20. mijn vrouw en ik begonnen met het schoonmaken van hal» ken. het verwijderen van spijkers, het dichten van gaatjes en weet ik al niet meer. Maanden zijn we bezig geweest, maar het resultaat was van dien aard, dat we alle e lende van maanden bivakeren snel konden vergeten. Van lieverlee ben ik me ook gaan verdiepen m de histo rie van het huis en haar bewoners; "De luyden van de Moyses ende hunne geslachte". Bij de koop van het huis in 1961 stelde mijn vader mij ook alle oudere koopcon tracten ter hand, die hij op zijn beurt in 1922 weer van zijn vader ontvangen had. In dato 15 juli 1890; "Bewiis van eigendom voor Eduard, Johannes Asselberg Willemszoon, Huis genaamd de "GR00TE MONARCH met er en werkplaats enz., benevens eenen kelder, hebbend een- en afzonderlijken ingang in de Molstraat aldaar, deel uitmakende van het kad. perceel, Sectie G no 2788, £cxoo*fc 3 bxqti ©n -^8 centiaren Mijn grootvader, geboren op de hoek van de Molstraat, nu het huidige café Atlanta, als jongste zoon van de smid Willem, moet het huis van jongsaf gekend hebben, ffii was het, die zijn suikerbakkerij verplaatste van de Steenbergsestraat naar de, toen meer gunstig gelegen, Fortuinstraat. Cm terug te komen.op die oude koopcontracten; mijn grootvader kocht het weer van de familie lafonteyn- de Bruyn, meesteivnieu'belmaker, waarvan nu nog meu e en op het stadhuis staan. Een van de vondsten is een oude haardsteen uit 1591» met twee klimmende leeuwen, die het wapen van Graaf Maurits vasthielden. Deze Johan nes Lafonteyn heeft daar de initialen van zijn vrouw petronella Cornelia de Bruyn en haar geboortedag, juni, in gekapt, benevens het jaartal 1855. Indat jaar had hy namelijk het pand gekocht van Hubertus Breemers, "eenen paruikenmaker"die het pand m 1845 overgenomen heeft van de wed. J. Smeltzer-Touw. Deze lieden was toen een handelsgeest eigen, maar voor- 21. zover ik nu weet, bewegen zij zich nu meer op het poli tieke vlak. Je weet maar nooit. De heer Johannes Smeltzer, koopman, kocht de "GR00TE MONARCH" in 1822 van Theodosius Nicolaus Beeks, een medicino doctor, die het in 1811 voor vierduizend en honderd gulden kocht van Johanna Bingena Biesman, we duwe van Nicolaas, Francois d'Aguerand. Deze weduwe had het om niet gehad uit de nalatenschap harer tante Cornelia, Titsia Biesman. In al deze koopcontracten spreekt men van de "GROG'TE MONARCH". De periode vooraf gaande aan deze, waarin het pand bijna een eeuw eigen dom is van de familie Biesman, is het pand genaamd DE MOYSES. De kelder, schuin achter het pand liggend, draagt, terecht de naam "ACHTER DEN MOYSES". Verdere naspeuringen hebben mij gebracht tot het jaar 1523? waar in Jan van Heukelom, poorter van de stad Antwerpen, het huis, genaamd den Moyses, verkoopt aan Jaspar Boyens, inerssenier. Deze periode, waarin zich ook die van de Hervorming afspeelt, is een geschiedenis apart. Wellicht is het verstandiger daar in een volgende brief meer o- ver te schrijven. Nu de restauratie van de voorgevel bijna voltooid is en de schilder er de laatste hand aan legt, lijkt het me toch passend de naam DE GR00TE MONARCH er weer op aan te laten brengen. Mijn streven is, om in dit pand de namen van haar bewoners gedurende bijna twee eeuwen te doen bewaren, voor zover dat mogelijk is door foto's en anders door afbeeldingen van de beroepen of ambachten, die zij er in uitgevoerd hebben. Mei, ik ga er mee stoppen, niet zonder mijn waardering uit te spreken voor de moeite, die ook jij je getroost, om datgene wat ons in Bergen nog rest aan oude waarden voor het nageslacht te doen bewaren. (Wim Asselbergs.)

Periodieken

De Waterschans | 1974 | | pagina 22