1 wel ontstaan zijn sinds het ontstaan van de steilrand in het Oud-Pleistoceen, Kijken we naar het hoogtelijnen- patroon in de bovenloop van het Grebbedal, dan valt het op, dat de rechterdalwand een tredenreliëf bezit. De hoogtelijnen van 6 en 7 meter liggen vlak by elkaar, die van 7 en G meter liggen verder uit elkaar, die van 8 en 9 meter weer dicht bij sikaar en die van 9 en 10 meter weer verder uiteen. Oostelijk van Bergen op Zoom ligt een laagte, waar we ons kunnen voorstellen, dat het landijs naar binnen drong, De stuwende en schavende werking van het landijs kan tot het ontstaan van een tredenreliëf hebben geleid, wanneer de expanderende yslobben zich nu en dan boven een bepaald niveau veel sneller uitbreidden dan bij de bodem van de laagte (tongbekken). De op enige afstand van de ijsrand gele gen terreinen zullen in dat geval nl., voor zij tenge volge van de gestage druk onderuit het tongbekken sterk omhoog gedrukt werden en een steile helling verkregen, door het snel opdrukkende bovenste deel van de yslob tegen verdere opstuwing beschermd zijn. Bovendien zal dat snel voortschuivende landijs het terrein als een buldozer hebben geëgaliseerd. Hierdoor ontstonden de treden. Na deze ysbedekking smolt het ijs af en was er al spoedig geen water meer aanwezig om het Grebbedal verder uit te slijten. De bovenloop van het dal is dan ook niet uitgesleten. Zie doorsnede C-D. Te Ossendrecht vertoont de Peeberg ook een tredenreliëf aan de noord west-, de noord- en de noord-oostzijde. De weg Hooger- heide-Calfven-Ossendrecht draait vlak voor Ossendrecht om de markante Peeberg, Dit tredenreliëf kunnen we niet verklaren door de werking van wind of water, Maar er is meer. Op de topografische kaart Bergen op Zoom Oost, schaal 1:50,000, 1961, vindt men in het zuiden van de gemeente Wouw, in het gebied van de Ouwervelden, een zeer groot aantal uiterst kleine meertjes. De naam Ouwervelden betekent zoiets als natte weiden. Bekijkt men de kaart Bergen op Zoom no 49» facsimile-uitgave 13 Topografische Dienst, gegraveerd 1863, dan vindt men de Ouwervelden terug zuidelijk van de Zeepe. Men ziet veel sloten in een richting Z0-NW naar de Zeepe, De zeer kleine meertjes waren blijkbaar te talrijk en te klein om ze er op weer te geven. Westelijk van de ïïopmeerweg staan er wel reeds een groot aantal kleine meertjes, In de noordelijk van de Ouwervelden gelegen Wouwsehe Heide geeft deze oude kaart flinke, grote vennen weer. Op de topografische kaart uit 1961 ziet men in het gebied van de Wouwsehe Heide hier en daar weilanden omgeven met een schrapjessignatuur, Daarbinnen liggen dan soms en kele uiterst kleine meertjes. Als we denken aan een landijsbedekking van het gebied, dan worden de zeer kleine meertjes begrijpelijk, We zijn immers in een gebied zuidelijk van de hoogtelijn van 10 meter, dus in een geaccidenteerd terrein (dalen van Roodendaalsche Vliet, Spillebeek en Weversbeek-Zeepe), Juist hier kon het landijs een grotere rek ondervinden, waardoor zeer veel spleten ontstonden. Het aantal sple ten, waarover het smeltwater zich kon verdelen alvorens naar beneden te storten, was groot. Sommige kolkgaten ontstonden blijkbaar zo dicht by elkaar, dat ze door één wal werden omgeven. Langs de gehele West-Brabantse steilrand breken een groot aantal dalen in 0N0-WZW richting door de steilrand (Van Huize de Beek by Halsteren tot de Heiloop te Ossen drecht), Waar kwam het water vandaan, dat deze erosie veroorzaakte? De beek in het dal te Korteven wist zelfs de leem onmiddellijk onder het dal op te ruimen, terwijl dit nog wel onder de dalwanden aanwezig was. Zonder een grote hoeveelheid smeltwater, afkomstig uit een land- ysbedekking, is dit eigeniyk niet goed te begrijpen. Tus sen Bergen op Zoom en Wouw vond Dr, H.J, van Dorsser een groot aantal meerbodems (komvoraiige laagten), die zy beschreef als resten van oorspronkelyke dalen. Deze kommen zouden zijn ontstaan na de dekzandaf zet ting in het Laatglaciaal. (3) Bestudeert men nu de boorgegevens die betrekking hebben op deze kommen, dan ziet men steeds

Periodieken

De Waterschans | 1977 | | pagina 8