18
voorgevel en de zaal, welke driedeling in de tijd van
Christus gebruikelijk was, heeft aangehouden. Overigens
is dit gebouw in de rond 18J2 gebruikelijke neo-clas-
sicistische stijl opgetrokken.
Een synagoge moet -als dat tenminste mogelijk is- in de
richting van Jeruzalem gebouwd zijn, d.w.z., dat -in
ons land- de schrijn met de Wetsrollen in de zuidooste
lijke muur moet zijn aangebracht. Bij de synagoge te
Bergen op Zoom is dat inderdaad het geval.
Een synagoge mag men niet vergelijken met de Tempel,
zoals deze vóór 70 n.C. in Jeruzalem bestond. Het is
geen offerplaats en een altaar is er dan ook niet
aanwezig. De joodse godsdienst is -nu er na de verwoes
ting van de Tempel geen offerdiensten meer plaatsvin
den- een godsdienst van het woord, een zuivere "leer"-
religie. Wel is de inrichting van een synagoge eniger
mate een weerspiegeling van de inrichting van de Tem
pel. In een synagoge zijn maar twee zaken van wezenlijk
belang: ten eerste de schrijn (ARGONmet de Wetsrollen
en, ten tweede, de verhoging (bIMAH) alwaar uit de
Wetsrollen wordt voorgelezen. Voor het overige kan een
synagoge ingericht worden al naar gelang de behoefte
of volgens het verlangen van de inrichters.
Er is een vaste gebedsliturgie waarin de SJEMA JISRAEL
"Hoor Israël..."- Deut. 6,4-5), het SJEMONE ESJRE
"de achttien zegeningen") en de zegen (Numeri 6: 24-
26) de voornaamste onderdelen vormen. Voorts maakt
het VOORLEZEN VAN DE WET een zeer wezenlyk deel van de
godsdienstoefening uit. De voorlezer moet werkelijk
lezen; het is verboden meer dan één vers (regel) uit
het hoofd voor te dragen.
Hoe voornaam men deze Wet (THORAH) acht, blijkt uit
het feit, dat men de Heilige Boeken of Rollen der Wet
in een schrijn (AROON-ark) met veel zorg en eerbied
opbergt en bewaart. Dit schrijn bevindt zich in een
nis, die door een voorhangsel van de ruimte voor het.
publiek gescheiden is, en waarvoor men constant licht
19.
laat branden.
De Wetsrollen of Wetboeken omvatten de 5 bijbelse boe
ken, die aan Kozes worden toegeschreven: Genesis-
Exodus-Leviticus-Numeri-Deuteronomium.
In het Grieks duidt men deze 5 Bijbelboeken aan met
de verzamelnaam "Pentateucj". Elke sabbatdag wordt
tijdens de godsdienstoefening een passage uit deze
THORAH voorgelezen en becommentarieerd.
De mensen scharen zich rond de BIMAH, die of in het
midden van de zaal of vlak voor de Ark is opgesteld.
Daar vrouwen geen enkele officiële plaats in de gods
dienstoefeningen is toegekend, wonen zij deze in een
van de mannen afgescheiden ruimte bij.
Deze afscheiding tussen mannen en vrouwen moet zodanig
zijn, dat de vrouwen verder van de Ark verwijderd zijn
dan de mannen, maar wel alles kunnen waarnemen wat
er geschiedt. Men mag echter vanuit de mannenafdeling
de vrouwen niet kunnen onderscheiden. In de synagoge
te Bergen op Zoom vinden de vrouwen haar plaatsen
op een verhoogde vloer met ballustrade en kunnen van-
daaruit alles meemaken.
Het zal de bezoekers opvallen, dat er aan de synagoge
zo weinig versiering valt op te merken. Wellicht wat
al te gemakkelijk schrijft men deze soberheid toe aan
het voorschrift van Mozes (Ex. 20:4), dat er geen
beelden gemaakt mochten worden. Bedoeld voorschrift
van Mozes is zeker van grote invloed geweest op de
soberheid; doch men behoeft zich slechts Mozes' eigen
voorschriften omtrent de bouw van de Arke des Ver-
bonds (Ex. 25: 10-28) en omtrent de Zevenarmige Kan
delaar (MENORAH)alsmede de luister van de Tempel van
Salomo in herinnering te roepen om te begrijpen, dat
verfraaiing geenszins verboden was. Het Joodse Geloof
wordt echter gekenmerkt door een grote innerlijkheid,
die geen behoefte heeft aan pracht en praal bij ge
bedsdiensten.
Het gebruik, dat mannen in de synagoge het hoofd bedek-