14 ÏÏESTAÜRATIE - NIEUWS HET MARKIEZENHOF. Een groot gouden vaan op de hoge trapgevel aan de Steenbergsestraat schittert, draaiend in de wind: een teken, dat een belangrijke restauratie van het oude Hof binnenkort zijn beslag gaat krijgen. Dat wordt nog dui delijker als men de grote ingangspoort binnengaat: want de vroeger zo doodse Grote Binnenplaats wordt nu ver levendigd door een monument van blauwe en witte steen: het baldakijn. Het Baldakijn Bij elke restauratie staat men voor beslissingen. Zo ook hier. Op tekeningen en gravures van de binnenplaats daterend uit de 18de eeuw, staat het Baldakijn er nog: een vorstelijke entree voor de Grote Zaal, de Kof zaal. Bij een onderzoek, dat de restauratie van de gebouwen voorafging, vond men de fundamenten exvan terug en daarbij ook fragmenten van het vroegere beeldhouwwerk. De mogelijkheid tot een reconstructie, die het oorspron kelijke baldakijn benaderen zou, was hiermee gegeven. Maar wat moest men doen? Kiezen voor een nieuw balda kijn in oude vormen?; kiezen voor een moderne entree van de Grote Zaal, of weglaten, wat al eeuwen verdwenen was? Men koos voor het eerste, wetend dat het iets aanvecht baars was; maar dat waren de twee andere mogelijkheden ook. Achteraf gezien kunnen we met deze keus gelukkig zijn, omdat ze de binnenplaats weer de allure heeft van een wat speelse ruimte; omdat nu voor ieder meteen dui delijk is, waar de entree is van de Grote Zaal; en te vens omdat het nieuwe baldakijn 'n prachtstuk -an~sich is, uitgevoerd met blauw-arduinen zuilen en bekroond met een overhuiving in witte lede-steen. De kroezige ornamenten in laat- gothische trant en de balustrade in visblaasmotieven werden door de steenhouwers van de restauratiedienst vervaardigd; de geestige water spuwers kapte Jan Kemperman. De Hofzaal. De gewone burger zal zelden via deze glorieuze entree de Grote Zaal binnengaan. Hij zou daardoor met de deur in huis vallen: op de zomerse dagen zou dat kunnen, maar op de meer gure dagen niet. Daarom is een meer bescheidener ingang voorhanden. Vanuit deze ingang o- verziet men ineens de hele ruimte van de Grote Zaal. Wat je dan opvalt is, dat zé eigenlyk toch maar klein is. Mogelijk wordt dit veroorzaakt door de ineens alle aandacht vragende, imposante Keldermans- Schoorsteen, die de korte zijde aan de straat weer bijna geheel vult. Hij past in de ruimte hier; hier is hy thuis. Hij heeft een nieuwe overhuiving gekregen, kleiner dan die hem kroonde in de vroeger Markiezenzaal van het stadhuis; een overhuiving, die door ribben verdeeld is in kleine witte gewelfjes. Misschien krijgen die nog 'n kleur. Men weet het nog niet: men probeert hier en daar met

Periodieken

De Waterschans | 1974 | | pagina 19