving heeft zijn figuur tot een mythe gemaakt: dat deed ze in de 19de eeuw door hem tot een geloofsheld te inaken; dat deed een modern Krans schrij ver, die zijn "Guillaume le Taciturne", zag ais een man zonder smet of blaam. De werkelijkheid is, dat men, wanneer men als studiebron vooral de brieven, die Willem van Oranje aan zijn broer schreef, gebruikt, critiek heeft op bepaalde punten zo wel van zijn religiepolitiek, als op die ten aanzien van de Generaliteit. Maar welk kritiek men ook aanlegt, Willem van Oranje blijft een groot man; groot door zijn doelstelling, de vrijheid van de Nederlanden; groot door zijn offerbereid heid. De kritiek op zijn falen is dan ook een begrijpende critiek. Want wie was Willem van Oranje, vergeleken met zijn tegenstander, Koning Pilips 2? Tot 1567 v/as hij in de Nederlanden een seigneur, de hoofdfiguur onder de edelen; in het buitenland geëerd, door Granvelle gevreesd. Dat alles viel v/eg, toen hij het land moest verlaten. En de later zo grote leider dacht er niet aan door te vechten. Hij wilde zich in de Bybel gaan verdiepen en een vroom vorst worden, klaar anderen toonden m$er vechtlust, zoals de Grote Geus; Brederode. Die zocht hem op in de Dillenburg en nodigde hem uit, deel te nemen aan de strijd. Maar als Willem van Oranje zijn familie (waarvan hij nu afhankelijk is) consuleert, zegt dies "Du solist stille bleiben". Ook de brief, die hij naar Alva schrijft (maar die door zijn secretaris nooit verzonden is), toont eerder de man die nog op genade hoopt, dan de vechter. Oranje komt pas in actie, als men zijn vader beledigt en zijn zoon gevangen zet. Wat is dan zijn positie? Wie vertegenwoordigt hij dan? Geen volk, alleen een handje vol émigré's; gesteund wordt hy door niemand. Dan neemt het Huis Nassau het

Periodieken

De Waterschans | 1974 | | pagina 16